voorbereiding toets h6

Weten we het nog? 
Gegeven:
Brazilie heeft een nationaal inkomen van 1.773 miljard euro en er wonen 204 miljoen inwoners.

Wat is het gemiddelde inkomen per hoofd van de bevolking?
1 / 25
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Weten we het nog? 
Gegeven:
Brazilie heeft een nationaal inkomen van 1.773 miljard euro en er wonen 204 miljoen inwoners.

Wat is het gemiddelde inkomen per hoofd van de bevolking?

Slide 1 - Slide

Antwoord:
gemiddelde inkomen = alle inkomen : aantal inwoners

1.773.000.000.000 : 204.000.000 = € 8691,18

Hoe weet je zeker dat je antwoord goed is? Hoe kan je jezelf controleren?

Slide 2 - Slide

Weten we het nog?
Gegeven:
Brazilie heeft  in 2018 een nationaal inkomen van 1.773 miljard euro en in 2019 is het nationaal inkomen 1.800 miljard euro.

Met hoeveel procent is het nationaal inkomen gestegen?

Slide 3 - Slide

Antwoord:
Oplossen met formule:    Nieuw-Oud : oud x 100

Of met verhoudingstabel waarbij oud altijd 100% is.
Let er op dat je de stijging als antwoord geeft, dus nog even oud en nieuw van elkaar afhalen.

Slide 4 - Slide

Weten we het nog?
Gegeven:
Een boer in een ontwikkelingsland heeft een microkrediet afgesloten voor een koe. Het krediet is € 90.
Deze betaalt hij terug in twee jaar ,in maandelijkse termijnen van € 4,00.
Hoeveel procent rente moet hij betalen?

Slide 5 - Slide

Antwoord:
Reken eerst uit hoeveel rente in euro's er betaald is
4,00 x 24 - 90 = 6 euro
Een rentepercentage betaal je altijd over het geleende bedrag. Dus nu moet je uitrekenen hoeveel procent 6 euro van 90 euro is.
Maak een verhoudingstabel en zet 90 euro gelijk aan 100%.
(of 6:90x100= 6,7%)

Slide 6 - Slide

Keuzemenu 
  • nakijken en verbeteren paragraaf 4 (studiewijzer)
  • samenvatting/mindmap maken
  • sommen oefenen
  • digitaal oefenen/ digitale instructiefilmpjes kijken
  • werken met de leerdoelen (studiewijzer)
  • memory maken van de woorden uit de woordenlijkst
  • stel je vragen!

Slide 7 - Slide

Programma
  • verwachtingen
  • herhaling theorie in 4 vragen
  • werken aan het keuzemenu

Doel: voorbereiding op de toets van a.s. woensdag.
(laatste leercijfer voor basis, eennalaatste leercijfer voor kader)

Slide 8 - Slide

Hoe kan beter onderwijs leiden tot meer welvaart in een ontwikkelingsland?
(in minimaal 3 stappen, denk in: "als... "dan"...)

Slide 9 - Open question

Antwoordmogelijkheid:
Goed onderwijs bekent dat er veel kennis is in een land. Als er veel kennis is dan kan de arbeidsproductiviteit omhoog. Dat betekent dat er goedkoper geproduceerd kan worden. Als je goedkoper kan produceren heb je een betere internationale concurrentiepositie.
Dan zal je vraag naar de producten uit deze landen stijgen.
Meer vraag is meer productie. Meer productie is meer inkomen. Meer inkomen is meer welvaart.

Slide 10 - Slide

Waarom is een slechte infrastructuur een probleem voor een ontwikkelingsland?
(hint: landbouwproducten)

Slide 11 - Open question

Antwoordmogelijkheid:
Infrastructuur: wegen, treinspoor, luchthavens, havens, internet, telefonie
Ontwikkelingslanden zijn sterk afhankelijk van de export van landbouwproducten. Als er geen goede infrastructuur is dan gaan de producten (te) langzaam van A naar B en raken ze bedorven of gaat de kwaliteit achteruit.
Of: Als er geen goede infrastructuur is dan duurt het langer voordat er contacten met de kopere kan worden gelegd. Hierdoor raken landbouwproducten bedorven of gaat de kwaliteit achteruit.

