Les 3 (klaar)

1 / 44
next
Slide 1: Slide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

CULTUUR

Periode 1 - les 3B
Etnische subculturen

Slide 2 - Slide

Let in deze les goed op de tijd!

Begin met de vraag: waar hebben we het de vorige les over gehad? 

Benoemen door leerlingen:
- normen en waarden
- dominante cultuur

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

...weet je de begrippen etniciteit, pluriforme samenleving, discriminatie en tolerantie. (R)
...weet je wat etnische subculturen zijn. (R)
...je kan benoemen hoe de Nederlandse pluriforme samenleving is ontstaan. (T1)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is wat?
Dikgedrukt = een begrip
schuin = moeilijk woord

uitleg van begrip
Hierin staat de uitleg van het begrip. Schrijf het begrip en de betekenis op in je schrift.
uitleg van moeilijk woord
Hierin staat de uitleg van het moeilijke woord. Schrijf het op in je schrift.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Etnische subculturen
Het woord etniciteit betekent een groep met een gemeenschappelijke afkomst. In Nederland wonen meer dan 4 miljoen mensen met een andere afkomst. Bijvoorbeeld Duits, Belgisch, Marokkaans, Surinaams of Indonesisch.
etniciteit
Het woord etniciteit (etnisch) betekent een groep met een gemeenschappelijke afkomst (een bevolkingsgroep uit een andere regio of land). 
afkomst
Waar iets of iemand vandaan komt.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Etnische subculturen
Deze mensen kennen vaak ook nog de dominante cultuur van het land van afkomst en nemen deze mee naar Nederland. Vaak voeden ze hun kinderen hier voor een deel mee op. 
Deze cultuur wordt hier in Nederland dan de etnische subcultuur van deze mensen.
dominante cultuur
De cultuur van de grootste groep mensen in een land noemen we de dominante cultuur. 
etnische subcultuur
De cultuur van een kleinere groep mensen in een land waarin de gewoonten en/of taal van een ander land in terug komen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

4

Slide 7 - Video

This item has no instructions

00:39
Waar ligt Suriname?
A
Naast Marokko
B
Naast Thailand
C
Naast Brazilië
D
Naast Senegal

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

01:35
In Suriname zijn ook verschillende subculturen, namelijk: de Creoolse, Javaanse, Hindoestaanse, Chinese en...
A
Noorse subcultuur
B
Indiaanse subcultuur
C
Russische subcultuur
D
Australische subcultuur

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

02:17
Noem hier een typisch Surinaams gerecht!

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

03:43
Noem drie typische kenmerken van de Surinaamse cultuur.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Pluriforme samenleving
Een pluriforme samenleving is een samenleving waarin verschillende groepen mensen met elkaar samenleven.
In Nederland zijn er bijvoorbeeld veel verschillende etnische subculturen door ons koloniale verleden. Mensen uit landen als Indonesië, Curaçao en Suriname zijn (na de onafhankelijkheid) in Nederland komen wonen en hebben hun eigen gewoontes meegenomen. 
pluriforme samenleving
Een pluriforme samenleving is een samenleving waarin verschillende groepen mensen met elkaar samenleven (etnisch, religieus, leeftijd, etc.)
kolonie
Een kolonie is een gebied of land dat (onder dwang) door een ander land bestuurd wordt.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Noem een etnische subcultuur in Nederland en geef aan waarom deze groep naar Nederland is gekomen

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Waaruit bestaat cultuur?
Cultuur bestaat uit waarden, gewoontes en tradities.
Hieraan kun je zien wat er in een (sub)cultuur belangrijk wordt gevonden (waarden), wat men normaal vindt om te doen (gewoontes) en welke rituelen er bij deze cultuur horen (tradities).
waarden
Een waarde geeft aan wat een persoon (of samenleving) wenselijk of waardevol vindt, zoals bijvoorbeeld goed gedrag.
tradities
Een traditie is een bekend gebruik, een gewoonte die vaak al eeuwenlang in een bepaald land, gebied of regio plaatsvindt. Bijvoorbeeld het opzetten van een kerstboom met Kerstmis.
gewoonten
Een gewoonte is een handeling die men gewend is altijd op dezelfde manier uit te voeren.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Hieronder zie je drie verschillende etnische culturen.
Sleep de juiste cultuurkenmerken naar de juiste etnische cultuur.
Duitsland
Marokko
Indonesie
Waarden: beleefdheid, deskundigheid, stiptheid

