Link Les 16

Les 16
Pech, ongelukken en problemen
1 / 44
next
Slide 1: Slide
NT2PraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 140 min

Items in this lesson

Les 16
Pech, ongelukken en problemen

Slide 1 - Slide

Les 16: Pech, ongelukken en problemen
Wat ga je oefenen/leren?
  1. Je vraagt hulp en je biedt hulp aan.
  2. Je beschrijft een probleem en je zegt wat je wilt.
  3. Je vertelt over een ongeluk.
  4. Je belt met de gemeente over afval.

Slide 2 - Slide

Bespreek samen:
1. Wanneer had jij pech? Wat gebeurde er?
2. Heb je vaak pech of heb je vaak geluk?
3. Aan wie vraag je meestal hulp?
4. Met welke dingen heb je hulp nodig?
5. Vraag je weleens hulp aan je buren?
6. Help je je buren weleens?

Slide 3 - Slide

TAAK 1
Kun je me even helpen?

Slide 4 - Slide

Taak 1: Kun je me even helpen?
  1. We luisteren naar de tekst: onderstreep de nieuwe woorden
  2. We bespreken de tekst
  3. We bespreken de nieuwe woorden

Slide 5 - Slide

Ik heb geen geluk vandaag, alles gaat mis, ik heb ....

Slide 6 - Open question

Ik ben niet meer thuis, ik ben bijna bij jou: ik ben nu...
A
voor de weg
B
onderweg
C
overweg
D
buiten

Slide 7 - Quiz

De wiel van een fiets heet ook een...
A
hand
B
wand
C
band
D
klant

Slide 8 - Quiz

Als mijn fiets kapot is, ga ik naar ...

Slide 9 - Open question

Ik heb twee huissleutels: de sleutel die ik niet gebruik heet de ............................

Slide 10 - Open question

De voltooide tijd van breken is: ik heb...

Slide 11 - Open question

Ik kan het niet geloven, het is echt ....

Slide 12 - Open question

Hierin bewaar ik mijn geld: de...

Slide 13 - Open question

ThuisGEkomen
Thuiskomen
Ik kom met de boodschappen thuis.
Ik ben met de boodschappen thuisgekomen.

Dichtdoen
Ik doe het raam dicht.
Ik heb het raam dichtgedaan.

Slide 14 - Slide

Invullen
Ik vul het formulier in.
Ik heb het formulier ...

Opruimen
Ik ruim de kamer op.
Ik heb de kamer ...

Slide 15 - Slide

Opdrachten maken:
2: Maak de opdracht zelf, we kijken samen na
3: Werk samen, praat over de vragen
4: We luisteren samen, doe de spreekopdracht per twee
5: Maak de opdracht zelf
6: Doe de spreekopdracht samen
7/8: Jij gaat nu hulp BIEDEN: doe eerst 7 zelf en daarna 8 samen
9/10: Maak de opdracht en stuur het naar de docent!

Slide 16 - Slide

TAAK 2
Wat doe je met je kapotte spullen?

Slide 17 - Slide

Taak 2: wat doe je met je kapotte spullen
  1.  We luisteren naar de tekst: onderstreep de nieuwe woorden
  2. We bespreken de tekst
  3. We bespreken de nieuwe woorden

Slide 18 - Slide

Opdrachten maken:
  • We bespreken de tekst
  • We bespreken de woordenschat
  • We oefenen de woordenschat

Slide 19 - Slide

Ik help bij het buurtcentrum, ik krijg er geen geld voor want ik ben een.....

Slide 20 - Open question

Als iets kapot is dan gooi ik het niet weg, ik .......het.

Slide 21 - Open question

Alles wat ik heb geleerd en wat ik weet (informatie in mijn hoofd) heet "de ......."

