This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Welke beloning ontvangt een werknemer voor het verrichten van arbeid?
A
Loon
B
Pacht
C
Huur/rente
D
Winst
Slide 3 - Quiz
Welke productiefactor wordt gebruikt wanneer een ondernemer nieuwe ideeën en innovaties in zijn bedrijf implementeert?
A
Kapitaal
B
Arbeid
C
Natuur
D
Ondernemerschap
Slide 4 - Quiz
Welke beloning ontvangt een ondernemer voor het nemen van risico's en het runnen van een bedrijf?
A
Loon
B
Pacht
C
Huur/rente
D
Winst
Slide 5 - Quiz
Een fabriek gebruikt robots en machines om hun producten te maken. Welke vorm van productie wordt hiermee bedoeld.
A
Arbeidsintensieve productie
B
Kapitaalintensieve productie
Slide 6 - Quiz
De volgende bedrijven vormen de bedrijfskolom van brood. Zet de bedrijven in de juiste volgorde: 1. Meelfabriek - 2. Graanboer - 3. Groothandel - 4. Bakker
A
1-2-4-3
B
3-2-1-4
C
2-3-1-4
D
2-1-3-4
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Fleur koopt een laptop voor haar nieuwe baan. Ze betaalt € 530 voor de laptop. Ze gebruikt hem 3 jaar. Daarna verkoopt ze de laptop voor € 130. Bereken de afschrijvingskosten per jaar.
Slide 9 - Open question
Is de volgende stelling juist of onjuist: Het btw-tarief van levensmiddelen is 21%.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quiz
Is de volgende stelling juist of onjuist: De prijs exclusief btw noem je ook wel de consumentenprijs.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
Het lage btw-tarief gaat omhoog van 6% naar 9%. Nico is net bij de supermarkt geweest en heeft boodschappen gedaan voor € 62,75 inclusief 6% btw. Bereken hoeveel euro Nico meer voor deze boodschappen betaalt na de btw-verhoging.
Slide 12 - Open question
De consumentenprijs van een fiets is € 598,95 (inclusief 21% btw). Bereken de verkoopprijs (exclusief btw).
Slide 13 - Open question
De markt hiernaast is een voorbeeld van:
A
Concrete markt
B
Abstracte markt
Slide 14 - Quiz
Wat is de evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid (afzet) en wat is de omzet bij dit punt?
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
De school koopt voor € 180.000 een nieuwe set tafels voor in de lokalen. Deze gebruiken ze 15 jaar. De restwaarde van de tafels is nihil (= 0 euro). Hoeveel wordt er jaarlijks afgeschreven op de tafelset?
Slide 18 - Open question
Madelief koopt een Auto bij Cars b.v. Zij koopt de auto voor € 15.500. Zij gebruikt de auto 6 jaar. Na 6 jaar krijgt zij nog 3.500 voor de auto. Hoeveel wordt de auto jaarlijks minder waard?
Slide 19 - Open question
De verkoopprijs van een tablet is € 299,95 exclusief btw. Bereken de verkoopprijs inclusief 21% btw (consumentenprijs)