koppelteken mavo3

Klinkerbotsing?
Test jezelf!
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Klinkerbotsing?
Test jezelf!

Slide 1 - Slide

Elke dinsdag wordt het ___ opgehaald.
A
huis vuil
B
huisvuil

Slide 2 - Quiz

Bah, wat is dit ___!
A
huis vuil
B
huisvuil

Slide 3 - Quiz

Leon moest invallen voor zijn zieke ___.
A
team genoot
B
teamgenoot

Slide 4 - Quiz

Het hele ___ van de wedstrijd.
A
team genoot
B
teamgenoot

Slide 5 - Quiz

Wat gaat er soms fout?

Lange woorden.

Ze zien er vaak niet uit en zijn lastig te schrijven.
Daarom zijn we geneigd ze te onderbreken met een spatie. Maar dat kan weer grote gevolgen hebben voor de betekenis!

Zie jij het verschil?
lange afstandloper of langeafstandloper
rode wijnsaus of rodewijnsaus
mageremelkpoeder of magere melkpoeder
groteteennagel of grote teennagel
gekkekoeienziekte of gekke koeienziekte

Slide 6 - Slide

Schrijf de samenstelling goed op:
niveau + indeling

Slide 7 - Open question

Schrijf de samenstelling goed op:
niveau + verschil

Slide 8 - Open question

Schrijf de samenstelling goed op:
chocolade + eitjes

Slide 9 - Open question

Schrijf de samenstelling goed op:
cosmetica + industrie

Slide 10 - Open question

Schrijf de samenstelling goed op:
karate + examen

Slide 11 - Open question

Schrijf de samenstelling goed op:
karate + trap

Slide 12 - Open question

Schrijf de samenstelling goed op:
opera + uitvoering

Slide 13 - Open question

Schrijf de samenstelling goed op:
stage + activiteit

Slide 14 - Open question

Schrijf de samenstelling goed op:
stage + instelling

Slide 15 - Open question

Schrijf de samenstelling goed op:
informatie + uitwisseling

Slide 16 - Open question

In het kraampje langs de weg worden streekproducten, zoals jam en ___, verkocht
A
bijen honing
B
bijenhoning

Slide 17 - Quiz

Van de nectar uit bloemkelken maken ____.
A
bijen honing
B
bijenhoning

Slide 18 - Quiz

De winkelier liet een ____ maken, nadat het oude was afgekeurd.
A
nieuw bouwplan
B
nieuwbouwplan

Slide 19 - Quiz

Het ____ voor het stationsgebied, gaat niet door.
A
nieuw bouwplan
B
nieuwbouwplan

Slide 20 - Quiz

Lativa begon te huilen als een ___, toen ze haar telefoon kwijt was.
A
klein kind
B
kleinkind

Slide 21 - Quiz

Mevrouw Schipper gaat elke zondag met haar ___ naar de Beekse Bergen.
A
klein kind
B
kleinkind

Slide 22 - Quiz

Tot 1 december kun je je___ voor de schaatswedstrijd.
A
in schrijven
B
inschrijven

Slide 23 - Quiz

Dit boek is geen werkboek, je mag er dus niet ___.
A
in schrijven
B
inschrijven

Slide 24 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
geirriteerd
B
ge-irriteerd
C
geïrriteerd

Slide 25 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
fotoonderschrift
B
foto-onderschrift
C
fotoönderschrift

Slide 26 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
beantwoorden
B
be-antwoorden
C
beäntwoorden

Slide 27 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
onderzeeer
B
onderzee-er
C
onderzeeër

Slide 28 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
operatieassistent
B
operatie-assistent
C
operatieässistent

Slide 29 - Quiz