1HV 1.1 dl2 + 2.1 Botten

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Nectar 1.1 + H2 Bewegen

Deze les:

• Lesplanner, Leerdoelen en begrippenlijst
• Herhalen 1.1 Ontdek je binnenste
• 1.1 Quiz!
• 2.1 Botten

1.1 Leerdoelen

• Je kunt uitleggen hoe je lichaam er vanbinnen uitziet. 
• Je kunt uitleggen wat organen en orgaanstelsel zijn. 
• Je kunt uitleggen hoe orgaanstelsels samenwerken.
• Je kunt uitleggen uit welke onderdelen organen zijn opgebouwd. 

Begrippen:

Organen, Torso, Orgaanstelsel, Bloedvatenstelsel, Ademhalingsstelsel, Verteringsstelsel, Verteren, Beenderstelsel/Skelet, Spierstelsel, Cellen, Celkern, Cytoplasma, Celmembraan, Weefsel. 

Welke organen zie je in de torso? Combineer de nummers met de juiste organen.

Bloedvat

Lever

Slokdarm

Dunne darm

Luchtpijp

Hart

Long

Dikke darm

Maag

biologiepagina.nl

Orgaanstelsels 

(groep organen die samenwerken)

Zet in de juiste groep:

ORGAAN

ORGAANSTELSEL

Bloedvaten

Skelet

Bot

Long

Spieren

Ogen

biologiepagina.nl

Samenwerken!

Om te bewegen hebben spieren zuurstof en voedingsstoffen nodig:

- Met je ademhalingsstelsel neem je zuurstof op

- Met je verteringsstelsel komen er voedingsstoffen in je lichaam

- Het bloedvatenstelsel vervoert zuurstof en voedingsstoffen naar de spieren

Bouwstenen

Alle organen zijn gemaakt van cellen

Cellen zijn de bouwstenen van ons lichaam

Ze zijn enorm klein (alleen met de microscoop te zien)

Er zijn verschillende soorten cellen. Allemaal met een eigen vorm en taak, die hangt af van waar ze voor nodig zijn. 

De cel

Celmembraan: vlies om de cel

Celkern: regelt alles in de cel

Cytoplasma: stroperige vloeistof in de cel

Soorten cellen

Een groepje cellen van hetzelfde soort is een weefsel

Hersenen: hersenweefsel met hersencellen

Longen: longweefsel met longcellen

Darmen: darmweefsel met darmcellen

enzovoort

Je lichaam van groot naar klein

Je lichaam bestaat uit orgaanstelsels

Elk orgaanstelsel bestaat uit organen

Elk orgaan bestaat uit weefsels

Elk weefsel bestaat uit cellen

biologiepagina.nl

1.1 Quiz!

Bij welk orgaanstelsel hoort je maag?

1. Beenderstelsel
2. Bloedvatenstelsel
3. Ademhalingsstelsel
4. Verteringsstelsel

Van welk orgaanstelsel is de taak om stevigheid te geven aan je lichaam?

1. Bloedvatenstelsel
2. Beenderstelsel
3. Ademhalingsstelsel
4. Verteringsstelsel

Kan je cellen zien?

1. Ja, altijd
2. Ja, alleen met een vergrootglas
3. Ja, alleen met een microscoop
4. Nee, helemaal nooit

Waar of niet?
Ieder dier heeft maar 1 soort cellen

1. Waar
2. Niet waar

Wat is een orgaan?

1. Een orgaan is een deel van een organisme met een of meer functies
2. Een orgaan is een deel van het menselijk lichaam met een of meer functies
3. Groep organen met dezelfde functie
4. Alle antwoorden zijn goed

waar liggen meer organen?

1. Borstholte
2. Buikholte

Welke organen horen bij het spierstelsel

1. biceps en triceps
2. buikspieren en hart
3. dijspier en rib
4. hart en biceps

Welke organen zitten in de borstholte?

1. slokdarm en maag
2. hart en longen
3. longen en lever
4. luchtpijp en lever

Wat is de functie van bloedvaten?

1. Het bloed rondpompen
2. voedsel verteren
3. Bloed naar alle delen van het lichaam brengen
4. zuurstof in het bloed brengen

Welk organenstelsel brengt zuurstof in het bloed?

1. Bloedvatenstelsel
2. verteringsstelsel
3. zenuwstelsel
4. Ademhalingsstelsel

Welke organen liggen in de buikholte?

1. lever en hart
2. maag en longen
3. dikke darm en slokdarm
4. maag en lever

Welke organen gaan dwars door het middenrif heen?

1. Dikke en dunne darm
2. maag en lever
3. slokdarm en maag
4. Slokdarm en bloedvaten

Kijk je huiswerk na! (1.1 opdr. 1 t/m 5 + 9 + 11 t/m 17)
Overhoor elkaar met de leerdoelen en begrippen van 1.1
Hoe goed kennen jullie de leerstof al?

😒🙁😐🙂😃

Met deze leerdoelen moet ik nog meer oefenen:

2.1 Botten

5. Je kent de namen van je botten en kunt ze benoemen in het skelet. 

6. Je kunt de functie van het skelet noemen. 

7. Je kunt de bouw van een bot beschrijven en kunt been en kraakbeen herkennen. 

8. Je kunt beschrijven hoe je botten veranderen als je ouder wordt.

9. Je kunt uitleggen hoe de wervelkolom schokken opvangt. 

Opdrachten

- Lezen 2.1 blz. 69 t/m 71

- Maken 2.1 opdr. 1 t/m 5 (via Nectar digitaal)

Klaar? Leren alle botten in bron 2, 3 en 4

Huiswerk

- Lezen 2.1 

- Af 2.1 opdr. 1 t/m 12