Kapitel 3 Lektion 1B 1e+4e naamval zinsontleding

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Hallo Leute! 

• Setzt euch bitte (ga zitten)
• Handy in Telefontasche
• Schulsachen auf dem Tisch (Buch, Heft, Laptop)
• Laptop geschlossen
• Rucksack auf dem Boden

Was machen wir heute?

- Rückblick + Wiederholung/

Hausaufgaben  10

- Grammatik 'naamvallen' 10  

- Aufgaben machen 20

- Evaluieren + Vorausblick 5

Kapitel 3 : Wien

Wien, essen & trinken, Einkäufe machen

Am Ende dieser Stunde: 

- kan ik benoemen wat naamvallen zijn en waarom ze gebruikt worden

- kan ik de 1e en 4e naamval in een zin vinden

- ik ken verschillende manieren van groeten in Oostenrijk

- ik ken een aantal wetenswaardigheden over Wenen

Die Hausaufgaben

Welche Zutaten gehören zu Kaiserschmarren?

Pfannkuchen esse ich gerne mit ........

Trinkst du jeden Morgen ......?

Für die Schokoladentorte braucht sie Salz und .......

Wir essen ein Croissant mit Butter und ......

Kaiserschmarren wird in.........viel gegessen.

Mehl

Österreich

Zucker

Marmelade

Milch

Meine Mutter backt heute......

1. Marmelade
2. Pfannkuchen
3. Mehl
4. Salz

Was sind die Zutaten von Kaiserschmarren?

1. Pfannkuchen, Salz
2. Milch, Mehl
3. Zucker, Schokolade
4. Öl, Zucker

Grammatik: Was sind 'naamvallen'?

De man geeft de vrouw een kus.

Der Mann gibt der Frau einen Kuss.

Der Mann gibt die Frau ein Kuss.

Geen naamvallen? Zin onbegrijpelijk?!

Der Mann gibt der Frau einen Kuss.

2 manieren: 1e= ontleden

• Wat is het onderwerp? 
• Der Mann = 1e naamval
• Wat is het meewerkend voorwerp?
• der Frau = 3e naamval
• Wat is het lijdend voorwerp?
• einen Kuss = 4e naamval

• 2e naamval pas in bovenbouw

Der Mann gibt der Frau einen Kuss.

2e= HIJ / AAN HEM / HEM regel

• Welk zinsdeel kun je vervangen door HIJ?
• Der Mann = 1e naamval
• Welk zinsdeel kun je vervangen door AAN HEM?
• der Frau = 3e naamval
• Welk zinsdeel kun je vervangen door HEM?
• einen Kuss = 4e naamval
• Welke regel vind jij het handigst?

Wir machen zusammen Aufgabe 8

Gruppe 1: selbst Aufgabe 9+10 machen

Gruppe 2: zusammen mit Dozentin Aufgabe 9+10

Was?	L1 Aufgabe 9+10	S. 103/104
Wie?	im Buch alleine oder zu zweit 10 min stil 5 min overleggen
Wie lange?	15 Min
Hilfe (hulp)?	Grammatik A	S. 102
Fertig (klaar)?	Aufgabe 7 Text Wien lesen Extra opdracht: zoek nog 2 wetenwaardigheden (internet) over Wenen die niet in de tekst staan	S. 101
Hausaufgaben

Selbstständig an die Arbeit!

Waarom gebruiken we naamvallen?

Hoe kun je de 1e +4e naamval vinden?

Hoe heb je gewerkt deze les?

zelfstandig of samen met docent?

Hoe ging dat?

Wat vond je van deze les?

Top:

Tip:

Nächste Stunde

Dienstag: toetsen inzien + uitleg schrijftoets

Mittwoch, 10. April kein Deutschunterricht

Donnerstag: oefenen schrijftoets

So grüßen die Österreicher

Müll bitte ins Mülleimer werfen

Warten bis es klingelt

Stuhl unter den Tisch 

Danke schön !

Hoe weet je nu welke uitgang achter het lidwoord komt (dus welke naamval je moet gebruiken?)

Schau mit in deinem Buch auf S. 104/105:

Stufenplan (stappenplan) 

Der-Gruppe (schema A)

Ein-Gruppe (schema B)

Wir machen zusammen Aufgabe 11, 12

Gruppe 1: selbst Aufgabe 13 machen

Gruppe 2: zusammen mit Dozent Aufgabe 13

Fertig? Aufgabe 14,15,16 (= Hausaufgaben)

Hausaufgaben machen

Machen K1 L1 Aufgabe 14,15,16

Lernen: Wiederholen Wörter Lernbox 1