Een werkstuk schrijven

Een werkstuk schrijven
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Een werkstuk schrijven

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Je leert een werkstuk schrijven.

Slide 2 - Slide

Stappen
Een werkstuk bestaat uit verschillende stappen. 
Stap 1. Kies een onderwerp
Stap 2. Formuleer een hoofdvraag
Stap 3. Leid uit deze hoofdvraag deelvragen op. Deze vragen leiden tot het antwoord op de hoofdvraag.
Stap 4. Zet de deelvragen in een logische volgorde.
Stap 5. Zoek documentatie (bronnen die antwoorden geven)

Slide 3 - Slide

Informatievaardigheden
Voorbereiding 1: 
- Wat is het onderwerp? Wat wil je daarover weten?
- Bedenk vragen waarop je antwoord wilt.
- Maak een woordveld. Streep weg wat je niet wilt gebruiken.
- Gebruik de woorden uit de vragen of woordveld als zoekwoorden

Slide 4 - Slide

Informatievaardigheden
Voorbereiding 2: 
- Bedenk welke bronnen je wilt gebruiken:
- actuele informatie: internet? kranten? tijdschriften?
- boeken, dvd
- personen
- organisaties

Slide 5 - Slide

Informatievaardigheden
Zoeken: 
- Bibliotheek: boeken, tijdschriften, kranten, digitale bestanden en handige internetsites. --> openbare bibliotheek of www.bibliotheek.nl
- Catalogus bibliotheek: typ je zoekwoorden in. 
- Internet: zoekmachines (Google, Bing, Davinci.nl) met je zoekwoorden, bekijk de eerste 10 treffers

Slide 6 - Slide

Informatievaardigheden
Beoordelen: 
*Boeken: zoek in inhoudsopgave of register naar je zoekwoorden
- tekstopbouw: bekijk afbeeldingen, lees tussenkopjes en de inleiding. 
betrouwbaar?: beoordeel of informatie betrouwbaar is. Is het actueel (niet te oud)? Heet de schrijver verstand van het onderwerp? Is de schrijver onpartijdig? 

Slide 7 - Slide

Informatievaardigheden
Beoordelen: 
*Internet: Beoordeel de gevonden sites. 
- Is de informatie betrouwbaar? Heeft de schrijver/maker voldoende verstand van het onderwerp? Is de schrijver onpartijdig? Is de informatie niet te oud?
- Welk doel heeft de site? informatie geven? reclame maken? amuseren? overtuigen? 

Slide 8 - Slide

Mappenstructuur
Bewaren: 
*Internet: Sla bruikbare websites (het adres met de teksten) op op je favorieten.
- Word: Kopieer teksten naar een Word-bestand en kopieer het webadres waarop je het gevonden had. 
* Papieren documentatie: Bewaar papieren informatie in een map. 
- kopieën, geprinte teksten, verslagen van interviews, toegestuurde informatie (zoals folders)

Slide 9 - Slide

Bronvermelding
Gebruikte bronnen vermelden: 
*Vermeld altijd de bron: Doe dit zo!
Boek: Dick Swaab. Wij zijn ons brein. Uitgeverij Contact, te Amsterdam 2011
Artikel: Aafke Hoek. Waarderingen op stage werkt goed voor leerlingen. In: -12-1, nr. 9, blz. 18-19
Internetsite: www.milieucentraal.nl, bekeken op 3 oktober 2022


Slide 10 - Slide

Meer weten?
Ga naar:
www.zoekenvindenkiezen.nl
www.webdetective.nl (klik op checklist)

Slide 11 - Slide

De volgende stappen
Stap 6. Verwerk het antwoord op elke deelvraag in een apart hoofdstuk.
Stap 7. Schrijf nu een inleiding. Beargumenteer daarin de keuze voor het onderwerp, stel de hoofdvraag en de deelvragen. 
Stap 8. Schrijf nu het slot. Geef daarin antwoord op de hoofdvraag. Dat is vaak een conclusie. Je kunt ook een aanbeveling of je eigen mening geven. 
Vraag 9. Voeg illustraties en de bronvermelding toe. Vermeld de bronnen volgens de eerdere aanwijzingen. 

Slide 12 - Slide

"In een werkstuk zal de hoofdvraag (...) beantwoord worden."
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quiz

Wat leer je van een werkstuk maken?
A
Hoe je in je eigen woorden iets uitlegt
B
Hoe je je mening geeft
C
Hoe je van allerlei informatie een logisch verhaal maakt
D
Hoe je een mooie presentatie maakt voor op het digibord

Slide 14 - Quiz