V1: Unidad 3 Les 5 - La hora

1 / 32
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

START KLAAR

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Lesprogramma
A: Herhaling werkwoord hay
B: Kloktijden in het Spaans
C: Woordenschat oefenen
D: Spreekopdracht

Slide 5 - Slide

Lesdoelen
Lesdoelen voor vandaag:
Después de la clase... 
  • R: Ik kan het werkwoord hay gebruiken om aan te geven wat er in een huis of kamer is. 
  • T1: Ik kan de kloktijden benoemen in het Spaans.
 

Slide 6 - Slide


Wat betekent het werkwoord "hay" in het Nederlands?

Slide 7 - Open question


Vertaal naar SP: Er is een bed in mijn slaapkamer

Slide 8 - Open question


Vertaal naar SP: Er zijn twee lampen in de keuken

Slide 9 - Open question

HAY = er is/ er zijn

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

HAY = er is/ er zijn
Hay una cama en mi dormitorio.

Hay una ventana.

Hay una silla.

Slide 12 - Slide

Vamos a practicar!!!!
Opdracht 3 & 4 blz 53

Slide 13 - Slide

De tijd

Slide 14 - Slide

De tijd
Hele uren

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

De tijd
De minuten

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

De tijd
De minuten

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

De tijd

Slide 21 - Slide

¿Qué hora es?
1. Het is vijf uur
2. Het is kwart over vijf
3. Het is half zes
4. Het is kwart voor zes

Slide 22 - Slide

Vocabulario
pagina 125

Slide 23 - Slide



Wat: Betekenissen zoeken van 10 woorden uit het woordenlijst. 
Hoe: In groepjes van twee of individueel 
Waar: In je JDW-map/ schrift
Hulpmiddel: Reporteros tekstboek

Klaar?
Kies 2 woorden en maak 2 zinnen.
Gebruik: mijnwoordenboek.nl 
¡A practicar! 
  1. el cuarto de baño
  2. el piso
  3.  nieto/a
  4. la ventana
  5.  hay/ no hay
  6. la habitación
  7. la cocina
  8. la ducha
  9. el colegio (cole)
  10. el marido

Slide 24 - Slide

Vocabulario
  1. el cuarto de baño - de badkamer
  2. el piso - het appartement, de verdieping
  3. nieto/a - de kleinzoon/kleindochter
  4. la ventana - het raam, venster
  5.  hay/ no hay - er is/er zijn - er is geen/er zijn geen
  6. la habitación - de kamer
  7. la cocina - de keuken
  8. la ducha - de douche
  9. el colegio (cole) - de school
  10. el marido - de man (echtgenoot)

Slide 25 - Slide

Spreekvaardigheid: Mi casa ideal

Slide 26 - Slide


Hoe zeg je in het Spaans: Het is kwart over één?

Slide 27 - Open question



Wat: Betekenissen zoeken van 10 woorden uit het woordenlijst. 
Hoe: In groepjes van twee of individueel 
Waar: In je JDW-map/ schrift
Hulpmiddel: Reporteros tekstboek

Klaar?
Kies 2 woorden en maak 2 zinnen.
Gebruik: mijnwoordenboek.nl 
¡Los deberes! 

Slide 28 - Slide

Lesdoelen
Lesdoelen voor vandaag:
Después de la clase... 
  • R: Ik kan het werkwoord hay gebruiken om aan te geven wat er in een huis of kamer is. 
  • T1: Ik kan de kloktijden benoemen in het Spaans.
 

Slide 29 - Slide


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

¡Hasta la próxima clase!

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Link