H3 overzicht toetsinhoud (leerdoel 4 t/m 7, 9)

Bienvenue!
à la classe de français



1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bienvenue!
à la classe de français



Slide 1 - Slide

H3C nieuw
Tom

Slide 2 - Slide

H3D periode 1

Slide 3 - Slide

H3E periode 1

Slide 4 - Slide

Frans in H3
  • binnenkomst: tas, boek, opgeladen chrome-/winbook
  • tijdens de les: 'silence en 5 secondes: 5-4-3-2-1-zero'
  • afronding van de les: 
              1. werk tot 5-4-3-2-1-0
              2. evaluatie lesdoel
              3. spullen inpakken

Slide 5 - Slide

leerdoelen
Voor de repetitie kan ik:

4. van kijk- en luisterteksten over vrije tijd/ sport de belangrijkste informatie benoemen (GL 2AE)
5. van leesteksten over vrije tijd/ sport de belangrijkste informatie benoemen (GL 2 BF)
6. de werkwoorden op -er, -ir en -re correct gebruiken in de présent (Learnbeat + GL 1H; 2H)
7. het bijvoeglijk naamwoord correct gebruiken qua vorm en plaats. Ik herken de onregelmatige vormen (Learnbeat + GL 1D)

9. de woorden en zinnen die te maken hebben met vrije tijd correct vertalen (Nederlands-Frans/ Frans-Nederlands) (GL 2 CG)
 

Dus ... maken + leren:
  • GL 1DH; 2ABCEFGH (oefen mbv oefenen en verbuga!)
  • Learnbeat doel 6, 7, 9
  • aantekeningen
  • oefentoets

Slide 6 - Slide

doel 7
Ik kan het bijvoeglijk naamwoord correct gebruiken 
qua vorm en plaats. 
Ik herken de onregelmatige vormen

Slide 7 - Slide


welk antwoord klopt?
(let op plaats én vorm!)
A
la petit maison
B
la petite maison
C
la maison petite
D
la maison petit

Slide 8 - Quiz


welk antwoord klopt?
(let op plaats én vorm!)
A
les italiens hommes
B
les italiennes hommes
C
les hommes italiens
D
les hommes italiennes

Slide 9 - Quiz

Doel 7
Ik kan het bijvoeglijk naamwoord correct gebruiken qua vorm en plaats.
Ik herken de onregelmatige vormen

Slide 10 - Poll

doel 6
Ik kan de werkwoorden op -er, -ir en -re 
correct gebruiken in de présent

Slide 11 - Slide


regarder (je)
A
regarde
B
regardes
C
regard
D
regardt

Slide 12 - Quiz


Finir (nous)
A
nous finons
B
nous finez
C
nous finissons
D
nous finissent

Slide 13 - Quiz


Répondre (il)
A
il réponde
B
il réponds
C
il répond
D
il répondt

Slide 14 - Quiz

Doel 6
Ik kan de werkwoorden op -er, -ir en -re
correct gebruiken in de présent

Slide 15 - Poll

doel 4/5
Ik begrijp (kijk- en luister)teksten 
omdat ik de woordjes over vrije tijd goed geleerd heb

Slide 16 - Slide

avoir le temps (de)
het begin
chez moi
de vrije tijd
de ster
avoir envie (de)
l'étoile (v)
le début
le temps libre
tijd hebben (om)
zin hebben (om)
bij mij

Slide 17 - Drag question

Doel 4/5
Ik begrijp (kijk- en luister)teksten
omdat ik de woordjes over vrije tijd goed geleerd heb

Slide 18 - Poll

doel 9
Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met vrije tijd correct vertalen en beantwoorden (Nederlands-Frans/ Frans-Nederlands)

Slide 19 - Slide

Qu'est-ce que tu aimes faire? Pourquoi?

Slide 20 - Open question

Doel 9
9. de woorden en zinnen die te maken hebben met vrije tijd correct vertalen (Nederlands-Frans/ Frans-Nederlands)

Slide 21 - Poll

leerdoelen
Voor de repetitie kan ik:

4. van kijk- en luisterteksten over vrije tijd/ sport de belangrijkste informatie benoemen (GL 2AE)
5. van leesteksten over vrije tijd/ sport de belangrijkste informatie benoemen (GL 2 BF)
6. de werkwoorden op -er, -ir en -re correct gebruiken in de présent (Learnbeat + GL 1H; 2H)
7. het bijvoeglijk naamwoord correct gebruiken qua vorm en plaats. Ik herken de onregelmatige vormen (Learnbeat + GL 1D)

9. de woorden en zinnen die te maken hebben met vrije tijd correct vertalen (Nederlands-Frans/ Frans-Nederlands) (GL 2 CG)
 

Dus ... maken + leren:
  • GL 1DH; 2ABCEFGH (oefen mbv oefenen en verbuga!)
  • Learnbeat doel 6, 7, 9
  • aantekeningen
  • oefentoets

Slide 22 - Slide

Au revoir tout le monde



et à bientôt!

Slide 23 - Slide

Keuze:
1. Ga zelfstandig aan het werk met de opdrachten en het leren voor de toets
of
2. Check klassikaal welke doelen je wel/ niet beheerst

Slide 24 - Slide