Vuurtorens in Nederland. Als je wel eens aan zee bent geweest, dan..1.. Ze vallen op door hun hoogte, hun rode kleur en de lichtstralen die 's nachts over de zee en het land schijnen.
A
heb je vast ook een vuurtoren gezien
B
was dat waarschijnlijk 's avonds
C
weet je waar een vuurtoren voor dient
D
weet je wat lichtstralen betekenen
1 / 21
next
Slide 1: Quiz
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 8
This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Vuurtorens in Nederland. Als je wel eens aan zee bent geweest, dan..1.. Ze vallen op door hun hoogte, hun rode kleur en de lichtstralen die 's nachts over de zee en het land schijnen.
A
heb je vast ook een vuurtoren gezien
B
was dat waarschijnlijk 's avonds
C
weet je waar een vuurtoren voor dient
D
weet je wat lichtstralen betekenen
Slide 1 - Quiz
De lichtstralen van een vuurtoren zie je over het land schijnen. Vooral 's nachts kun je ze goed zien. Niet te missen dus! Met Dus wordt aangegeven een.... (conclusie, voorwaarde, reden, middel-doel, tegenstelling)
Slide 2 - Open question
Vuurtorens staan op verschillende plekken langs de kust en ... Als het hard stormt, kan een kapitein op zee door de hoge golven slecht zien.
A
ook langs grote rivieren
B
vormen een belangrijke toeristische attractie
C
zien er fantastisch uit
D
zijn een herkenningsteken voor schepen
Slide 3 - Quiz
Als het hard stormt, kan een kapitein op zee door de hoge golven slecht zien. Als = conclusie / voorwaarde
Slide 4 - Open question
Het zwaaiende licht van de vuurtoren kan hij ...3... wel zien. De vuurtoren geeft een waarschuwing: "Pas op, als je te dichtbij komt, loop je vast op de kust." Bij goed weer functioneert een vuurtoren als gids: "Kom maar, hier kun je veilig aan land."
A
blijkbaar
B
echter
C
eventueel
D
inmiddels
Slide 5 - Quiz
In de tijd dat er nog geen vuurtoren waren, stookten echtgenotes en moeders van zeelieden die op zee waren grote vuren. Als het stormde of als visserboten lang wegbleven, gingen de vrouwen naar zee.
Slide 6 - Slide
Op het strand of op een hoge duin maakten ze een vuur ...4... de mannen en zonen dit konden zien zo veilig konden terugkeren naar het vasteland.
A
door te zorgen dat
B
in de hoop dat
C
terwijl ze dachten dat
D
waardoor ze wisten dat
Slide 7 - Quiz
Het woordje "Want"
geeft meestal een reden aan.....
Het woordje "om" geeft meestal een middel-doel aan.
Slide 8 - Slide
De vuren ...5.. want veel boten in nood wisten veilig naar de kant te komen nadat ze het vuur hadden gezien.
A
bleken doeltreffend te zijn
B
konden een oplossing bieden
C
waren altijd erg spannend
D
waren vaak niet hoog genoeg
Slide 9 - Quiz
Daarom besloten bewoners van kustdorpen om het vuur niet alleen bij slecht weer te laten branden, maar elke avond. ...6.., staken ze het vuur aan. Naast de vuurplaats bouwden ze een vuurboet, een stenen hok om de voorraad hout en turfblokken die ze nodig hadden, droog te bewaren.
A
Als er een schip vermist werd
B
Bij het krieken van de dag
C
Meteen als ze tijd hadden
D
Zo gauw het ging schemeren
Slide 10 - Quiz
..7.. konden het vuur daarentegen niet zien. Daarom werden er op de vuurboeten torens gebouwd. Speciale vuurwachters stookten het vuur op een ijzeren rooster bovenin de toren. (Daarentegen = tegenstelling)
A
Bewoners van kustdorpen
B
Boten die al lang van huis waren
C
Boten die ver van de kust af voeren
D
Kleinere vissersboten
Slide 11 - Quiz
Via een open trap die aan de buitenkant van de toren omhoog slingerde, ...8... Om te voorkomen dat het vuur doofde door wind of regen, kreeg de toren later een dak met een schoorsteen.
A
brachten ze hout en turf naar boven
B
konden ze de zee goed overzien
C
konden ze droog naar boven komen
D
kon iedereen een keer komen kijken
Slide 12 - Quiz
Nog later werd de vuurplaats omringd met glas. Grote spiegels rond het vuur stuurden het licht van de vuurtoren in de goed richting.
Slide 13 - Slide
De spiegels werden schuin boven en achter het vuur geplaatst, zodat ...9.... en de lichtstralen ook sterker werden. (zodat = middel-doel)
A
de spiegels erg warm werden
B
de vuurwachter alles goed kon zien
C
de vuurwachter niet zoveel hout nodig had
D
het licht van het vuur weerkaatst werd
Slide 14 - Quiz
De lenzen draaiden om de lamp en werden zo nu en dan onderbroken om verschillende lichtschitteringen te krijgen. Elke vuurtoren kreeg zo zijn eigen lichtsignaal en ...10...
A
daardoor kwamen de schepen altijd weer veilig thuis
B
de vuurtorenwachter was niet meer nodig
C
hierdoor werden de vuurtoren zo beroemd
D
zo wisten de schippers bij welke vuurtoren ze in de buurt waren
Slide 15 - Quiz
Jaren later werden hout en turfblokken vervangen door steenkool en nog later werden olie- of gaslampen gebruikt. Maar omdat dit licht minder sterk was dan dat van een open vuur, moest het versterkt worden met grote lenzen. Met omdat wordt aangegeven: tegenstelling / reden / voorwaarde.
Slide 16 - Open question
In het begin van de 20e eeuw werd de olie- of gaslamp vervangen door elektrisch licht. ...11.., want (reden) nu zorgen computers ervoor dat de lampen aan- en uitgaan en heeft de trap plaatsgemaakt voor een lift.
A
Dat was nog een heel gedoe
B
De technische ontwikkeling gaat nog steeds door
C
Dit had vele voordelen
D
Lenzen en spiegels zijn overbodig
Slide 17 - Quiz
Daarnaast hebben grote schepen nu radar, waardoor ze niet meer zo afhankelijk zijn van vuurtorens.
(waardoor = oorzaak en gevolg)
Sommige vuurtorens zijn daarom (reden) overbodig geworden en ...12... Zo (voorbeeld) kun je in Harlingen slapen in de tot hotel omgebouwde vuurtoren en is Hoek van Holland een vuurtorenmuseum in de vuurtoren ingericht.
Slide 18 - Slide
Sommige vuurtorens zijn daarom overbodig geworden en ...12... Zo kun je in Harlingen in een vuurtoren-hotel slapen en is er in Hoek van Holland een vuurtoren-museum
A
krijgen een andere bestemming
B
kunnen daarom gesloten worden
C
kunnen worden afgebroken
D
raken in verval
Slide 19 - Quiz
Waar stond deze tekst?
A
in het boek: Het spook van de vuurtoren
B
in het boek: Licht boven de duinen
C
op de website: Op vakantie aan de kust
D
op de website: Regels voor veilig varen
Slide 20 - Quiz
Wat is de goede volgorde?
A
Hout en turf, elektriciteit, steenkool, olie of gas.
B
Steenkool, hout en turf, elektriciteit, olie of gas.
C
Hout en turf, steenkool,
olie of gas, elektriciteit .
D
Olie of gas, hout en turf, elektriciteit, steenkool.