Slide 12 - Slide

Hoe kan het afschaffen van protectiemaatregelen in het Westen leiden tot meer welvaart in Afrika?
(hint: exportinkomsten)

Slide 13 - Open question

Antwoordmogelijkheid:
Door het afschaffen van bijvoorbeeld importquotum of contingentering wordt het makkelijker voor de Afrikaanse landen om te exporteren naar Westerse landen.

Daardoor zullen de exportinkomsten in Afrika toenemen waardoor de welvaart kan stijgen.

Slide 14 - Slide

Keuzemenu 
  • nakijken en verbeteren paragraaf 4 (studiewijzer)
  • samenvatting/mindmap maken
  • sommen oefenen
  • digitaal oefenen/ digitale instructiefilmpjes kijken
  • werken met de leerdoelen (studiewijzer)
  • memory maken van de woorden uit de woordenlijst
  • stel je vragen!

Slide 15 - Slide

Programma
Eerste 10 minuten deel ik met jullie tips voor het maken van een goed tentamen/examen.

Daarna kun je je laatste vragen aan mij stellen en kun je aan de slag met een stukje oefenexamen over dit hoofdstuk.

Slide 16 - Slide

Leestips
Deze leestips gaan pas werken als je geleerd hebt. Immers hoe kan je deze vraag beantwoorden......

Welke invloed heeft de inflatie op de welvaart van een land?

...als je niet weet wat inflatie en welvaart betekenen?

Slide 17 - Slide

Leestip 1
In een vraag wordt vaak meer informatie gegeven dan dat je nodig hebt. Filter dus eerst heel goed welke info nodig is en welke niet.
Arceer de belangrijkste woorden uit de bron of de tekst. Zo gaat je brein automatisch rekening houden met die woorden!

Slide 18 - Slide

Leestip 1
Voorbeeld:
Kenia is een land in Afrika waar het grote delen van het jaar erg droog is. Veel mensen leven er van de landbouw en zijn zelfvoorzienend.
Noem nog twee andere kenmerken van een ontwikkelingsland.

Slide 19 - Slide

Leestip 1
Voorbeeld:
Kenia is een land in Afrika waar het grote delen van het jaar erg droog is. Veel mensen leven er van de landbouw en zijn zelfvoorzienend.
Noem nog twee andere kenmerken van een ontwikkelingsland.

Slide 20 - Slide

Leestip 2
Kun je een vraag niet meteen beantwoorden, neem dan de tijd (en de moeite) om deze uit te pluizen/ te ontleden. Elk punt telt, ga ervoor!
Welke invloed heeft de inflatie op de welvaart van een land?
Uitpluizen: 
inflatie = stijgen van de prijzen, producten worden duurder
Welvaart = de mate waarin ik in mijn behoeften kan voorzien

Slide 21 - Slide

Leestip 2
Welke invloed heeft de inflatie op de welvaart van een land?

inflatie = stijgen van de prijzen, producten worden duurder
Welvaart = de mate waarin ik in mijn behoeften kan voorzien
Antwoord:
Als er inflatie is worden producten duurder. Dan kan ik van hetzelfde inkomen minder producten kopen en kan ik dus minder behoeften vervullen. De welvaart zal dalen.

Slide 22 - Slide

Leestip 3
 Meerkeuze vraag
Bij sommige meerkeuze vragen kun je zelf al een antwoord bedenken. Leg je hand dan op de gegeven antwoorden. Zit jouw gedachte erbij? Dan moet dat haast wel het goede antwoord zijn.

Weet je het nog niet? Ga dan elimineren, oftewel; streep steeds een fout antwoord weg. Dan hou je de juiste over of als je vergroot de kans van "goed gokken".

Slide 23 - Slide

Leestip  4 en 5
4. Ga niet te snel naar het antwoord. Maar bouw bedenktijd in. Zo ga je meer in stapjes denken en geef je een beter antwoord! Uiteraard schrijf je je denkstapppen op!

5. Is een vraag 2 punten waard? Dan worden er meerdere antwoorden, berekeningen, voorbeelden etc van je gevraagd.

Slide 24 - Slide

Keuzemenu 
  • nakijken en verbeteren paragraaf 4 (studiewijzer)
  • samenvatting/mindmap maken
  • sommen oefenen
  • digitaal oefenen/ digitale instructiefilmpjes kijken
  • werken met de leerdoelen (studiewijzer)
  • opdrachten oefenexamen maken
  • stel je vragen!

Slide 25 - Slide