Het persoonlijk voornaamwoord als lv/mv

1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welke persoonlijke voornaamwoorden kun je gebruiken ter vervanging van het lijdend voorwerp?
A
me, te, le, la, nous ,vous , les
B
je, tu, il, elle, nous, vous, ils, elles
C
me ,te, lui, nous,vous, leur
D
me, te, le, lui, nous, vous les, leur

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Tu appelles Monsieur X.
Paul donne les livres à son père.
Je vais parler à Sophie.
Paul donne les livres à son père.
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp

Slide 13 - Drag question

Geef antwoord op de vraag en vervang daarbij het pers. vnw. als meewerkend voorwerp:
2. Tu vas parler à Sophie? Oui, je...

Slide 14 - Open question

Geef antwoord op de vraag en vervang daarbij het pers. vnw. als lijdend voorwerp:
3. Paul donne les livres à son père? Oui, il...

Slide 15 - Open question

Geef antwoord op de vraag en vervang daarbij het pers. vnw. als meewerkend voorwerp:
4. Paul a donné les livres à son père? Oui, il...

Slide 16 - Open question

Tu as apporté le pain? Non, je ___________ ai oublié!
A
le
B
la
C
l'
D
lui

Slide 17 - Quiz

Tu as donné le cadeau à ta mère? Oui je ____ ai donné le cadeau.
A
le
B
la
C
l'
D
lui

Slide 18 - Quiz

Tu vois la fille la-bàs? Oui je _____ vois!
A
le
B
la
C
l'
D
lui

Slide 19 - Quiz