3.5 Drugs

Vak: Wiskunde
Hoofdstuk: 3.5 Drugs
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Mini-check + Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 20
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Wiskunde
Hoofdstuk: 3.5 Drugs
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Mini-check + Arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek van verzorging en open deze op blz. 56.



Huiswerk controle. 

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel
Aan het einde van de les weet je:
- wat drugs zijn
- ken je verschillende soorten drugs
- weet je wat de werking van drugs zijn

Leergebied overstijgende doelen:
Denkvermogen:
- Realiseer een oplossing volgens plan
- Formuleer criteria voor de oplossing
Samenwerkend leren:
- Pas je gedrag aan na terechte kritiek van een medeleerling
- Kan het groepsbelang voor het eigen belang zetten

Slide 3 - Slide

Mini-check + Arrangementen 
Verdiept (8 of hoger) --> Niemand

De rest doet mee met de mini-check

Slide 4 - Slide

Verdovend
Stimulerend
Waarneming verruimend
Cocaine
Heroine
GHB
XTC
Paddo's
Cannabis
Alcohol
LSD
Nicotine
Slaap-middelen

Slide 5 - Drag question

Wie maakt wat
Had je de vraag goed, dan ga je zelfstandig aan de slag. Je maakt opdracht 33 t/m 36 op blz 53/54

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 6 - Slide

4. Instructie
Verslaving

Dwangmatig gebruik van middelen en 
onvermogen dit gebruik onder controle te houden.


Slide 7 - Slide

Soft drugs
Hard drugs

Slide 8 - Slide

Manier van gebruik 
Soorten drugs
Verdovende middelen
Stimulerende middelen
Bewustzijns-veranderende middelen

Slide 9 - Slide

Verdovende middelen
ontspannen
slaperig

Voorbeelden: heroïne en andere opiaten, maar ook alcohol en slaapmiddelen. 

Slide 10 - Slide

Stimulerende middelen
wakker
actief
agressief

Voorbeelden van stimulerende middelen zijn cocaïne, amfetamine (‘speed') maar ook tabak en koffie. 

Partydrugs

Slide 11 - Slide

Bewustzijnsveranderende middelen

hallucineren = je ervaart de werkelijkheid anders

Beelden, kleuren en geluiden veranderen

Voorbeelden:
LSD, hasj, weed, paddo’s en andere tripmiddelen. 

Slide 12 - Slide

Manier van gebruik:
Oraal
Nasaal
  • Intraveneus (spuiten)
  • Inhaleren (roken)
  • Rectaal of vaginaal
  • Oraal
  • Nasaal
Roken
Spuiten

Slide 13 - Slide

Effecten van drugs
Drugs
  1. GHB
  2. Hasj en wiet
  3. Heroïne
  4. Ketamine
  5. Lachgas
  6. LSD
  7. Paddo's en truffels
  8. XTC
  9. Cocaïne
  10. Amfetamine/speed

Slide 14 - Slide

Gevaren drugs
-verslaving
-minder remming=gevaarlijk/ongepast gedrag
-snuiven/spuiten -> HIV
-overdosis kan zelfs leiden tot de dood
-psychische klachten
-organen aangetast/minder vruchtbaar
-lichamelijke klachten

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Had je 0/1 vraag goed, dan maak je samen met mij opdracht 35 en 36


Slide 17 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig opdracht 33 t/m 36 op blz 53/54



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Lees je samenvatting van deze en de vorige paragrafen door. 
timer
1:00

Slide 18 - Slide

7. Evaluatie 
Hoe ging de les?
Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

- wat zijn drugs?
- ken je verschillende soorten drugs?
- weet je wat de werking van drugs zijn?


Slide 19 - Slide

Huiswerk
Huiswerk:
Maandag 14 februrari
3.5 opdracht 33 t/m 36

Slide 20 - Slide