online les 13 - 4.9 spelling

1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

maak opdracht 1 van 4.9 spelling
online of in je boek op bladzijde 71

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

maak opdracht 4 van 4.9 spelling
dit mag online of in je boek op blz. 72

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

hoe schrijf je de volgende 3 woorden

Slide 19 - Open question

en hoe schrijf je de volgende 3 woorden?

Slide 20 - Open question

en de volgende vier?

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

c.a.t.e.g.o.r.i.e.e.n.
A
Met apostrof
B
Zonder apostrof
C
Met trema
D
Zonder trema

Slide 27 - Quiz

Trema?
financien
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quiz

Trema?
tatoeage
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz

Trema?
poeziealbum
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quiz

Trema?
industriele
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quiz

Waar schrijf je een apostrof?
A
Alex vader
B
vaders jas

Slide 32 - Quiz

Waar is de apostrof goed geplaatst?
A
Lex's zusje
B
Lexs zusje
C
Lex' zusje

Slide 33 - Quiz

Onderdeel 6: apostrof

Welk woord is goed?

A
A4-tje
B
A4 tje
C
A4’tje
D
A4tje

Slide 34 - Quiz

Heb je een apostrof nodig in 'vwo er'?
A
Ja
B
Nee

Slide 35 - Quiz

Welk accent gebruik ik nu?
blèren
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe

Slide 36 - Quiz

Welk accent bevat dit woord?

coupé
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe

Slide 37 - Quiz

Welk accent bevat dit woord?

frêle
A
accent aigu
B
accent grave
C
accent circonflexe

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide