Oefenen Toetsweek 2

De Tweede Wereldoorlog (1939-1945)
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

Slide 1 - Slide


Welk doel had de Gestapo in nazi-Duitsland?
A
de bijeenkomsten van de NSDAP met geweld beschermen
B
de concentratiekampen leiden
C
de jeugd tot nationaal-socialisten opvoeden
D
de tegenstanders van Hitler vervolgen

Slide 2 - Quiz


Welk land wordt bedoeld in bericht 1? 
En welk bondgenootschap wordt bedoeld in bericht 2?
A
land in bericht 1: Duitsland bondgenootschap in bericht 2: As-mogendheden
B
land in bericht 1: Duitsland bondgenootschap in bericht 2: Geallieerden
C
land in bericht 1: Japan bondgenootschap in bericht 2: As-mogendheden
D
land in bericht 1: Japan bondgenootschap in bericht 2: Geallieerden

Slide 3 - Quiz


In 1941 werd de Artsenkamer opgericht door de Duitse bezetter. Elke arts in Nederland moest lid worden van de Artsenkamer om te mogen blijven werken. De meerderheid van de Nederlandse artsen weigerde lid te worden van de Artsenkamer.

▻Welk begrip hoort bij de oprichting van de Artsenkamer? 
▻En welk begrip hoort bij de weigering om lid te worden?

A
oprichting: gelijkschakeling weigering: collaboratie
B
oprichting: gelijkschakeling weigering: verzet
C
oprichting: propaganda weigering: collaboratie
D
oprichting: propaganda weigering: verzet

Slide 4 - Quiz


Gebruik de bron

▻Wie heeft de opdracht gegeven voor het maken van de poster? ▻En uit welk land kwam het gevaar waarvoor werd gewaarschuwd?
A
wie: de bezetter land: Duitsland
B
wie: de bezetter land: Groot-Brittannië
C
wie: het verzet land: Duitsland
D
wie: het verzet land: Groot-Brittannië

Slide 5 - Quiz


Gebruik de bron

De oproep uit de poster leidde niet tot het gewenste resultaat, waardoor de bezetter het nodig vond een maatregel te nemen.

▻Welke maatregel wordt bedoeld?
A
de invoering van de mobilisatie
B
de invoering van persoonsbewijzen
C
het organiseren van een staking
D
het organiseren van razzia’s

Slide 6 - Quiz



De nieuwe wereldorde (vanaf 1990)

Slide 7 - Slide


In de prent is een mening te herkennen over de uitbreiding van de EU. 

Welke mening over deze ontwikkeling is te herkennen in de prent?
A
De uitbreiding is goed voor de EU, want de lidstaten laten andere landen toe die kunnen bijdragen aan de EU.
B
De uitbreiding is goed voor de EU, want er zijn veel rijke landen lid geworden.
C
De uitbreiding is niet goed voor de EU, want de lidstaten verzetten zich tegen de komst van nieuwe landen.
D
De uitbreiding is niet goed voor de EU, want er willen te veel landen lid worden van de EU.

Slide 8 - Quiz


In de prent is een mening te herkennen over de Baltische staten. 
Welke omschrijving hoort bij de bron?

De Baltische staten voelen zich
A
niet veilig, omdat de NAVO niet voldoende bescherming biedt.
B
niet veilig, omdat Rusland wordt bedreigd door de NAVO.
C
veilig, omdat de NAVO meer dan voldoende bescherming biedt.
D
veilig, omdat Rusland niet wordt bedreigd door de NAVO.

Slide 9 - Quiz


Welke instelling van de Europese Unie is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de nieuwe Europese wet uit de bron?
A
niet veilig, omdat de NAVO niet voldoende bescherming biedt.
B
niet veilig, omdat Rusland wordt bedreigd door de NAVO.
C
veilig, omdat de NAVO meer dan voldoende bescherming biedt.
D
veilig, omdat Rusland niet wordt bedreigd door de NAVO.

Slide 10 - Quiz


Welke gebeurtenis is te herkennen in de spotprent?
A
De Koude Oorlog bereikt een hoogtepunt.
B
De NAVO wordt uitgebreid met nieuwe landen.
C
De Sovjet-Unie verlaat het Warschaupact.
D
Het Oostblok begint uit elkaar te vallen.

Slide 11 - Quiz


Criminaliteit en milieuvervuiling zijn maatschappelijke problemen.
Zijn dit problemen die wel of niet binnen de Europese Unie besproken worden?
A
niet, want criminaliteit gaat over het overtreden van landelijke wetten niet, want vervuiling is alleen landelijk goed aan te pakken
B
niet, want criminaliteit gaat over het overtreden van landelijke wetten wel, want vervuiling houdt niet op bij de grens
C
wel, want criminaliteit houdt niet op bij de grens niet, want vervuiling is alleen landelijk goed aan te pakken
D
wel, want criminaliteit houdt niet op bij de grens wel, want vervuiling houdt niet op bij de grens

Slide 12 - Quiz


Bij welke periode hoort de herinnering?
A
bij de periode 1913-1923
B
bij de periode 1933-1943
C
bij de periode 1973-1983
D
bij de periode 1993-2003

Slide 13 - Quiz



Europa en de wereld (1945-1989)

Slide 14 - Slide


Over welke persoon gaat de bron?
A
over Drees, omdat hij de onafhankelijkheid van Indonesië tegenwerkte
B
over Drees, omdat hij samenwerkte met de Japanners
C
over Soekarno, omdat hij de onafhankelijkheid van Indonesië tegenwerkte
D
over Soekarno, omdat hij samenwerkte met de Japanners

Slide 15 - Quiz


Deze poster werd in 1952 gebruikt in Nederland bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer.
Welke boodschap is op de propagandaposter te zien?
A
Stem niet op de communistische partij, want zij nemen het op voor de rijke mensen.
B
Stem niet op de communistische partij, want zij pakken je vrijheid af.
C
Stem op de communistische partij, want kapitalisten nemen het op voor de rijke mensen.
D
Stem op de communistische partij, want kapitalisten pakken je vrijheid af.

Slide 16 - Quiz


In de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zitten landen die het vetorecht hebben.
Welke landen hebben het vetorecht?
A
alle landen van de Veiligheidsraad
B
de landen die de Verenigde Naties hebben opgericht
C
de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad
D
het grootste land van elk werelddeel

Slide 17 - Quiz


Welk begrip hoort bij de bron?
A
jongerencultuur
B
kiesrecht
C
toenemende consumptie
D
Tweede Feministische Golf

Slide 18 - Quiz



De nieuwe wereldorde (vanaf 1990)

Slide 19 - Slide


Welk begrip hoort bij de uitspraak in de bron?
A
feminisme
B
liberalisme
C
populisme
D
socialisme

Slide 20 - Quiz


Welke Nederlandse politieke leider wordt vaak een populist genoemd?
A
A. Jacobs
B
H. Colijn
C
P. Fortuyn
D
W. Drees

Slide 21 - Quiz

De foto’s en de uitspraken horen bij leiders van de Sovjet-Unie.
Sleep de foto's en de uitspraken naar de juiste plek in het schema.
Chroesjtsjov
Gorbatsjov
Stalin
Kameraden en landgenoten!
De grote dag is aangebroken: Duitsland is verslagen. De nazi’s moesten op hun knieën voor ons Rode Leger. Ze hebben gecapituleerd!
Beste landgenoten,
Vanaf vandaag ben ik niet langer de leider van de Sovjet-Unie. De veranderingen die ik heb ingevoerd waren moeilijk, maar noodzakelijk. Ik vind nog steeds dat ik de juiste beslissingen heb genomen.
Kameraden!
Zij dachten dat wij Cuba niet konden beschermen. Ze hadden het fout! De communistische landen hebben ervoor gezorgd dat er geen kernoorlog is uitgebroken.

Slide 22 - Drag question

Hieronder staan drie uitspraken over Nederlandse radio- en televisie-omroepen in de periode 1950-2000:
Geef per uitspraak aan welk begrip daarbij hoort.

Let op! Er blijft één begrip over.
De AVRO was de eerste televisie-omroep zonder godsdienstige of
politieke uitgangspunten.
De populaire radiozender haalde zijn inkomsten uit reclames.
Er werden omroepen opgericht voor onder andere boeddhisten,
moslims en hindoes.
consumptiemaatschappij
globalisering
multiculturele samenleving
ontzuiling

Slide 23 - Drag question

Hieronder staan vijf gebeurtenissen in Europa uit de periode 1900-2002.
Sleep de gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.

De euro wordt ingevoerd.
Duitsland wordt weer één land.
Het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije wordt opgedeeld in nieuwe staten.
In Hongarije breekt een opstand tegen het communisme uit.
Nazi-Duitsland capituleert.

Slide 24 - Drag question