Havo 3 proeftoets Islam

Proeftoets Islam
1 / 53
next
Slide 1: Mind map
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Proeftoets Islam

Slide 1 - Mind map

1
1
2
3
4
5
6

Slide 2 - Drag question

De Minaret
A
1
B
3
C
4
D
6

Slide 3 - Quiz

De ruimte voor het gebed
A
1
B
3
C
4
D
6

Slide 4 - Quiz

Mohammed maakte een hemelreis. Op de plek waar zijn reis is begonnen, staat een gebouw. Hoe heet dat gebouw?
A
Hagia Sophia
B
Hagia Sophia
C
Moskee van Mohammed Pasja Ali
D
Rotskoepel

Slide 5 - Quiz

Wat is de letterlijke betekenis van het Arabische woord 'islam' in het Nederlands?
A
Bidden of praten (met God)
B
Geloven of vertrouwen (op God)
C
Onderwerping of overgave (aan God)
D
Vereren of volgen (van God)

Slide 6 - Quiz

In welke richting bidden alle moslims?
A
Istanboel
B
Jeruzalem
C
Medina
D
Mekka

Slide 7 - Quiz

Hoe heet de voorganger in een moskee?
A
Dominee
B
Imam
C
Pandit
D
Priester

Slide 8 - Quiz

Wat zie je in een moskee?
A
Banken om te zitten tijdens een preek
B
Afbeeldingen van dieren en personen uit de koran
C
Arabische teksten uit de koran
D
Schilderijen van God

Slide 9 - Quiz

Welke functie heeft een minaret bij een moskee in islamitische landen?
A
Luiden van minstens één klok om de tijd aan te geven
B
Oproepen tot het ritueel bidden overdag
C
Overzicht van de gelovigen tijdens het bidden voor de moskee
D
Toespreken van moslims in de omgeving

Slide 10 - Quiz

Wat is elke week de islamitische gebedsdag?
A
Donderdag
B
Vrijdag
C
Zaterdag
D
Zondag

Slide 11 - Quiz

Wat bedoelen moslims met de ‘sjahada’?
A
De verplichte pelgrimstocht naar Mekka.
B
Geloofsbelijdenis: Er is geen God dan Allah en Mohammed is zijn profeet.
C
Vasten tijdens de maand ramadan.
D
Verplichte bijdrage voor de gemeenschap van moslims.

Slide 12 - Quiz

Wat is de Nederlandse vertaling van het Arabische woord 'salaat'?
A
Bidden
B
Geloven
C
Handelen
D
Oproepen

Slide 13 - Quiz

Wat is tijdens de maand ramadan voor moslims overdag verboden?
A
Bidden en moskee bezoeken
B
Drinken, eten, roken en seks
C
Lezen
D
Schrijven

Slide 14 - Quiz

Wanneer moeten moslims tijdens ramadan vasten?
A
Dat is afhankelijk van de islamitische regering van een land
B
Na zonsondergang tot zonsopgang
C
Van twaalf uur in de nacht tot twaalf uur in de ochtend
D
Van zonsopgang tot zonsondergang.

Slide 15 - Quiz

Wat vieren moslims met het suikerfeest?
A
De geboorte van Mohammed.
B
De hemelvaart van Mohammed.
C
Het einde van de vastentijd.
D
Het offer van Abraham.

Slide 16 - Quiz

Wat wordt door moslims met het begrip 'hadj' bedoeld?
A
Moskee bezoeken
B
Individueel vrijwillig bidden tussen de verplichte rituele gebeden
C
Pelgrimstocht naar Mekka
D
Studie van de koran

Slide 17 - Quiz

Wat doen moslims op het plein bij de Kaäba?
A
Zevenmaal in een cirkel lopen ter ere van Allah
B
Heen en weer rennen ter herinnering aan Hagar die water voor haar zoon Ismaël zocht.
C
Staan bidden op de plek waar Mohammed openbaringen van Allah ontving.
D
Steentjes gooien ter herinnering aan Abraham die de duivel verdreef.

Slide 18 - Quiz

Wat is fundamentalisme?

Slide 19 - Open question

Welke overeenkomsten herken je tussen het christendom en de islam?

Slide 20 - Open question

Zou je zelf moslim kunnen worden? Waarom wel/niet?

Slide 21 - Open question

Wat is de Nederlandse vertaling van het woord 'Allah'?
A
Geest
B
God
C
Vader
D
Zoon

Slide 22 - Quiz

Wat is de juiste chronologie van vroeger naar vandaag
A
Christendom, Islam, Jodendom
B
Islam, Christendom Jodendom
C
Jodendom, Christendom Islam
D
Jodendom, Christendom Islam

Slide 23 - Quiz

Alle moslims, waar zij ook wonen, voelen zich verbonden met de wereldwijde islamitische geloofsgemeenschap. Hoe noemen we dat?
A
Islam
B
Sjaria
C
Soenna
D
Oemma

Slide 24 - Quiz

Wat is een soera?
A
Een uitspraak van Mohammed
B
Een verhaal over Mohammed
C
Een hoofdstuk uit de koran
D
Een vers uit de koran

Slide 25 - Quiz

Welke stroming in de Islam is de grootste. Heeft de meeste volgers.
A
Soennieten
B
Sjieten
C
Alevieten
D
Salafisten

Slide 26 - Quiz

Leg uit waarom de moslims de God van de christenen als polytheïsme ervaren?

