Regeling, Waarneming & Gedrag - Review

REGELING van processen in het lichaam

Hormoonstelsel -->
regelt allerlei langzame en langdurige processen in het lichaam

Zenuwstelsel -->
regelt allerlei snelle en kortstondige processen in het lichaam
1 / 46
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

REGELING van processen in het lichaam

Hormoonstelsel -->
regelt allerlei langzame en langdurige processen in het lichaam

Zenuwstelsel -->
regelt allerlei snelle en kortstondige processen in het lichaam

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

 Het hormoonstelsel
Hormoonstelsel

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hormoonstelsel

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Link

This item has no instructions

Alvleesklier
Glucose
Glycogeen
Insuline
Glucagon
Bloedsuikerpsiegel gaat omlaag
Bloedsuikerpsiegel gaat omhoog
Lever

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Zenuwstelsel
Hormoonstelsel
Langzame 
Zenuwstelsel
Hormoonstelsel
Basisstoffen
1 t/m 5
6 t/m 8
Signalen:
Impulsen
Hormonen
Doorgegeven via:
Zenuwcellen
Bloed
Snelheid
Snel
Langzaam
Duur
Kort
Lang
Verschil zenuwstelsel - hormoonstelsel

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen:
Zenuwstelsel

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Zenuwstelsel
Centraal zenuwstelsel

Perifere zenuwstelsel

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Centraal Zenuwstelsel
Grote hersenen: 
bewustzijn, zintuiglijke waarneming
en bewuste bewegingen
Kleine hersenen: 
coördinatie van bewegingen
Hersenstam
verbinding tussen grote hersenen en ruggenmerg functie bij reflexen in hoofd- en halsgebied
Ruggenmerg: 
verbinding van organen met hersenen
 functie bij reflexen van romp en ledematen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Prikkels van buiten  -->
Impulsen lopen over de zenuwen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Bouw van zenuwcel:
Dendrieten - Cellichaam - Axon
Gevoelszenuwcel
(Sensorische ZC)
Bewegingszenuwcel
(Motorische ZC)
Schakelzenuwcel

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

1) Impuls naar hersenen toe

2) Verwerking in hersenen

3) Impuls terug

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Ruggenmerg

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Reflexboog

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Bekijk de afbeelding
Is dit een bewuste reactie
of een reflex?
A
Bewuste reactie
B
Reflex

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Dendriet
Cellichaam
Kern
Axon
Myelineschede
Synaps

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen een prikkel en een impuls? (kies 2 antwoorden)
A
Een prikkel is informatie uit de omgeving
B
Een impuls is informatie uit de omgeving
C
Een prikkel is een elektrisch stroompje
D
Een impuls is een elektrisch stroompje

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welke type zenuw cel ligt volledig in het centrale zenuwstelsel?
A
Sensorische zenuwcellen
B
Schakel zenuwcellen
C
Motorische zenuwcellen

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Welke soort
zenuwcel bevindt bij 1?
A
Sensorische zenuwcel
B
Motorische zenuwcel
C
Schakelcel
D
Zowel sensorisch als motorisch

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Waarneming & Gedrag

Review

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wat is een adequate prikkel?
Wat is een adequate prikkel
A
Invloed van buitenaf voor een bepaald zintuig
B
Hetzelfde als een impuls
C
Een signaal van zintuig naar hersenen
D
Meerdere prikkels bij elkaar

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions


Tot welke groep receptoren behoort een smaakzintuigcel?

Receptoren
A
Tot de groep van de chemische receptoren.
B
Tot de groep van de lichtreceptoren.
C
Tot de groep van de mechanische receptoren.
D
Tot de groep van de pijnreceptoren.

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Welke lichtgevoelige zintuigcellen hebben een lage drempelwaarde?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Wordt de drempelwaarde van een zintuig hoger of lager wanneer gewenning optreedt?
Leg je antwoord uit.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Een lichtstraal valt op het oog.

Zet de onderstaande onderdelen van het oog, waar deze lichtstraal achtereenvolgens doorheen gaat, in de juiste volgorde.

Lens
Hoornvlies
Glasachtig lichaam
Netvlies
Oogkamer

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

Harde oogvlies
Netvlies
Vaatvlies

Vangt lichtprikkels op
Beschermt alles wat binnenin het oog zit
Hierin zitten de bloedvaatjes die stoffen vervoeren die het oog nodig heeft

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Welke spiertjes in de iris trekken samen bij te weinig licht? Leg uit.

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Waarom krijgt iemand die verziend is zonder bril hoofdpijn, maar iemand die bijziend is niet?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Gedrag is........
A
Een reactie(respons) op een prikkel
B
Een reactie(respons) op een impuls

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wat is GEEN gedrag.
A
Leerling slaapt in de les.
B
Een vleesetende plant vangt een vlieg
C
Hond rolt in het gras.
D
Vogel zit stil op een tak.

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Wat is dit voor
gedrag
A
territoriumgedrag
B
broedzorg
C
baltsgedrag
D
imponeergedrag

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de motivatie van een Gnoe om weg te rennen van een leeuw?

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Is het gedrag aangeleerd door imitatie, gewenning, trial-and-error of is het aangeboren?

slikken
A
imitatie
B
gewenning
C
trial-and-error
D
aangeboren

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Is het gedrag aangeleerd door imitatie, gewenning, trial-and-error of is het aangeboren?

muggen doodslaan
A
imitatie
B
gewenning
C
trial-and-error
D
aangeboren

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Je ringtone is een toeter van een auto. Als een echte auto toetert heb je de neiging om je telefoon te pakken.
A
Inprenting
B
Conditionering
C
Imitatie
D
Gewenning

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Met welke term uit de ethologie zou je het gedrag van de watervlooien kunnen omschrijven als zij op willekeurige wijze op zoek zouden gaan naar plekken met een hogere zuurstofconcentratie?
A
Gewenning
B
Inzicht
C
Aangeleerd gedrag
D
Trial and error

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Politiepaarden worden getraind met vuur en harde knallen. Hierdoor schrikken ze niet meer
A
Conditionering
B
Imitatie
C
Gewenning
D
Inprenting

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions


Is dit sociaal gedrag? Leg uit

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

Twee katers die hevig naar elkaar dreigen, gaan plotseling beide hun vacht schoonlikken.

Hoe heet het gedrag dat de katten dan vertonen?

A
imponeergedrag
B
overspronggedrag
C
omgericht gedrag
D
ambivalent gedrag

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Iemand is kwaad op een ander persoon. Hij slaat op tafel in plaats van de persoon in zijn gezicht. Dit is een voorbeeld van ambivalent gedrag.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quiz

Onjuist, de persoon richt zijn woede op iets anders, wat past bij omgericht gedrag.

Een wolf verdedigt zijn territorium door te dreigen en toch weer terug te trekken
A
Ambivalent gedrag
B
Omgericht gedrag
C
Overspronggedrag
D
Agressief gedrag

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Dit is een voorbeeld van..
A
Ambivalent gedrag
B
Omgericht gedrag
C
Overspronggedrag
D
Baltsgedrag

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Een hond bijt bij het uitlaten steeds in zijn riem. Dit is een voorbeeld van
A
ambivalent gedrag
B
omgericht gedrag
C
overspronggedrag

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions