Oefentoets H1

De windkant van een gebergte met veel neerslag.
A
lijzijde
B
loefzijde
1 / 47
next
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De windkant van een gebergte met veel neerslag.
A
lijzijde
B
loefzijde

Slide 1 - Quiz

hoog gebergte
hoog vlakte
jong gebergte
oud gebergte
laag vlakte
Vlak of zacht golvend gebied dat meer dan 500 m hoog ligt.
Gebergte met hoge toppen, scherpe bergkammen en diepe dalen; minder dan 65 miljoen jaar oud.
Gebied zonder hoogteverschillen dat lager ligt dan 500 m.
Gebergte met afgeronde toppen en ondiepe dalen; ouder dan 65 miljoen jaar.
Gebied met bergen die hoger zijn dan 1.500 m.

Slide 2 - Drag question

hogedrukgebied is....
A
Gebied met een teveel aan lucht waar lucht wegstroomt over het aardoppervlak en wordt aangevuld met dalende lucht van boven: blauwe luchten en zon.
B
Gebied met een tekort aan lucht waar lucht toestroomt over het aardoppervlak en gaat stijgen: wolken en neerslag.

Slide 3 - Quiz

land klimaat
Middellandse Zeeklimaat
steppe klimaat
woestijn klimaat
zee klimaat
Klimaat met in de koudste maand een gemiddelde dagtemperatuur die lager is dan –3 °C en in de warmste maand hoger dan +10 °C.
Droog klimaat met 250 tot 500 mm neerslag per jaar.
Zeeklimaat met hete, droge zomers en vochtige, zachte winters.
Droog klimaat met minder dan 250 mm neerslag per jaar.
Klimaat met een matigende invloed van de zee op de temperatuur (’s zomers koeler, ’s winters zachter) en het hele jaar neerslag.

Slide 4 - Drag question

Schaal om de windkracht van orkanen aan te geven.
A
schaal van Saffir-Simpson
B
schaal van Beaufort

Slide 5 - Quiz


De stad in het gele vlak heet
A
San Francisco
B
Chicago
C
New York
D
Washington

Slide 6 - Quiz


De stad in het gele vlak heet
A
San Francisco
B
Las vegas
C
New York
D
Los Angeles

Slide 7 - Quiz


De stad in het gele vlak heet
A
Tampa
B
Las vegas
C
Boston
D
New York

Slide 8 - Quiz

Sleep de klimaten naar de juiste plek
Zeeklimaat
Hooggebergteklimaat
Mediterraanklimaat
Woestijnklimaat
Landklimaat
Steppeklimaat
Savanne klimaat
Zeeklimaat

Slide 9 - Drag question

Sleep de klimaatgrafieken naar de juist plek op de kaart

Slide 10 - Drag question

Sleep de vormen van neerslag naar de juiste plek.
Stijgingsneerslag
Stuwingsneerslag
Frontale neerslag

Slide 11 - Drag question

Welk klimaat hoort bij de afbeelding. Sleep de klimaatgrafiek naar de afbeelding. De andere drie klimaatgrafieken laat je staan.

Slide 12 - Drag question

Welk klimaat hoort bij de afbeelding. Sleep de klimaatgrafiek naar de afbeelding. De andere drie klimaatgrafieken laat je staan.

Slide 13 - Drag question

Welk klimaat hoort bij de afbeelding. Sleep de klimaatgrafiek naar de afbeelding. De andere drie klimaatgrafieken laat je staan.

Slide 14 - Drag question

De stad Chicago heeft
A
een landklimaat met warme zomers en koude winters
B
een landklimaat met koele zomers en zachte winters
C
een zeeklimaat met warme zomers en koude winters
D
een zeeklimaat met koele zomers en zachte winters

Slide 15 - Quiz

CBD
Centrale stad
Suburb

Slide 16 - Drag question

Iemand die ergens anders gaat werken vanwege gebrek aan werk en geld in zijn eigen gebied.
A
arbeidsmigrant
B
kennismigrant

Slide 17 - Quiz

De belangrijkste stad van een agglomeratie.
A
re-urbanisatie
B
agglomeratie
C
centrale stad
D
urban sprawl

Slide 18 - Quiz

Bedrijven die veel halffabricaten gebruiken.
A
lichte industrie
B
zware industrie

Slide 19 - Quiz

Verhuizen naar een ander land.
A
binnenlandse migratie
B
buitenlandse migratie

Slide 20 - Quiz

Bevolkingsgroei of bevolkingsafname door het aantal geboorten min het aantal sterftes.
A
natuurlijke bevolkingsgroei
B
sociale bevolkingsgroei

