Mavo 4 dinsdag 28 februari 2023 (MeeM): Lezen en spreken

Bienvenue au cours de français!




mardi 28 février
1 / 48
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 4

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bienvenue au cours de français!




mardi 28 février

Slide 1 - Slide

Les buts d'aujourd'hui
- Oefenen met spreekvaardig-
   heid; reageren op vragen. 
- Oefenen met leesvaardig-
   heid;
- Je herhaalt de kloktijden;
- Je oefent uitspraak Frans.



Slide 2 - Slide

Aujourd'hui
- Les devoirs   (Quizlet)                                          10'
- Lezen                                                                          15'
- Spreken   (uitspraak / révision)                       25'
- Terugblik                                                                     3'

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

les devoirs
- Révise: vocabulaire examenidioom Quizlet (alles)   FN


- Fais: chapitre 10 souce F (online / ex. 21 t/m 24)
              



Slide 5 - Slide

Maak de test in Quizlet

Minimale score 60%?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Mondeling Frans

1) Tekst voorlezen --> uitspraak
2) Vertellen over jezelf (naam, leeftijd, familie, hobby's etc).
3) Franse vragen beantwoorden bijv. tu fais du sport?
4) voorwerp omschrijven
5) situatie: au restaurant

Slide 8 - Slide

Page 
128

Slide 9 - Slide

Livre d'exercices 
page 56  (ex. 14b)
Uitspraak oefenen

Slide 10 - Slide

Livre d'exercices
page 58 (ex. 18B)
Uitspraak oefenen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

klokkijken
herhaling  & 
oefenen

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

les heures
Quelle heure est-il? -> Il est ... heure(s)
-> Il est une heure
     Il est deux heures
     Il est trois heures

Il est midi - 12 uur 's middags
Il est minuit - 12 uur 's nachts

Slide 16 - Slide

Les heures - half

il est une heure et demie
il est deux heures et demie
il est trois heures et demie
etc.

Slide 17 - Slide

Les heures - half
Il est huit heures et demie
(Het is acht uur en (een) half (uur)


Het is half negen
(Het is een half uur vóór negen)

Slide 18 - Slide

Les heures - kwart over

il est une heure  et quart
il est deux heures et quart
il est trois heures et quart
etc.

Slide 19 - Slide

Les heures - kwart voor

il est une heure moins le quart
il est deux heures moins le quart        
il est trois heures moins le quart
etc.

Slide 20 - Slide

Quelle heure est-il?
Om te zeggen hoe laat het is gebruik je: Il est .... heures.
het is kwart over ......      = il est ........ heures et quart
het is half........                   = il est ........ heures et demie
het is kwart voor ........    = il est ........ heures moins le quart
het is twaalf uur 's middags = il est midi
het is twaalf uur 's nachts     = il est minuit

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide


il est cinq heures
il est cinq heures cinq
il est cinq heures dix
il est cinq heures et quart
il est cinq heures vingt
il est cinq heures vingt-cinq
il est cinq heures et demie

il est six heures moins vingt-cinq
il est six heures moins vingt
il est six heures moins le quart
il est six heures moins dix
il est six heures moins cinq
il est six heures

Slide 23 - Slide

Vertel hoe laat het is
1. Het is drie uur.
2. Het is kwart over elf.
3. Het is half twee.
4. Het is kwart voor zes.
5. Het is tien over 12 ('s middags).
6. Het is half drie.

Slide 24 - Slide

Vertel hoe laat het is
1. Het is drie uur.                                   Il est trois heures. 
2. Het is kwart over elf.                      Il est onze heures et quart.
3. Het is half twee.                               Il est une heure et demie.
4. Het is kwart voor zes.                    Il est six heures moins le quart.
5. Het is tien over 12 ('s middags). Il est midi dix.
6. Het is half drie.                                   Il est deux heures et demie. 

Slide 25 - Slide

Page 
128

Slide 26 - Slide

Livre d'exercices 
page 56  (ex. 14b)
Uitspraak oefenen

Slide 27 - Slide

Livre d'exercices
page 58 (ex. 18B)
Uitspraak oefenen

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Au Restaurant

Slide 30 - Slide

Livre de textes
page 121

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Quelques questions ......
- Vous avez réservé une table?
- À quel nom?
- Vous pouvez épeler?
- Vous voulez boire quelque chose?
- Vous préférez la viande ou le poisson?
- Vous avez choisi?
- Qu’est-ce que vous prenez comme entrée / plat principal / dessert?
- Ça a été?



Slide 33 - Slide

Je moet ook zelf kunnen ......

- begroeten (bij binnenkomst)
- om de rekening vragen
- bedanken
- afscheid nemen.

De ‘ober’ kan ook nog doorvragen als er
zaken niet duidelijk zijn.

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Tip: gebruik de 'phrases-clés' van tekstboek blz. 119

Slide 36 - Slide

Au travail

Chapitre 10: source G (online / ex. 25, 26, 27, 28)


Klaar? Oefen met de woordjes in Quizlet (zie link in Magister --> huiswerk)

Slide 37 - Slide

les devoirs
- Apprends: vocabulaire examenidioom Quizlet (alles)   FN


- Fais: chapitre 10 souce G (online / ex. 25 t/m 28)
              



Slide 38 - Slide

Quizlet
Ga nu oefenen met veel voorkomende woorden via onderstaande link naar Quizlet.

https://quizlet.com/521899119/idioom-frans-mavo-4-titus-brandsma-2021-2022-flash-cards/

of via de volgende dia



Slide 39 - Slide

Slide 40 - Link

Slide 41 - Link

Slide 42 - Slide

Les buts d'aujourd'hui
- Oefenen met spreekvaardig-
   heid; reageren op vragen. 
- Oefenen met leesvaardig-
   heid;
- Je herhaalt de kloktijden;
- Je oefent uitspraak Frans.



Slide 43 - Slide

Noteer drie dingen die je hebt geleerd deze les?

Slide 44 - Open question

Noteer twee dingen die je nog zou willen leren?

Slide 45 - Open question

Hoe vond je deze les?

Slide 46 - Open question

Slide 47 - Slide

Au revoir!!

Slide 48 - Slide