What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spreiding, tellen en kans
Spreiden, tellen en kans
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Spreiden, tellen en kans
Slide 1 - Slide
In deze les leer je....
... wat bedoeld wordt met spreiding
... wat spreidingsbreedte is
...wat kwartielafstand is
...werken met boxplots
...telproblemen oplossen
...kansen berekenen
Slide 2 - Slide
Weet je nog:
centrummaten
Modus
De waarneming die het vaakst voorkomt
Mediaan
het middelste getal als alle getallen van klein naar groot staan
Gemiddelde
alle getallen bij elkaar opgeteld, gedeeld door het aantal getallen
Slide 3 - Slide
Weet je nog:
gemiddelde bij een frequentietabel
De totale frequentie = 18+14+9+11+6+6=64 dagen
absulute frequentie = hoe vaak komt het echt voor
relatieve frequentie = hoe vaak komt het procentueel voor
gemiddelde = (18x3+14x4+9x5+11x6+6x7+6x8) : 64 (de totale frequentie)
Slide 4 - Slide
Weet je nog:
modus en mediaan bij een frequentietabel
Modus
de frequentie die het meest voorkomt: 3 (want dat komt 18 keer voor)
Mediaan
er zijn 64 getallen, de mediaan ligt tussen het 32ste en 33ste getal in.
het 32e getal is 4, het 33e getal ook. De mediaan is dus 4
1
-
18
19
-
33
34
-
43
Slide 5 - Slide
Spreidingsmaten
Q1
Eerste kwartiel: de mediaan van de eerste helft van de serie getallen
Mediaan
Middelste getal (of het gemiddelde van de middelste twee getallen) van een serie getallen die op volgorde van klein naar groot staan
Q3
Derde kwartiel: de mediaan van de tweede helft van de serie getallen
Spreidingsbreedte
grootste getal - kleinste getal
Kwartielafstand
Q3 - Q1
Slide 6 - Slide
Q1, mediaan,Q3
Slide 7 - Slide
Spreidingsmaten
26, 32, 54, 62, 67, 70, 38, 51, 62, 58
op volgorde zetten van klein naar groot
1
mediaan berekenen (5e +6e getal gedeeld door 2)
2
Q1 berekenen (3e getal)
3
Q3 berekenen (8e getal)
4
Bereken de mediaan, Q1 en Q3, spreidingsbreedte en kwartielafstand:
Slide 8 - Slide
Spreidingsmaten
26, 32, 54, 62, 67, 70, 38, 51, 62, 58
op volgorde zetten van klein naar groot
1
26, 32, 38, 51, 54, 58, 62, 62, 67, 70
mediaan berekenen (5e +6e getal gedeeld door 2)
2
Q1 berekenen (3e getal)
3
Q3 berekenen (8e getal)
4
Bereken de mediaan, Q1 en Q3, spreidingsbreedte en kwartielafstand:
Slide 9 - Slide
Spreidingsmaten
26, 32, 54, 62, 67, 70, 38, 51, 62, 58
op volgorde zetten van klein naar groot
1
26, 32, 38, 51, 54, 58, 62, 62, 67, 70
mediaan berekenen (5e +6e getal gedeeld door 2)
2
m
e
d
i
a
a
n
:
2
5
4
+
5
8
=
5
6
Q1 berekenen (3e getal)
3
Q3 berekenen (8e getal)
4
Bereken de mediaan, Q1 en Q3, spreidingsbreedte en kwartielafstand:
Slide 10 - Slide
Spreidingsmaten
26, 32, 54, 62, 67, 70, 38, 51, 62, 58
op volgorde zetten van klein naar groot
1
26, 32, 38, 51, 54, 58, 62, 62, 67, 70
mediaan berekenen (5e +6e getal gedeeld door 2)
2
m
e
d
i
a
a
n
:
2
5
4
+
5
8
=
5
6
Q1 berekenen (3e getal)
3
Q1 = 38
Q3 berekenen (8e getal)
4
Bereken de mediaan, Q1 en Q3, spreidingsbreedte en kwartielafstand:
Slide 11 - Slide
Spreidingsmaten
26, 32, 54, 62, 67, 70, 38, 51, 62, 58
op volgorde zetten van klein naar groot