Slide 21 - Quiz

Reden die een gebied aantrekkelijk maakt voor migranten.
A
pushfactor / afstotingsfactor
B
pullfactor / aantrekkingsfactor

Slide 22 - Quiz

Iemand die vanwege oorlog, godsdienst, etnische groep, nationaliteit, seksuele geaardheid of meningsuiting vlucht uit zijn land.
A
arbeidsmigrant
B
selectieve migratie
C
vluchteling
D
westerse migratieachtergrond

Slide 23 - Quiz

Wanneer er meer mensen zich vestigen in een gebied dan dat er mensen vertrekken.
A
vestigingsoverschot
B
vertrekoverschot

Slide 24 - Quiz

regenschaduw
re-urbanisatie
stedelijke vernieuwing
stuwingsregen
suburbanisatie
De lijzijde van een berg, waar de dalende en warme lucht weinig of geen neerslag brengt.
Neerslag die ontstaat door stijgende lucht tegen een gebergte.
De verstedelijking van het platteland door migratie vanuit de stad.
Bevolkingsgroei in een stad na een periode van suburbanisatie.
Het vernieuwen van woonwijken in de stad zodat de leefbaarheid sterk verbetert.

Slide 25 - Drag question

In de rode stadsdelen
wonen vooral
A
blanke mensen
B
Afro-Amerikanen
C
Hispanics
D
Anglo-Amerikanen

Slide 26 - Quiz

Urbanisatie van Chicago begon vanaf
A
1900
B
1960
C
1980
D
2000

Slide 27 - Quiz

Suburbanisatie kwam in de VS op gang vanaf
A
1900
B
1960
C
1980
D
2000

Slide 28 - Quiz

Re-urbanisatie kwam op gang na de stedelijke vernieuwing van downtown Chicago vanaf
A
1900
B
1960
C
1980
D
2000

Slide 29 - Quiz

In Chicago is sprake van zowel maatschappelijke als ruimtelijke segregatie
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quiz

In de VS is er een grote urban sprawl
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quiz

In de suburbs wonen vooral
A
Anglo-Amerikanen
B
Hispanics
C
Afro-Amerikanen
D
alle groepen wonen er in ongeveer gelijke mate

Slide 32 - Quiz

Rond 1990 was downtown Chicago
A
een fijne plaats om te wonen (stadsvernieuwing met renovatie)
B
geen fijne plaats om te wonen (vervallen huizen en leegstand)

Slide 33 - Quiz

In de 'Loop' (downtown) wonen vooral
A
gezinnen met kinderen
B
studenten en jonge hoogopgeleide mensen
C
Afro-Ameriklan
D
oudere mensen

Slide 34 - Quiz

Gentrificatie vindt plaats
A
in de buitenste delen van de suburbs
B
in de centrale stad
C
in de 1e ring suburbs
D
Rondom down town

Slide 35 - Quiz

Een nadeel van gentrifactie is
A
dat de huizen te duur worden voor de oorspronkelijke bewoners
B
dat de wijk erg achteruitgaat en woningen vervallen
C
dat de segregatie steeds verder toeneemt

Slide 36 - Quiz

In downtown is er tegenwoordig sprake van bevolkingsgroei
A
juist
B
onjuist

Slide 37 - Quiz

4

Slide 38 - Video

00:38
Dit filmpje gaat over:
A
emigranten
B
Buitenlandse migratie
C
Binnenlandse migratie
D
immigranten

Slide 39 - Quiz

01:42
Het demografisch zwaartepunt in de VS verschuift naar het
A
westen
B
zuiden
C
zuidoosten
D
zuidwesten

Slide 40 - Quiz

01:53
Welke oorzaken kunnen worden genoemd voor de binnenlandse migratie naar het zuiden?

Slide 41 - Open question

Welke staat in de Sunbelt heeft geen positief migratiesaldo?
A
Texas
B
Florida
C
New Mexico
D
California

Slide 42 - Quiz

Welke pushfactor heeft California?
A
Te druk en weinig werk
B
Te druk en te duur
C
Te veel migranten en te duur
D
Te veel migranten en te weinig werk

Slide 43 - Quiz

03:55
Welk klimatologisch probleem heeft het zuiden en vooral het zuidwesten van de VS

Slide 44 - Open question

Wat zijn maquiladoras

Slide 45 - Mind map

Welke voordelen heeft de VS van de maquiladoras

Slide 46 - Open question

Tropische storm met minimaal windkracht 12 op de schaal van Beaufort
A
orkaan
B
tornado

Slide 47 - Quiz