1. Ze kennen elkaars naam
2. Sam, want hij blijft tien dagen en Lina blijft zeven dagen.
3. Omdat ze een grote familie heeft.
4. Voor een baby.
5. Hij vindt worst met chips een vreemde combinatie / Lina zegt tegen Sam dat worst met chips typisch Frans is.
6. Omdat de hond een worstje van de barbecue heeft gestolen.