Verslikken en verstikken

VERSTIKKING-VERSLIKKING
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBO

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

VERSTIKKING-VERSLIKKING

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat kun je doen om de kans op
verslikken te verkleinen?

Slide 9 - Mind map

Eet geen vloeibare producten waarin stukjes zitten, zoals een heldere soep met stukjes vlees, vermicelli of groenten. Je kunt dan beter kiezen voor een gebonden of fijngemalen soep zonder stukjes.
Voeg een verdikkingsmiddel toe om verslikken te voorkomen bij dun vloeibare voeding. Dun vloeibare voeding is alle voeding die je met een rietje kunt drinken, zoals bouillon, thee, koffie, frisdrank, vruchtensappen. Er zijn verschillende verdikkingsmiddelen in poedervorm te koop. Ook bij gemalen gerechten kun je een verdikkingsmiddel toevoegen om het makkelijker te eten.
Probeer uit bij welke etenstemperatuur je je minder snel verslikt. Vaak verslik je je minder bij koude gerechten. Gebruik hiervoor eventueel ijsklontjes.
Pas op met eten en drinken op hetzelfde moment. Slik eerst het eten door en neem dan pas een slokje drinken of een volgende hap.
Neem kleine hapjes en slokjes en kauw het eten goed.
Zorg dat je niet teveel afgeleid wordt tijdens het eten. Slik bewust en geconcentreerd.
Zorg dat je rechtop zit tijdens het eten. Buig je hoofd een beetje naar voren bij het slikken.
Poets na elke maaltijd je tanden.
Waarom heeft het geen zin om iemand te laten drinken met verstikking?
A
je kan niet slikken, door je verslikking omdat je geen lucht kan weg slikken
B
Met drinken spoel je alleen de blokkade door slokdarm. de lucht pijp blijft verstopt
C
met drinken los je het juist wel op.
D
Geen van alle antwoorden

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


Longontsteking kan ontstaan door verslikking
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Je ziet een cliënt een snoepje nemen en vervolgens flink hoesten.
Waarvan is er sprake?
A
Verslikken
B
Verstikken

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Verslikken;
A
dan komt voedsel in de slokdarm terecht
B
dan komt voedsel in de luchtpijp terecht

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat doe je bij verstikking?
A
Rautekgreep
B
Stabiele zijligging
C
reanimatie
D
heimlich greep

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een complicatie van verslikken?
A
Slijmproductie
B
ontstoken tong
C
longontsteking
D
verschuiving longvliezen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat moet je doen als iemand zich verslikt en niet kan spreken, hoesten of ademen
A
je kijkt in de mond of je iets ziet zitten
B
je begint meteen met 5 rugslagen, daarna 5 buikstoten, daarna bel je 112
C
je belt 112, je begint met 5 rugslagen, daarna 5 buikstoten
D
je begint meteen met 5 buikstoten, daarna 5 rugslagen, daarna bel je 112

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat zie je bij verslikking?
A
slachtoffer hoest
B
slachtoffer grijpt naar de keel
C
slachtoffer stikt
D
slachtoffer wordt wit/bleek

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welke handelingen moet je eerst uitvoeren bij verslikking?
A
bel zelf 112
B
geef stoten tussen de schouderbladen
C
let op de 5 punten van EHBO
D
pas de heimlich greep toe

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Hoe handel je als iemand verslikt in vast voedsel?
A
Probeer voedselbrok te verwijderen
B
Geef 5 slagen tussen de schouderbladen
C
Blijf zelf kalm
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Bij verslikking pas je eerst de Heimlich greep toe alvorens je tussen de schouderbladen van het slachtoffer klopt om het stukje vrij te krijgen
A
Juist
B
Niet juist

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

wat is een ander woord voor verslikken?
A
transpiratie
B
aspiratie
C
inspiratie
D
dipsie

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions