Maken hoofdstuk 8
Opdracht 28: 1, 4, 7, 9 en 10
Opdracht 29: 1, 4 6, 9, 12, 15, 17, 19
Opdracht 30: tekst 22, 23, 25, 26 en 27 —> allemaal één drogreden.
Doel les: ik kan een drogreden van een argument onderscheiden en ik drogredenen van de eerste groep (onjuist gebruik van argumentatieschema's) herkennen en benoemen.