T2 - BS2

T2 BS2
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

T2 BS2

Slide 1 - Slide

Organen van planten
Leerdoel:
2.2.4 Je kunt de organen van planten beschrijven.

Slide 2 - Slide

Planten
 De organen van een plant:
• Bloem
• Blad
• Stengel
• Wortel

Slide 3 - Slide

Wortels
De wortels van een plant groeien in de grond. Alle wortels van een plant samen zijn het wortelstelsel. Planten hebben een dikke hoofdwortel met dunne zijwortels. Aan de uiteinden van de zijwortels zitten wortelharen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Aantekeningen:
Wortels = het deel van de plant onder de grond.

Wortelstelsel = alle wortels van een plant samen.

Wortelharen = zitten aan de uiteinden van de zijwortels.

Slide 6 - Slide

Taken van de wortels
De wortels van een plant hebben drie taken:
• water met voedingsstoffen opnemen
• reservevoedsel opslaan
• de plant vastzetten in de grond

Met de wortels neemt een plant water op. In het water zitten voedingsstoffen. Die heeft de plant nodig om te leven en om te groeien. De plant neemt het water op door de wortelharen.
Soms kan een plant niet genoeg water opnemen. Dan gaat hij slap hangen. Als een plant lange tijd geen water krijgt, gaat hij dood. Ook als de wortelharen kapotgaan, kan een plant doodgaan.

Slide 7 - Slide

Reserves
Veel planten slaan reservevoedsel op in hun wortels. In de winter heeft een paardenbloem geen bladeren en bloemen. Maar onder de grond leeft de wortel nog. In de lente kan uit die wortel snel een plant groeien. De plant gebruikt daarvoor het reservevoedsel uit de wortel.


De wortels zetten de plant ook stevig vast in de grond. Dat is de derde taak van de wortels. Door de wortels valt een plant niet om als het hard waait.

Slide 8 - Slide

Aantekeningen:
Voedingsstoffen = stoffen die nodig zijn om te leven en te groeien.

Reservevoedsel = voedsel opgeslagen in de wortels van planten.

Slide 9 - Slide

Bladeren
De taak van bladeren is voedsel maken voor de plant. Dat doen ze door fotosynthese. Voor fotosynthese is licht nodig.

Slide 10 - Slide

Stengels
Tussen de wortels en de bladeren van een plant zitten de stengels. De stengels van een plant zijn stevig. Daardoor kunnen ze de bladeren en de bloemen dragen.

De stengel heeft nog een tweede taak. Dat is het vervoer van water en andere stoffen.

Slide 11 - Slide

Aantekeningen:
Stengel = deel van de plant tussen de wortels en de bladeren.

Vervoer = het verplaatsen van water en voedingstoffen door de wortels en takken.

Slide 12 - Slide

Vervoer
Door een stengel lopen lange dunne buisjes. Deze buisjes heten vaten. Vaak liggen de vaten in groepjes bij elkaar. Een groepje vaten heet een vaatbundel.

De vaten lopen door de hele plant. Ze beginnen in de wortels. Dan gaan ze door de stengels naar de bladeren. In de bladeren lopen de vaten door de nerven. Vaten zorgen voor het vervoer van water en voedingsstoffen in de plant.

Slide 13 - Slide

Aantekeningen:
Vaten = buisjes in planten om water en voedingsstoffen te vervoeren.

Vaatbundel = een groepje vaten.

Slide 14 - Slide

Aan de slag
Lees T2 basisstof 2

Maak opdrachten T2 basisstof 2

Maak test jezelf T2 basisstof 2 (score in groen = af).

Slide 15 - Slide