Gruis uit de ruimte A

de capsule

de ruimtecapsule
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

de capsule

de ruimtecapsule

Slide 1 - Slide

landen = neerkomen
De raket landt in het water

de rots = berg van steen

Slide 2 - Slide

het vaartuig =  vervoermiddel over water of in de ruimte
sturen
Zij stuurt hem weg

Slide 3 - Slide

de lichtflits = licht dat kort schijnt
vinden- vonden- gevonden
Ik was mijn sleutels kwijt, nu heb ik ze gevonden

Slide 4 - Slide

bestuderen = goed 
onderzoeken, bekijken
de onderzoekers

Slide 5 - Slide

hopen = graag willen
Ik hoop dat we gaan winnen!

verzamelen = bij elkaar zoeken

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Slide


A
de bliksem
B
de lichtflits
C
het flitslicht
D
het vuur

Slide 20 - Quiz

Ik heb er heel veel zin in, ik sta te ...
A
huppelen
B
trappen
C
huppen
D
trappelen

Slide 21 - Quiz


A
onderzoeken
B
bestuderen
C
zoekenonder
D
gestuderen

Slide 22 - Quiz

Het vliegtuig .........
op het vliegveld

Slide 23 - Open question


A
de metselaar
B
de timmerman
C
de archeoloog
D
de loodgieter

Slide 24 - Quiz


Slide 25 - Open question

de onderzoekers
verzamelen
het heelal
het gruis
het vaartuig
de ruimtecapsule

Slide 26 - Drag question


Slide 27 - Open question

Ik heb mijn sleutels weer...............

Slide 28 - Open question

Hij ......................... de jongen weg

Slide 29 - Open question

Ik ga winnen, ik weet het ..........
A
misschien
B
nooit
C
altijd
D
zeker

Slide 30 - Quiz

Dit is geen gruis, dit zijn....
A
kiezels
B
griezels
C
miezels
D
diezels

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Link

verwijswoorden
het paard --------------------  het
de deur  -----------------         hij
de vrouw  ------------------    zij


de kinderen --------------ze/ zij
de  mannen --------------ze/ zij


Slide 33 - Slide