Opdracht dieren Zuid-Afrika

The Big Five 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieBasisschool

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

The Big Five 

Slide 1 - Slide

The Big Five 
Deze LessonUp gaan we het hebben over de Big Five. Dit zijn de vijf machtigste dieren die je kunt zien tijdens een safari. De Big Five bestaat uit:
  • De leeuw
  • De olifant
  • De buffel
  • De neushoorn
  • Het luipaard
Vandaag gaan we kijken hoe deze dieren zich hebben aangepast aan hun omgeving. 

Slide 2 - Slide

De leeuw
De leeuw heeft zich op verschillende manieren aangepast aan zijn omgeving. Zo heeft de leeuw grote en scherpe tanden. In deze les gaan we het hebben over de verschillende tanden van de dieren. 

Slide 3 - Slide

Tanden
Dieren kunnen verschillende tanden en kiezen hebben. Er zijn drie verschillende soorten kiezen die een dier kan hebben:
  • Plooikies
  • Knobbelkies
  • Snijkies 

Slide 4 - Slide

Plooikies
Een plooikies is een kies met een ribbelige bovenkant. Heel veel planteneters hebben deze kiezen, omdat je met deze kiezen snel gras en andere plantaardige dingen kunt fijnmaken. 

Slide 5 - Slide

Knipkies
Een knipkies is een kies met scherpe punten aan de bovenkant. Veel dieren die vlees moeten verscheuren hebben deze kiezen. Met deze scherpe kiezen kan een dier snel vlees en andere dieren verscheuren. 

Slide 6 - Slide

Knobbelkies 
Een knobbelkies is eigenlijk een kies die tussen de plooikies en de knipkies in zit. Met deze kies kan je dus én planten en groenten vermalen, maar je kan er ook vlees mee verscheuren.  Deze kies is dus speciaal voor dieren die planten eten, maar ook vlees eten. 

Slide 7 - Slide

Nu je weet over alle verschillende kiezen, welke kiezen zal een leeuw dan hebben? Waarom?

Slide 8 - Open question

Wat voor kiezen hebben wij (mensen)?
A
Knipkiezen
B
Plooikiezen
C
Knobbelkiezen
D
Geen kiezen

Slide 9 - Quiz

Wat voor kiezen hebben koeien?
A
Knipkiezen
B
Plooikiezen
C
Knobbelkiezen
D
Geen kiezen

Slide 10 - Quiz

De leeuw
Een leeuw heeft zich dus inderdaad aangepast aan zijn omgeving met hele scherpe knipkiezen. Zo kan de leeuw al zijn prooien snel verslinden! Ook heeft de leeuw zoals je kan zien hele grote hoektanden. Dit is ook om een prooi snel te grijpen.

Slide 11 - Slide

De olifant 
De olifant heeft twee manieren waarop hij zich heeft aangepast aan de omgeving, namelijk:
  • Zijn slurf
  • Zijn grote oren

Slide 12 - Slide

Waar zou een olifant zijn slurf allemaal voor gebruiken, denk je?

Slide 13 - Mind map

Slurf
Inderdaad, de slurf van een olifant wordt voor heel veel dingen gebruikt, hieronder een paar dingen:
  • Een olifant tilt er zware dingen mee op (zelfs boomstammen!)
  • Eten en drinken
  • Douchen
  • Zichzelf een 'zanddouche geven
  • Als snorkel om lang onder water te blijven
  • Geluiden mee maken

Slide 14 - Slide

Waar zou een olifant zijn grote oren voor gebruiken?

Slide 15 - Mind map

Grote oren

Een olifant gebruikt zijn oren om geluiden van andere olifanten mee te horen. Maar...een olifant gebruikt zijn oren ook om zichzelf af te koelen. Als een olifant het erg warm heeft, gaat hij met zijn oren wapperen. Hierdoor koelt het bloed in zijn oren af. Dit koude bloed stroomt dan vervolgens door het hele lichaam, en zo koelt een olifant af! 

Slide 16 - Slide

De buffel 
Kijk het filmpje hieronder. Waarom zouden deze buffels in zo'n grote kudde bij elkaar staan? 

Slide 17 - Slide

Voordelen kudde

Slide 18 - Mind map

De buffel
Een buffel leeft dus in de kudde, omdat dit veel veiliger is voor de buffels. Zonder kudde wordt een buffel snel opgegeten door een leeuw. Samen in de kudde zijn de buffels veel sterker!
Ook zorgt een kudde voor duidelijkheid. Er is één duidelijke leider en die bepaalt waar de kudde heen gaat. 

Slide 19 - Slide

De neushoorn
Hiernaast zie je een krantenartikel. Hoe zou het komen dat het aantal neushoorns zo erg is gedaald?

Slide 20 - Slide

Hoe zou dit komen?

Slide 21 - Mind map

Ivoor
Er wordt al heel lang gejaagd op neushoorns. Dit vanwege de hoorn. De hoorn is gemaakt van ivoor. Ivoor is een glanzend wit stofje. Dit stofje is heel duur en daarom jagen veel mensen op neushoorns. Deze mensen heten stropers. Dit mag niet in Zuid-Afrika, maar de stropers proberen het toch stiekem te doen. Zuid-Afrika probeert nu een oplossing te verzinnen tegen deze stropers. 

Slide 22 - Slide

Stel, jij bent Zuid-Afrika. Hoe zou jij ervoor zorgen dat het jagen op neushoorns stopt en dat het aantal neushoorns weer toeneemt?

Slide 23 - Mind map

Het luipaard
Het luipaard heeft zich heel goed aangepast aan zijn omgeving. Zo goed zelfs, dat je hem bijna niet ziet tussen het hoge gras. De kleuren die een luipaard op zijn vacht heeft, heten schutkleuren

Slide 24 - Slide

Schutkleuren
Schutkleuren zijn er dus om te zorgen dat dieren niet opvallen. Hierdoor zijn deze dieren bijna onzichtbaar voor roofdieren.  Ook is het handig tijdens het jagen, zo val je niet op. De kleuren zijn afhankelijk van waar het dier leeft. In de sneeuw heb je andere kleuren nodig dan in het bos. 

Slide 25 - Slide

Voorbeelden
Hier een paar voorbeelden met dieren die schutkleuren hebben

Slide 26 - Slide