Slide 22 - Open question

Als ik een nieuw apparaat koop, dan is er altijd een boekje bij met informatie over "hoe kan ik het gebruiken?":

Slide 23 - Open question

Als ik blij ben met iets, of ik doe iets met super veel plezier, dan ben ik:
A
slaperig
B
enthousiast
C
onthousiast
D
wakker

Slide 24 - Quiz

Een vrijwilliger werkt gratis, maar soms krijgt hij wel een kleine ........
A
vertraging
B
aangifte
C
kassabon
D
bijdrage

Slide 25 - Quiz

De spullen of materialen die ik nodig heb om iets te repareren:
A
het feestje
B
het materiaal
C
het apparaat
D
het gereedschap

Slide 26 - Quiz

Opdrachten maken:
  • 2: online: werk samen
  • 3: maak de opdracht zelf
  • 4: werk samen (zinnen met "als")
  • 5: We luisteren samen, doe de spreekopdracht per twee (verbonden spraak)

Slide 27 - Slide

Verbonden spraak
‘Hoe kan ik u helpen?’ [kanniku]
 ‘Ik heb hem vanochtend op straat laten vallen.’ [kepum] 
‘Dan zal ik even kijken’ [zalikeve]

Slide 28 - Slide

Uitspraak en klemtoon
vanochtend
vervangen
repareren
meegenomen
helemaal


Slide 29 - Slide

Opdrachten maken:
  • 6: Maak de opdracht zelf of samen
  • 7: Doe de spreekopdracht samen
  • 8: Praat samen, kijk ook even naar oefening 5
  • 9: Praat samen: lees de opdracht goed en maak de oefening
  • 10: schrijf een e-mail

Slide 30 - Slide

TAAK 3
Heb jij weleens een ongeluk gehad?

Slide 31 - Slide

een ongeluk

Slide 32 - Mind map

Taak 3: Heb jij weleens een ongeluk gehad?
  1. We luisteren naar de tekst
  2. Onderstreep de nieuwe woorden
  3. We bespreken de tekst en de nieuwe woorden


Slide 33 - Slide

Werkwoorden
Ik ga boodschappen doen.                   Ik ging boodschappen doen.
Hij heeft een gat in zijn hoofd.          Hij had een gat in zijn hoofd.
Ze kan niet lopen                                                Ze kon niet lopen.
Ik moet naar het ziekenhuis.              Ik moest naar het ziekenhuis.
Ze ziet een grote hond.                                  Ze zag een grote hond.
Ze rijdt op de snelweg.                                Ze reed op de snelweg.

Slide 34 - Slide

Gisteren ...... ik met de auto naar huis.
A
rijden
B
reed
C
rijdde
D
gereden

Slide 35 - Quiz

De poes ..... op de bank.
A
klimt
B
klomt
C
klom
D
klommen

Slide 36 - Quiz

De oma ...... van het keukentrapje.
A
valt
B
valde
C
viel
D
vielde

Slide 37 - Quiz

De buren ..... vroeger vier honden.
A
hadden
B
habben
C
hebben
D
gehad

Slide 38 - Quiz

De jongen viel en ...... zijn enkel.
A
breekt
B
breekte
C
gebroken
D
brak

Slide 39 - Quiz

Opdrachten
2: Bespreek samen
3: We luisteren samen/ doe de opdracht per 2
4+5: maak het gesprek af en oefen het samen. LET OP: gebruik VERLEDEN TIJD.
6+7: maak de opdracht samen (zie 4/5)
8: maak de opdracht per 2, bedenk zelf een ongeluk
9: doe de schrijfopdracht: in je boek OF online



Slide 40 - Slide

Taak 4: Ik ben mijn afvalpasje kwijt
De gemeente bellen over afval

Slide 41 - Slide

Taak4: Ik ben mijn afvalpasje kwijt
We bespreken nog even de tekst en de nieuwe woorden
We bespreken de uitspraak van de volgende woorden:
  • Afvalpas
  • Grofvuil
  • Statiegeld
  • Recyclen

Slide 42 - Slide

Opdrachten
2+3: Praat samen
4: We luisteren samen, oefen met elkaar
5. Maak de opdracht zelf
6. Praat samen, gebruik opdracht 5
7: Maak de opdracht zelf
8: Praat samen, gebruik opdracht 7
10: Maak de opdracht in je boek OF online



Slide 43 - Slide

Slotopdracht:
  • Werkwoorden: verleden tijd
  • Maak per 2 een verhaal, deze mag je aan de klas voorlezen.
       Denk aan: 
- werkwoorden in de juisten tijd
- volgorde van de zin

Slide 44 - Slide