Slide 27 - Open question

Hoe luidt de geloofsbelijdenis die bij de geboorte wordt uitgesproken.

Slide 28 - Open question

Een kind krijgt meteen na de geboorte 2 woorden te horen: Allahoe Akbar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Sjiieten vormen binnen de islam een minderheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Koppel de naam van de zuil met de juiste afbeelding
Salaat
Saum
Zakaat
Hadj
Shahada

Slide 31 - Drag question

Het is de verplichting voor een moslim om 5 keer per dag te bidden op vaste tijdstippen. Daar moet je je altijd aan houden. Deze uitspraak is.....?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

Het offerfeest wordt ook wel het grote feest genoemd. Wat herdenken de moslims tijdens dit feest
A
Ze herdenken dat Abraham zich onderwierp aan God en zelfs bereid was zijn zoon te offeren
B
Dat Mohammed de woorden van God heeft ontvangen en om dat te vieren offeren ze een schaap.
C
De sterfdag van Mohammed en dat wordt gevierd net als die van Jezus die een offer bracht aan het kruis
D
Het offeren van dieren is 1 van de verplichtingen van de moslim en is het logisch dat daar een feest bij hoort.

Slide 33 - Quiz

De islam is ontstaan in de 7e eeuw n.Chr.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quiz

Bij welk belangrijk feest hoort het verhaal van Ibrahim?
A
suikerfeest
B
offerfeest
C
ramadan
D
bedevaart

Slide 35 - Quiz

Bidden
Bedevaart
Armenbelasting
Geloofsbelijdenis
Vasten
Mekka
Er is 1 God
Bekeren tot islam
Ramadan
Suikerfeest

Slide 36 - Drag question

In welke taal is de Koran door Djibriel aan Mohammed verteld?
A
Arabisch
B
Hebreeuws
C
Moslim
D
Nederlands

Slide 37 - Quiz

Bij welk belangrijk feest hoort het verhaal van Ibrahim?
A
suikerfeest
B
offerfeest
C
ramadan
D
bedevaart

Slide 38 - Quiz

Maak de juiste combinaties
heilig boek voor moslims
stad waar Mohammed in het jaar 622 uit wegvluchtte
de god van de moslims
 stad waar Mohammed in het jaar 622 naartoe vluchtte
mensen die geloven dat Mohammed de waarheid sprak
Koran
Mekka
moslims
Allah
Medina

Slide 39 - Drag question


Welke godsdienst is ouder?
A
christendom
B
islam

Slide 40 - Quiz


Opvolgers van Mohammed heten
A
Kaliefen
B
Poitiers
C
Profeten
D
Arabieren

Slide 41 - Quiz

De islam is ontstaan...
A
tussen 600 en 700 in het Byzantijnse Rijk
B
tussen 500 en 600 op het Arabisch schiereiland
C
tussen 600 en 700 op het Arabisch schiereiland
D
tussen 500 en 600 in de buurt van Istanboel

Slide 42 - Quiz

Wat wordt er bij het Suikerfeest gevierd?

Slide 43 - Open question

Uit welke twee godsdiensten is de Islam ontstaan?

Slide 44 - Open question

Quote/Citaat:
"De kern van de islam is de geloofsbelijdenis."
Wat zegt men precies in dit gebed?

Slide 45 - Open question

Mohammed schreef als profeet de boodschap op die hij van God had ontvangen.
Het boek dat daaruit ontstaan is heet de Koran.
In de koran staan regels waaraan mensen zich moeten houden.
Hoe heten die regels?
A
Sharia
B
Jihad
C
Oemma
D
Soemma

Slide 46 - Quiz

Heilige steden voor de Islam zijn...
A
Khartoum, Istanbul en Cairo
B
Jeruzalem, Damascus en Baghdad
C
Medina, Jeruzalem en Mekka
D
Rome, Athene en Ankara

Slide 47 - Quiz


Wat gebeurt er op de tekening? 
Kies het juiste antwoord.
A
Een engel vertelt Mohammed dat hij moet vluchten uit Mekka.
B
Een engel vertelt Mohammed dat hij bij de Ka’aba de goden moet gaan aanbidden.
C
Een engel vertelt Mohammed dat hij christen moet worden.
D
Een engel vertelt Mohammed dat er maar één god is, Allah.

Slide 48 - Quiz

Wat hoort bij welk geloof?
christendom
islam
beide
Mohammed
Monotheïsme
kerk
moskee
Mekka
Bijbel
Jezus
Koran

Slide 49 - Drag question

De islam is ontstaan...
A
tussen 600 en 700 in het Byzantijnse Rijk
B
tussen 500 en 600 op het Arabisch schiereiland
C
tussen 600 en 700 op het Arabisch schiereiland
D
tussen 500 en 600 in de buurt van Istanboel

Slide 50 - Quiz

Welke twee hoofdstromingen kennen we binnen de Islam?

Slide 51 - Open question

De Islam is een monotheïstische godsdienst. Dit betekent dat moslims:
A
geloven in één god
B
geloven in meerdere goden
C
geloven in god en geesten
D
geloven in geesten

Slide 52 - Quiz

Slide 53 - Slide