Waarden: eerzaamheid, gehoorzaamheid, gastvrijheid

Waarden: vriendelijkheid, gastvrijheid, bescheidenheid

Gewoonten: Zorgen voor extra eten en drinken voor onverwacht bezoek

Gewoonten: Eten met je rechterhand, bord niet leeg eten, schoenen uit in huis

Tradities: Oktoberfeest, zondagsrust, kerstmarkt

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Sleep de juiste culturele kenmerken naar de etnische subcultuur die er het best bij past
Indonesie
Marokko
Duitsland
Waarden: stiptheid, deskundigheid, beleefdheid
Waarden: eerzaamheid, gastvrijheid, gehoorzaamheid
Tradities: Oktoberfeest, winkels dicht op zondag, kerstmarkt

Tradities: Driedaagse bruiloft, couscous op vrijdag

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Hoe ga je om met andere culturen?
Een pluriforme samenleving werkt alleen goed als mensen elkaars verschillen accepteren. 
Als iemand anders, oftewel ongelijk, behandeld wordt vanwege zijn of haar gewoonten en/of uiterlijk dan noemen we dat discriminatie.
Als we elkaars verschillen accepteren en andere mensen in  hun waarde laten dan noemen we dat tolerantie.
discriminatie
Discriminatie betekent dat er onterecht verschil wordt gemaakt in de behandeling van mensen. Bijvoorbeeld op basis van geslacht of godsdienst.
tolerantie
De bereidheid om andere mensen anders te laten denken en handelen (een ander woord hiervoor is 'verdraagzaamheid')

Slide 18 - Slide

Tolerantie = accepteren dat andere mensen verschillende waarden en normen hebben
5

Slide 19 - Video

This item has no instructions

00:43
Er zijn verschillende soorten subculturen. Noem een subcultuur die past bij één van deze personen.
A
Etnische subcultuur
B
Religieuze subcultuur
C
Regionale subcultuur
D
Jeugdcultuur

Slide 20 - Quiz

Judeska moet een Antilliaanse vrouw voorstellen dus hoort bij een etnische cultuur.
Het meisje is een gothic of emo dus hoort bij een jeugdcultuur.
01:33
Judeska moet een Antilliaanse vrouw voorstellen. Noem een kenmerk waaraan je dat kunt zien.

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

02:11
Welke etnische maar ook religieuze subcultuur zie je in dit fragment terug?
A
Hindoestaanse cultuur
B
Javaanse cultuur
C
Islamitische cultuur
D
Joodse cultuur

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

03:40
De klanten en de zanger uit het filmpje zijn allemaal homosexueel. Hoe wordt hierop gereageerd?
A
Enthousiast
B
Met schaamte
C
Discriminerend
D
Tolerant

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

03:41
Is homoseksualiteit een subcultuur?
Leg je antwoord uit!

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Het standpunt van de overheid
Uit de troonrede van koning Willem-Alexander (Prinsjesdag 2020)
"Een wezenlijke bedreiging voor de kwaliteit van de rechtsstaat is dat in ons land iemands huidskleur of naam nog te vaak bepalend is voor zijn of haar kansen. Dat is onaanvaardbaar. Het maatschappelijk debat hierover schuurt soms, maar kan ons ook verder brengen in de strijd tegen discriminatie, racisme en ongelijke behandeling. Bestaande verschillen overbruggen begint bij de bereidheid naar elkaar te luisteren."

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Discriminatiemeldpunt Artikel1 ontvangt het vaakst meldingen van discriminatie vanwege...
A
Afkomst
B
Geloofsovertuiging
C
Seksuele geaardheid
D
Vaccinatiestatus

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Welke voorbeelden van discriminatie werden in de video genoemd?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Begrippen uit deze les
  • etniciteit
  • pluriforme samenleving
  • discriminatie
  • tolerantie

  • afkomst
  • gewoonten
  • tradities
  • kolonies

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Etniciteit heeft te maken met...
A
geloof
B
jeugd
C
afkomst
D
generaties

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Een pluriforme samenleving is een maatschappij met veel...
A
verschillende media
B
verschillende culturen
C
verschillende politieke partijen
D
verschillende wetten

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Discriminatie is het ongelijk behandelen van mensen vanwege hun afkomst
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Tolerantie is het accepteren van mensen met andere waarden, gewoontes en tradities
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Hoe is de pluriforme samenleving in Nederland ontstaan? Leg je antwoord uit.

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

           Aan de slag

Slide 38 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
           Afsluiting

Slide 39 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

           Begrippen
           uit deze les

Slide 40 - Slide

This item has no instructions


Titel kan hier geplaatst worden.

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

Eindslide.

Ruimte voor een afsluitend woord.Ruimte voor een afsluitend woord.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions