This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 6
6.3 Horigen en ridders
6.3.2 Het leven van boeren op een domein
Slide 1 - Slide
Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 2 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen hoe edelen hun grondgebied organiseerden en bestuurden, en hoe het leven van de boeren er uit zag.
Slide 3 - Slide
Onrustige tijden in Europa
Na de val van het Romeinse Rijk werd het erg onveilig: het Romeinse leger en de beveiliging bij de grens was weg.
Handel en geldverkeer kwam stil te liggen.
Stadsbewoners trokken naar het platteland om als boer te gaan werken.
Ze werden autarkisch
Autarkie= Zelfvoorzienende landbouw
Slide 4 - Slide
Hofstelsel
Een dorp met landbouwgrond heette een domein
De heer, bijvoorbeeld een ridder, was de baas van een domein: alle grond was van hem.
Hij woonde soms in een donjon, een soort kasteel en soms in een vroonhof, de grote boerderij van de heer in het dorp
Slide 5 - Slide
Hofstelsel
Boeren werden horigen genoemd.
Horigen mochten de akkers bewerken om voor hun eigen voedsel te zorgen, daarvoor betaalden horigen pacht aan de heer in de vorm van een deel van de opbrengst van de grond.
Verder moesten horigen gratis herendiensten verrichten op het land van de heer
Herendiensten= Klussen die voor de heer gedaan werden
Pacht= De 'huur' van het land van de heer
Horigen= Boeren die verplicht woonden en werkten op een stuk land dat eigendom was van een heer
Slide 6 - Slide
Is het Hofstelsel hetzelfde als het Leenstelsel?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quiz
Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.
Slide 8 - Slide
Het drieslagstelsel
Als landbouwgrond elk jaar wordt gebruikt, dan wordt de grond onvruchtbaar, waardoor de oogst steeds minder werd.
Met het drieslagstelsel werd de grond verdeeld in drie stukken,
waarbij elk jaar één stuk grond niet gebruikt werd (braak).
Hierdoor kon de grond herstellen en werd de opbrengst hoger.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Braak
🐄
Zomergraan
🏖
Hoe werkt het drieslagstelsel?
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Wintergraan
☃️
Zomergraan
🏖
Braak
🐄
Wintergraan
☃️
Braak
🐄
Wintergraan
☃️
Zomergraan
🏖
Slide 11 - Slide
Veel plichten,
weinig rechten
Iedereen op het domein van de heer hoorde bij het domein
De boeren waren horigen van de heer: ze moesten gehoorzaam zijn
Om op de grond van de heer te kunnen wonen, moest je pacht betalen.
De horigen waren ook verplicht om herendiensten, klusjes, te doen.
Een horige moest overal toestemming voor vragen, ook om te trouwen
Een gevluchte horige was na een jaar en een dag een vrije boer.
Slide 12 - Slide
Teken het drieslagstelsel
Teken op een papiertje hoe het drieslagstelsel werkt. Ik ga aan een aantal leerlingen vragen om mij het drieslagstelsel uit te leggen.