hoofdzaken bijzaken en kernzinnen

Welkom! H2 lezen
Hoofdzaken bijzaken kernzinnen
Wat heb je bij je voor de les?
  1. Je opgeladen laptop 
  2. Je taalboek Lezen H2 vanaf blz. 46 
  3. Je schrift en pen 
  4. Je leesboek
Hoofdzaken bijzaken kernzinnen

                                 Hoofdzaken bijzaken kernzinnen
ken je de theorie blz. 47 al uit je hoofd?
hierna oefenen we de theorie met lesson up
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Nederlands

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom! H2 lezen
Hoofdzaken bijzaken kernzinnen
Wat heb je bij je voor de les?
  1. Je opgeladen laptop 
  2. Je taalboek Lezen H2 vanaf blz. 46 
  3. Je schrift en pen 
  4. Je leesboek
Hoofdzaken bijzaken kernzinnen

                                 Hoofdzaken bijzaken kernzinnen
ken je de theorie blz. 47 al uit je hoofd?
hierna oefenen we de theorie met lesson up

Slide 1 - Slide

het plan voor vandaag
  • Herhalen theorie op blz.  46
  • Opdracht 2 en 3 op blz. 48 nakijken en bespreken
  • Maken opdracht 4
  • Werken aan nieuwsbegrip

Slide 2 - Slide

lees nog eens goed:
De belangrijkste informatie in de tekst noem je een hoofdzaak.
Wat niet zo belangrijk is, zijn de bijzaken.
De hoofdzaken van een tekst lees je in de inleiding, het slot en de kernzin van elke alinea.
De kernzin is meestal de eerste of de laatste zin van de alinea. In de zinnen voor of na de kernzin staat dan een uitleg of een voorbeeld van iets uit de kernzin. 

Slide 3 - Slide

Hoe noemen we de belangrijkste zaken in een tekst?
A
hoofdzaken
B
bijzaken
C
alinea's
D
titel

Slide 4 - Quiz

Hoe noemen we wat niet zo belangrijk is?
A
hoofdzaken
B
bijzaken
C
alinea's
D
titel

Slide 5 - Quiz

Wat is een voorbeeld in een tekst?
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 6 - Quiz

Wat is een uitleg in een tekst?
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 7 - Quiz

Wat is meestal de kernzin?
De ........... zin van elke alinea.
A
de eerste
B
de laatste
C
de eerste en de laatste
D
de eerste of de laatste

Slide 8 - Quiz

Waar staat de uitleg of het voorbeeld meestal in tekst?
A
Na de kernzin
B
Voor de kernzin
C
In de kernzin
D
Na de kernzin of voor de kernzin

Slide 9 - Quiz

Wat vertel je als je kort wil vertellen waar een tekst over gaat?
A
alleen de hoofdzaken
B
alleen de bijzaken
C
de hoofd,- en bijzaken
D
de inleiding

Slide 10 - Quiz

het plan voor vandaag
  • Herhalen theorie op blz.  46  V
  • Opdracht 2 en 3 blz. 48 nakijken en bespreken
  • Maken opdracht 4
  • Werken aan nieuwsbegrip

Slide 11 - Slide

Uitwisselen
  • vergelijk de antwoorden van opdracht twee en drie met je buur.
  • Vertel aan elkaar  wat je lastig vindt en schrijf dat op.
  • Vergelijk de goede antwoorden met jullie antwoorden
timer
10:00

Slide 12 - Slide

Verder met H2 lezen
Gebruik je spullen:

Je taalboek Lezen H2  vanaf blz. 46
Je schrift en pen
Je leesboek
hoofdzaken, bijzaken, kernzinnen
Maak opdracht 4
Lees de theorie
Lees in je leesboek en werk aan nieuwsbegrip
timer
15:00

Slide 13 - Slide

manieren van lezen
1. Lees de tekst orienterend (titel en plaatje)
Bedenk wat je al weet
2. Lees de tekst globaal (alinea's, kopjes en dingen die opvallen)
3. Lees de tekst helemaal (alles lezen, kernzinnen zoeken)

Slide 14 - Slide