1
26, 32, 38, 51, 54, 58, 62, 62, 67, 70
mediaan berekenen (5e +6e getal gedeeld door 2)
2
m
e
d
i
a
a
n
:
2
5
4
+
5
8
=
5
6
Q1 berekenen (3e getal)
3
Q1 = 38
Q3 berekenen (8e getal)
4
Q3 = 62
Bereken de mediaan, Q1 en Q3, spreidingsbreedte en kwartielafstand:
Slide 12 - Slide
Spreidingsmaten
26, 32, 54, 62, 67, 70, 38, 51, 62, 58
op volgorde zetten van klein naar groot
1
26, 32, 38, 51, 54, 58, 62, 62, 67, 70
mediaan berekenen (5e +6e getal gedeeld door 2)
2
m
e
d
i
a
a
n
:
2
5
4
+
5
8
=
5
6
Q1 berekenen (3e getal)
3
Q1 = 38
Q3 berekenen (8e getal)
4
Q3 = 62
Bereken de mediaan, Q1 en Q3, spreidingsbreedte en kwartielafstand:
spreidingsbreedte:
70-26=44
Kwartielafstand:
62-38=24
Slide 13 - Slide
Boxplot
Een boxplot is een manier om een overzicht te geven van een serie getallen.
Slide 14 - Slide
Boxplot
Maak een boxplot bij deze frequentietabel
1
2
4
5
3
6
Slide 15 - Slide
Boxplot
Maak een boxplot bij deze frequentietabel
kleinste getal: 2
1
2
4
5
3
mediaan: totale frequentie 75, mediaan is het 38e getal dus 4
Q1: mediaan eerste deel, het 19e getal dus 3
Q3: mediaan tweede deel, het 57e getal dus 7
grootste getal: 9
6
Slide 16 - Slide
Boxplot
Maak een boxplot bij deze frequentietabel
kleinste getal: 2
1
2
4
5
3
mediaan: totale frequentie 75, mediaan is het 38e getal dus 4
Q1: mediaan eerste deel, het 19e getal dus 3
Q3: mediaan tweede deel, het 57e getal dus 7
grootste getal: 9
6
Slide 17 - Slide
Aflezen uit een boxplot
Uit een boxplot kan je een aantal dingen aflezen:
De kleinste waarde (€8 zakgeld is het minst)
De grootste waarde (€42 zakgeld is het meest)
25% krijgt minder dan €14, 75% meer dan €14
50% krijgt minder dan €20 zakgeld en 50% meer dan € 20
75% krijgt minder dan €26, 25% meer dan €26
Slide 18 - Slide
Aflezen uit een boxplot
Uit een boxplot kan je een aantal dingen aflezen:
De kleinste waarde (€8 zakgeld is het minst)
De grootste waarde (€42 zakgeld is het meest)
25% krijgt minder dan €14, 75% meer dan €14
50% krijgt minder dan €20 zakgeld en 50% meer dan € 20
75% krijgt minder dan €26, 25% meer dan €26
Slide 19 - Slide
Boomdiagram en Wegendiagram
Als je de keuze hebt tussen 2 voorgerechten, 3 hoofdgerechten en 4 toetjes, kan je dat schematisch op meerdere manieren weergeven.
Met een boomdiagram heb je direct een overzicht van alle mogelijkheden
Bij een wegendiagram zijn de mogelijkheden overzichtelijker weergegeven
Slide 20 - Slide
Boomdiagram en Wegendiagram
Als je de keuze hebt tussen 2 voorgerechten, 3 hoofdgerechten en 4 toetjes, kan je dat schematisch op meerdere manieren weergeven.
BIj een boomdiagram kan je tellen hoeveel mogelijke combinaties er zijn door de laatste kolom te tellen
Bij een wegendiagram kan je de mogelijke combinaties berekenen door het aantal bogen met elkaar te vermenigvuldigen.
Slide 21 - Slide
Vermenigvuldigingsregel
De vermenigvuldigingsregel gebruik je bij gecombineerde handelingen
dus bijvoorbeeld een menu in een restaurant,
Je neemt een voorgerecht én een hoofdgerecht én een nagerecht
Slide 22 - Slide
Vermenigvuldigingsregel
Hoeveel
Hoeveel getallen zijn
in totaal mogelijk?
