Extreme adjectives

Krachtige bijvoeglijke naamwoorden
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Krachtige bijvoeglijke naamwoorden

Slide 1 - Slide

Zoek het bijvoeglijke naamwoord:
The old man was dancing at the party. He has got moves.

Slide 2 - Open question

Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. 
Het bijvoeglijk naamwoord geeft een eigenschap of kenmerk van het zelfstandig naamwoord aan. 
Bijvoeglijk naamwoorden staan vaak voor een zelfstandig naamwoord.

Slide 3 - Slide

The boy scored a 98% for his test. He isn't a            boy.
She bought her boyfriend a present. She is a           girl.
dumb
shy
tough
ugly
pretty
sweet
mean

Slide 4 - Drag question

Krachtige bijvoeglijke naamwoorden
Als je in het Engels een bijvoeglijk naamwoord extra wilt benadrukken, dan kun je woorden als very of extremely ervoor zetten. 

Bijvoorbeeld:
The news report was very interesting.
I'm very hungry.

Slide 5 - Slide

MAARRRRR
Veel B.N.W. hebben een krachtigere variant!

Nooit meer gedoe met 'very' of 'extremely'!



Slide 6 - Slide

I'm very sad!             I'm feeling miserable!
This is an ugly sofa.               Ugly, no, let's just say hideous.
I think my bedroom is dirty.
According to my mum my bedroom is filthy.

Slide 7 - Slide

Wat zijn bijvoegelijk naamwoorden (adjectives)?
A
Dat zijn woorden waar je de, het of een voor kunt zetten.
B
Die zeggen iets over een zelfstandig naamwoord.
C
Die geven aan hoeveel er van iets is.
D
Dat zijn woorden als yesterday, tomorrow, three weeks ago etc.

Slide 8 - Quiz

Oh no. Look at my father! He is ...!
RUN!
A
very angry
B
furious
C
horrible
D
terrifying

Slide 9 - Quiz

My girlfriend isn't beautiful, she is ...
I mean look at her!
A
hideous
B
boiling
C
gorgeous
D
ancient

Slide 10 - Quiz

Arnold Schwarzenegger is a .... compared to me!
A
tiny
B
huge
C
enormous
D
giant

Slide 11 - Quiz

Don't touch the soup! It's ... hot!
A
scorching
B
astounding
C
spotless
D
extremely

Slide 12 - Quiz

Match the gradable adjectives (1-5) with the extreme adjectives (a-e)
1. good
2. funny
3. happy
4. big
5. small
a. hilarious
b. delighted
c. enormous
d. tiny/minute
e. wonderful

Slide 13 - Drag question

Complete the text with the correct adjectives.
minute
enourmous
fantastic
delighted
funny
huge
sad

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Link