BS 3: Beenverbindingen

Beenverbindingen

Leerdoelen

* Je kent de 4 type beenverbindingen en kunt een plaats in het 

   lichaam noemen waar ze zich bevinden.

* Je weet hoeveel beweging er mogelijk is bij de verschillende 

   beenverbindingen.
* Je weet hoe een gewricht is opgebouwd.

* Je kent 3 typen gewrichten en kunt een plaats in het lichaam 

   noemen waar ze zich bevinden.

* Je weet in welke richting ze bewegen.

Beenverbindingen

Vergroeid

Het heiligbeen bestaat uit botten die vergroeid zijn. De wervels zijn hier aan elkaar gegroeid tot 1 geheel.

Het staartbeen die aan het heiligbeen zit bestaat ook uit vergroeide wervels.

Er is geen beweging mogelijk.

Naadverbinding

Je schedelbeenderen zijn verbonden met een naadverbinding. 

De naden zijn kronkelig.

Er is geen beweging mogelijk. 

Kraakbeenverbinding

Wanneer twee botten met kraakbeen verbonden zijn noemen we dat een kraakbeenverbinding. 

Dit zien we bijvoorbeeld tussen het borstbeen en de ribben.

Er is weinig beweging mogelijk.

Verbinding met een gewricht

Botten die aan elkaar zitten met een gewricht kunnen goed bewegen.

Zoals kniegewricht, die de botten van je boven en onderbeen met elkaar verbind. 

Bouw van een gewricht

• De gewrichtkogel kan bewegen in de 
  gewrichtskom. 
• Beide zijn bedekt door een 
  kraakbeenlaagje.
• Met het gewrichtskapsel zitten beide
  botten aan elkaar vast.
• De binnenkant van het 
  gewrichtskapsel geeft 
  gewrichtssmeer af.

Gewrichten

Rolgewricht

• 2 beenderen rollen over elkaar
• Alleen bij ellepijp en spaakbeen

Gewrichten

Scharniergewricht

• Beweging in 1 richting
• Elleboog
• Knie
• Vingers

Gewrichten

Kogelgewricht

• Beweging in verschillende richtingen
• Schoudergewricht
• Heupgewricht