Hoeveel even getallen zijn mogelijk?
Hoeveel getallen kleiner dat 400 zijn mogelijk?
Bij I 6 getallen, bij II 4 getallen, bij III 3 getallen
6 x 4 x 3= 72
Bij I 6 getallen, bij II 4 getallen, bij III 2 getallen
6 x 4 x 2 =48
Bij I 3 getallen, bij II 4 getallen, bij III 3 getallen
3 x 4 x 3 =36
Slide 23 - Slide
Vermenigvuldigingsregel
Hoeveel
Hoeveel getallen zijn
in totaal mogelijk?
Hoeveel even getallen zijn mogelijk?
Hoeveel getallen kleiner dat 400 zijn mogelijk?
Bij I 6 getallen, bij II 4 getallen, bij III 3 getallen
6 x 4 x 3= 72
Bij I 6 getallen, bij II 4 getallen, bij III 1 getallen
6 x 4 x 2 =48
Bij I 3 getallen, bij II 4 getallen, bij III 3 getallen
3 x 4 x 3 =36
Slide 24 - Slide
Tellen zonder herhaling
Als er een groepje van 8 personen is waarbij iemand gekozen wordt als voorzitter, iemand als secretaris en iemand als penningmeester.
De mogelijke combinaties: 8x7x6 = 336
Dus er zijn 336 combinaties mogelijk
Slide 25 - Slide
Tellen met herhaling
Nummerborden bestaan uit 2 cijfers - 2 letters - 2 letters
de vijf klinkers (aeiou) worden niet gebruikt
(bv: 12 - wr - tq)
alle mogelijke combinaties zijn
10 x 10 x 21 x 21 x 21 x 21 = 19 448 100
dus er zijn 19 448 100 combinaties mogelijk
Slide 26 - Slide
Tellen met en zonder herhaling
Nummerborden bestaan uit 2 cijfers - 2 letters - 2 letters
de vijf klinkers worden niet gebruikt. Als letters en cijfers maar 1 keer gebruikt mogen worden zijn de mogelijke combinaties:
10 x 9 x 21 x 20 x 19 x 18 =12 927 600
dus er zijn 12 927 600 combinaties mogelijk
Slide 27 - Slide
Kans
De kans dat je 9 gooit is:
P
(
s
o
m
i
s
9
)
=
a
a
n
t
a
l
m
o
g
e
l
i
j
k
e
u
i
t
k
o
m
s
t
e
n
a
a
n
t
a
l
g
u
n
s
t
i
g
e
u
i
t
k
o
m
s
t
e
n
=
3
6
4
=
9
1
P
(
s
o
m
i
s
l
a
g
e
r
d
a
n
6
)
=
a
a
n
t
a
l
m
o
g
e
l
i
j
k
e
u
i
t
k
o
m
s
t
e
n
a
a
n
t
a
l
g
u
n
s
t
i
g
e
u
i
t
k
o
m
s
t
e
n
=
3
6
1
0
=
1
8
5
De kans dat je minder dan 6 gooit is:
Slide 28 - Slide
Wat heb je in deze les geleerd?
Slide 29 - Open question
Wat vind je nog lastig aan dit onderwerp?
Slide 30 - Open question
More lessons like this
Hoofdstuk 9 toetsvoorbereiding
April 2024
- Lesson with
48 slides
Wiskunde
WO
Studiejaar 3
Spreiding, tellen en kans
15 days ago
- Lesson with
31 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
H2.1 Frequentieverdelingenen_ VAVO 4
August 2021
- Lesson with
45 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 4
les 3 paragraaf 6.4 (goeie)
September 2022
- Lesson with
39 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
V-3 hfst 5 statistiek
October 2020
- Lesson with
52 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Spreidingsmaten en boxplot
December 2019
- Lesson with
15 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H4.3 Centrumaten en H4.4 Boxplot
February 2024
- Lesson with
33 slides
Wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
havo 3 9.2
June 2020
- Lesson with
24 slides
wiskunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 3