What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H6.2 Het gaat om de winst!
H6.2 Het gaat om de winst!
- Brutowinstopslag
- Rekenen met BTW
- Afzet en omzet
- Brutowinst en nettoresultaat
1 / 10
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
This lesson contains
10 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
H6.2 Het gaat om de winst!
- Brutowinstopslag
- Rekenen met BTW
- Afzet en omzet
- Brutowinst en nettoresultaat
Slide 1 - Slide
Deze les...
Pak alleen pen en papier en een rekenmachine
Veel oefenen met de rekenopgaven, maak aantekeningen!
Per vraag heb je 2 minuten om uit te rekenen en je BEREKENIG OP TE SCHRIJVEN, daarna bespreken we dit klassikaal.
Slide 2 - Slide
Verkoopprijs
Het bedrag dat je bij de inkoopprijs optelt -> brutowinstopslag
Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag
Je koopt schoenen in voor € 45 en verkoopt ze met een brutowinstopslag van 95%. Wat is de verkoopprijs?
(tabel of in formule 1% uitrekenen)
Slide 3 - Slide
Verkoopprijs
Je koopt schoenen in voor € 45 en verkoopt ze met een brutowinstopslag van 95%. Wat is de verkoopprijs?
Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag
a) 45 : 100 x 95 = 42,75 -> 45 + 42,75 = € 87,75
b) 45 : 100 x 195 = € 87,75
Slide 4 - Slide
BTW
belasting toegevoegde waarde -> afdragen aan de overheid
21 % of 9%
consumentenprijs = verkoopprijs + btw
De verkoopprijs van de schoenen is € 87,75. Wat is de consumentenprijs inclusief btw?
Slide 5 - Slide
BTW
De verkoopprijs van de schoenen is € 87,75. Wat is de consumentenprijs inclusief btw?
consumentenprijs = verkoopprijs + btw
a) 87,75 : 100 x 21 = 18,4275 -> 87,75 + 18,4275 = € 106,18
b) 87,75 : 100 x 121 = € 106,18
Slide 6 - Slide
Wat is het btw-bedrag?
De consumentenprijs (dus incl. btw) is € 245,-.
A) Wat is het btw-bedrag als er 9% btw op dit product zit?
B) Wat is het btw-bedrag als er 21% btw op dit product zit?
A) 245 : 109 x 9 = € 20,23
B) 245 : 121 x 21 = € 42,52
Slide 7 - Slide
Omzet
afzet = aantal producten dat wordt verkocht
omzet = totaalbedrag dat je ontvangt door producten te verkopen
Omzet = afzet x verkoopprijs
Je verkoopt 28 schoenen voor € 106,18. Wat is de omzet?
omzet = 28 x 106,18 = € 2.229,78
Slide 8 - Slide
Brutowinst en nettoresultaat
brutowinst -> met een deel van de omzet kun je inkoop betalen
Brutowinst = omzet - inkoopwaarde
nettoresultaat -> met de brutowinst betaal je bedrijfskosten
Nettoresultaat = brutowinst - bedrijfskosten
Omzet is €2.229,78. de inkoopwaarde is €1260,- en bedrijfskosten zijn €430,-. Bereken bruto- en nettowinst.
Slide 9 - Slide
Rest van de tijd
Maken opgaves 6.2
-> huiswerk voor dinsdag!
niet af-> donderdag nakomen
Slide 10 - Slide
More lessons like this
H6.2
February 2023
- Lesson with
31 slides
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
6.3 Hoe maak je winst?
December 2018
- Lesson with
28 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
leerjaar 4 economie Hst 3 paragraaf 3 Wat wordt de prijs?
November 2018
- Lesson with
14 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
6.3 Winst of verlies?
November 2018
- Lesson with
26 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
Leerjaar 3 Hst 5 les 3
March 2020
- Lesson with
17 slides
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Commercieel H4 | Hoe bepaal je de prijs van artikelen? deel 1
August 2020
- Lesson with
19 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
3.3 Wat betaalt de consument?
August 2018
- Lesson with
35 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
21/22 testen kennis H7 en 8 uit de reader (versie 2)
February 2023
- Lesson with
40 slides
Retail
MBO
Studiejaar 2