This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Planning:
Introductie
Uitleg: paragraaf 4 arm en rijk + B220,228 blz. 12/13
maken opdracht 1 t/m 4 paragraaf 4 blz. 14
nabespreken paragraaf 4
afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
welke twee vormen van ongelijkheid in Zuid-Afrika voorkomen
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
aantekeningen
Slide 3 - Slide
Arm en rijk
Is Zuid-Afrika een arm of een rijk land
Het bnp per inwoner is best hoog, maar er zijn grote verschillen (tussen rijke en arme mensen). Dat zie je niet aan het bnp per inwoner.
verschillen
hoogste inkomsten door blanken en gebieden waar de dienstensector groot is.
armen verhuizen naar de stad voor werk, maar dit zijn minimale baantjes. (vluchtsector, ongeschoold en slecht betaald)
vestigingsoverschot in de stad.
Slide 4 - Slide
Ontwikkeling:
Ontwikkeling van een land kan je zien, bijvoorbeeld door te kijken naar foto's.
Beter is het om te meten met ontwikkelingskenmerken.
Ontwikkeling meet je aan de hand van indicatoren.
Slide 5 - Slide
BNP en inkomen
Het BNP is de waarde van alle producten en diensten in een land, uitgedrukt in geld.
Deel het BNP door het aantal inwoners en dan krijg je het gemiddelde inkomen (€7000).
Slide 6 - Slide
Problemen met het BNP
Er zijn een aantal problemen met het BNP per inwoner:
Er is sociale en regionale ongelijkheid
Het inkomen zegt niets over de koopkracht
Slide 7 - Slide
Sociale ongelijkheid
Blanke boeren hebben 80% van de landbouwgrond. De andere 20% is onderverdeeld bij de inheemse bevolking.
Dit zijn vaak kleine stukken land met zelfverzorgende landbouw
Slide 8 - Slide
armoede en verschillen op het platteland
Blanke boeren
bezitten 20% van alle grond
commerciele boerderijen
hebben grote machines
Zwarte bevolking
overige 20 %
zelfverzorgend/ zelfvoorzienend.
weinig inkomsten
honger
kwalitatieve en kwantitatieve honger
Slide 9 - Slide
Commercieel
De blanke boeren met de grote landbouwbedrijven werken commercieel en daardoor gebruiken ze veel machines e.d.
Slide 10 - Slide
Regionale ongelijkheid
Ontstaat doordat er ander werk in de dienstensector te vinden is in de steden. Dit werk heeft een beter loon en dus verdienen de mensen in de steden meer dan op het platteland (oorzaak urbanisatie).
Bij Johannesburg is er veel werk in de mijnbouw --> dus ook veel werk wat goed betaald.
Slide 11 - Slide
zelfstandig werken
lezen paragraaf 4 arm en rijk + B220,228
maken opdracht 1 t/m 4 paragraaf 4 H1
gebruik hierbij:
tekstboek blz. 14
werkboek blz. 13
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken