Thema 2 BS 2.6 en herhaling celdeling

• Biologie
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Thema 2 

Thema 2 Organen en Cellen

eencelligen 2.7

vb amoebe en pantoffeldiertje

schijnvoetjes

voedingsvacuole

trilhaartje

celmond en celanus

Amoebe: 

• Eencellige met celkern
• Celkenmerken van een dier, maar behoort er niet toe.
• 
  
• Schijnvoetje: bewegen
• Voedingsvacuole: eten
• film: 0.29-0.49

pantoffeldiertje

eencellig

vb amoebe en pantoffeldiertje

schijnvoetjes

voedingsvacuole

trilhaartje

celmond en celanus

Amoebe: 30-800 µm= 0,8 mm

eencellig

beweging door schijnvoetje

eten door voedsel in te sluiten

naar voedingsvacuole

onverteerde resten via celmembraan eruit

Pantoffeldiertje: 50-300 µm

eencellig

beweging door trilharen

eten via trilharen naar celmond

van celmond naar voedingsvacuole

onverteerde resten via celanus eruit

bijzondere cellen

0,2 mm:

60.000 keer groter

0.005 mm

Herhaling: celdeling

30.000.000.000.000 cellen, uit 1 cel: 1 bevruchte eicel: 

door celdeling: 1->2->4->8->16

voortdurend celdeling

cellen jaren oud of heel kort (bijv. witte bloedcellen, huidcellen, darmwandcellen)

groei: zolang meer nieuwe dan afsterven

Celdeling

celdeling

kopieren chromosoom kern moedercel

twee kernen

dan celdeling

toename cytoplasma=plasmagroei

twee nieuwe dochtercellen

2 dochtercellen

de ene dochter specialiseert zich:  erna geen deling meer

de andere dochter: specialiseert zich niet: kan zich delen, weer een gespecialiseerde cel bij

terugkerende proces van celdeling, groei, nieuwe celdeling: celcyclus

stamcellen

Gespecialiseerde cellen (huidcellen, spiercellen, zenuwcellen) kunnen zich niet meer delen.

Stamcellen zijn cellen die zich nog kunnen delen

(gewone lichaamscellen beperkt aantal keer, deze heel veel)

 

Stamcellen

• Stamcellen kunnen zich  specialiseren, stamcel spier-> spiercel
• embryonale stamcellen, van embryo, kunnen zich naar alles specialiseren
  

Aan de slag

Normtempo 2.7