3.1 Cultuur

H3 Cultuur & Identiteit
"De cultuur waarin je opgroeit, 
bepaalt voor een groot deel wat je normaal vindt"
1 / 28
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H3 Cultuur & Identiteit
"De cultuur waarin je opgroeit, 
bepaalt voor een groot deel wat je normaal vindt"

Slide 1 - Slide

GL4b vrijdag 27 september
Wat gaan we deze les doen?
  • PO ingeleverd? Je hebt nog tot 16:00
  • Starten H3 cultuur en identiteit
  • 3.1 lezen Cultuur blz. 36 en 37 van je lesboek
  • Leerdoelen + uitleg 3.1 Cultuur
  • noteer de begrippen met betekenis in je schrift
  • Huiswerk: maken van 3.1: opdracht 1 t/m 13 + de begrippen in je schrift en de kijkvraag: welke subculturen heb je allemaal gezien?

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 
In deze paragraaf leer je:
  • Je kunt beschrijven wat cultuur is en hiervan voorbeelden geven.
  • Je kunt kenmerken en basiswaarden van de Nederlandse dominante cultuur benoemen.
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een dominante cultuur en een subcultuur.
  • Je kunt voorbeelden geven en herkennen van aangeboren en aangeleerd gedrag.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

3.1 Cultuur
Je gedraagt je naar de cultuur van de samenleving waarin je opgroeit. Dat kan een  land zijn, maar ook een dorp, straat, wijk of vriendengroep. 

Cultuur= alle waarden, normen en gewoonten die mensen in een bepaalde groep of samenleving met elkaar delen.

Slide 5 - Slide

Dominante cultuur
Dominante cultuur=  alle waarden, normen en
gewoonten die de meeste mensen in een land met elkaar delen.

Bijvoorbeeld:
De waarde: tolerantie
De norm: op tijd komen bij afspraken
De gewoonte: schaatsen op natuurijs

Slide 6 - Slide

Basiswaarden
In de dominante cultuur staan drie basiswaarden centraal:
 

• vrijheid: je mag denken, zeggen en doen wat je wilt
• gelijkwaardigheid: alle mensen zijn evenveel waard
• solidariteit: je houdt rekening met elkaar

Slide 7 - Slide

Subcultuur
Binnen de dominante cultuur bestaan kleinere cultuurgroepen. Zij maken deel uit van de dominante cultuur, maar hebben elk ook hun eigen gewoonten.

Een subcultuur=  cultuur van een kleine
groep mensen binnen de samenleving.


Slide 8 - Slide

Subculturen
Subculturen kunnen met van alles te maken hebben.
Bijvoorbeeld met:
• geloof
• muziek
• werk
• politiek
• woonplaats
• migratie-achtergrond (etnische subculturen)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Aangeboren of aangeleerd?
Veel kenmerken van jouw persoon zijn aangeboren, bijvoorbeeld je lengte en je talent voor sport.


Maar je gedrag en wat je mooi en normaal vindt, 
is aangeleerd.

Slide 24 - Slide

Vraag: Welke aangeboren en welke aangeleerde kenmerken
herken je in deze foto over carnaval?

Slide 25 - Slide

Leerdoelen behaald?
  • Je kunt beschrijven wat cultuur is en hiervan voorbeelden geven.
• Je kunt kenmerken en basiswaarden van de Nederlandse dominante cultuur benoemen.
• Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een dominante cultuur en een subcultuur.
• Je kunt voorbeelden geven en herkennen van aangeboren en aangeleerd gedrag.

Slide 26 - Slide

Actualiteit

Slide 27 - Slide

Afsluiting

  • Huiswerk: 

Keuze:
  • Verder met je PO
  • Beginnen aan het huiswerk

Slide 28 - Slide