What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
parkeerweekdictee 2
Welke zin is fout?
A
Wanneer is het moederdag?
B
Het is een klein autootje.
C
Morgen ga ik bij oma op visite.
D
Ik ga graag naar de bibliotheek.
1 / 52
next
Slide 1:
Quiz
Spelling
Basisschool
Groep 7
This lesson contains
52 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welke zin is fout?
A
Wanneer is het moederdag?
B
Het is een klein autootje.
C
Morgen ga ik bij oma op visite.
D
Ik ga graag naar de bibliotheek.
Slide 1 - Quiz
Welke zin is fout?
A
Mijn opaatje is lief.
B
Het oma'tje is oud.
C
De reus is gigantisch.
D
De spin maakt een web.
Slide 2 - Quiz
Welke zin is fout?
A
Ik ben lid van de voetbalclup.
B
Op Koningsdag is het feest.
C
De auto staat in de garage.
D
De architect tekent een gebouw.
Slide 3 - Quiz
Welke zin is fout.
A
De advocaat gaat naar de rechtbank.
B
De kerk is een histories gebouw.
C
Het theezakje doe ik in het kopje.
D
Wat een brutaliteit is dat.
Slide 4 - Quiz
Welke zin is fout?
A
Ik ben erg enthousiast.
B
Ik ging naar een concert.
C
Dat antwoord is niet korrekt.
D
Een kluizenaar leeft in eenzaamheid.
Slide 5 - Quiz
Welke zin is fout?
A
Ik doe mee aan die activiteid.
B
Ik doe mee aan de wedstrijd.
C
Een corsage draag je op een bruiloft..
D
De baby's moeten allemaal huilen.
Slide 6 - Quiz
Welke zin is fout?
A
In Frankrijk wonen Franse mensen.
B
De titel van het boek is: De Dubbelganger.
C
De belgische bonbons zijn lekker.
D
Wij hebben een lekkage in ons huis.
Slide 7 - Quiz
Welke zin is fout?
A
Voor mijn ontbijt eet ik havermout.
B
In het oerwout staan grote bomen.
C
De ring is van goud.
D
Binnenkort wordt het erg koud.
Slide 8 - Quiz
Welke zin is fout?
A
Ik heb twee paraplu's
B
De agendaas zijn allemaal leeg.
C
Ik heb drie zwemdiploma's.
D
Het autootje wil niet rijden.
Slide 9 - Quiz
Welke zin is fout?
A
Een fabrikant is iemand die iets maakt.
B
De muzikant maakt muziek.
C
De kollektant haalt geld op.
D
De kleuter slaapt in een ledikant.
Slide 10 - Quiz
SPELLING - PARKEERWEEK 2
Nu de woorden van groep 7.
groep 8 doet ook mee
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Nu de woorden van groep 8
groep 7 doet ook mee
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Slide
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Slide
Slide 42 - Slide
Slide 43 - Slide
Slide 44 - Slide
Slide 45 - Slide
Slide 46 - Slide
Slide 47 - Slide
Slide 48 - Slide
Slide 49 - Slide
Slide 50 - Slide
Slide 51 - Slide
Slide 52 - Slide
More lessons like this
PARKEERWEEKDICTEE WERKWOORDEN
November 2018
- Lesson with
15 slides
Spelling
Basisschool
Groep 7
Parkeerweek 2 Parkeerweekdictee 2 werkwoorden
December 2019
- Lesson with
18 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
parkeerweekdictee 2
February 2023
- Lesson with
11 slides
Spelling
Basisschool
Groep 7
PARKEERWEEKDICTEE WERKWOORDEN 3
March 2019
- Lesson with
19 slides
Spelling
Basisschool
Groep 7,8
Groep 7-8 spelling | woorden met eerd en aard
August 2024
- Lesson with
19 slides
by
NTC DEF@ctO nl L.P
Nederlands
Spelling
+2
Basisschool
Groep 7,8
NTC DEF@ctO nl E.E
parkeerweekdictee
October 2021
- Lesson with
12 slides
Spelling
Basisschool
Groep 7
Dinsdag 2 februari
February 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7
Dinsdag 26 januari
February 2021
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7