§3.1 De Verlichting

3.1 De Verlichting
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.1 De Verlichting

Slide 1 - Slide

Standensamenleving
In Frankrijk is men verdeeld in drie standen
  1. De geestelijkheid
  2. De adel
  3. De derde stand
De eerste en tweede stand staan boven de derde stand (de bovenlaag= bourgeoisie)
  • Zij hebben privileges, ze betalen minder belasting
  • Ook konden ze belasting heffen op "gewone" mensen (de derde stand)
  • Ook moesten boeren betalen om bijv. de molen van een heer te gebruiken

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Nieuwe ideeën over goed bestuur
"Formules" die de samenleving een betere plek moeten maken... Hoezo?
  • Standensamenleving/ slavernij
     mensen zijn van nature gelijk, de standen zijn dus oneerlijk, en slavernij is onchristenlijk
  • Absolutisme:
     Mensen willen een staat waarbij iedereen gelijk is én dezelfde wetten gelden voor iedereen, dus ook voor de koning
  • (religieuze) tolerantie (verdraagzaamheid), verlichte denkers vonden dat iedereen mocht geloven wat hij wilde


Slide 6 - Slide

Jean-Jacques Rousseau
Rousseau was vóór democratie
  • Natuurrechten: alle mensen hebben van nature rechten zoals recht op vrijheid en bezit.
  • Hij vond dat niet de koning absolute macht moest hebben
  • Máár het volk!
     -wie bedoeld hij met het volk?

Slide 7 - Slide

Charles de Montesquieu
Trias politica (driemachtenleer)
Oftewel: scheiding der machten
  • Niet één persoon moet alle macht hebben. Hoe dan wel?
  1. Vergadering van vertegenwoordigers van het volk (wetgevende macht)
  2. Regering: wetten uitvoeren
    (uitvoerende macht)
  3. Rechters: wetten controleren
    (rechtsprekende macht)
  • Dit moet machtmisbruik voorkomen

Slide 8 - Slide

Overeenkomsten:

Zowel Montesquieu als Rousseau wil het bestuur anders inrichten.

Beide hebben kritiek op de absolute macht van de koning.
Verschillen:

Rousseau wil alle macht bij het volk.
Montesquieu: het volk mocht  wetten maken, maar mocht deze niet uitvoeren en ook wetsovertreders niet bestraffen. 

Slide 9 - Slide

Absolute vorsten waren niet blij met de verlichting
  • Boeken met kritiek op bestuur en kerk worden verboden (censuur)
  • Verspreiding van ideeën stopte niet
  • In salons werden ideeën verspreid
     -Hier kwamen rijken burgers en geleerden samen
  • Door de boekdrukkunst konden ideeën zich snel verspreidden
  • Hierdoor ontstond het publieke debat
    Mensen in de samenleving praten mee over ideeën en problemen

Slide 10 - Slide

Voorbeeld van een salon

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video