10.3 Welvaart en cultuur

10.3 Welvaart en cultuur 
1 / 41
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

10.3 Welvaart en cultuur 

Slide 1 - Slide

Hoe ging het met de mensen net na de oorlog?

Slide 2 - Slide

Hoe ging het met de mensen net na de oorlog?

Slide 3 - Slide

Leerdoel
Je kan antwoord geven op de volgende leidende vraag: ‘Waardoor veranderden de maatschappelijke verhoudingen in Nederland tussen 1948 en 1978?’
  • Maatschappelijk = omgang mensen onderling en tegenover de staat
    Sociaal gedrag en maatschappelijke orde

Daarbij ken je de volgende begrippen:
  • Verzuiling, Babyboom, Neutraliteitspolitiek, Marshallhulp, Geleide Loonpolitiek, Rooms-Rood, ...

Slide 4 - Slide

  • Wederopbouw en Marshallplan
  • Sociale coalitie om wederopbouw mogelijk te maken
  • Babyboom
  • Economische groei en verdere industrialisatie
  • Maakbaarheid en maatschappij
  • Ontstaan van de consumptiemaatschappij
  • Verzuiling en ontzuiling
  • Jongerencultuur
  • Tweede feministische golf
  • Van emigratie- naar immigratieland
  • oliecrisis en het einde van de groei 
Waardoor veranderden de maatschappelijke verhoudingen in Nederland van 1948-1978?

Slide 5 - Slide

  • Wederopbouw en Marshallplan
  • Sociale coalitie om wederopbouw mogelijk te maken
  • Babyboom
  • Economische groei en verdere industrialisatie
  • Maakbaarheid en maatschappij
  • Ontstaan van de consumptiemaatschappij
  • Verzuiling en ontzuiling
  • Jongerencultuur
  • Tweede feministische golf
  • Van emigratie- naar immigratieland
  • oliecrisis en het einde van de groei 
Waardoor veranderden de maatschappelijke verhoudingen in Nederland van 1948-1978?
Deze les: terug naar 1945

Slide 6 - Slide

Kenmerkend aspect 
De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren '60 van de 20e eeuw aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Europa, een verwoest continent

Slide 9 - Slide

Omdat sommige producten nog steeds schaars waren, bleven de voedselbonnen behouden

Slide 10 - Slide

De Wederopbouw 
  • Voor de wederopbouw van het land was het belangrijk dat overheid, werkgevers en werknemers samenwerkten
  • Er werden afspraken gemaakt over lage lonen- en prijzen --> geleide loonpolitiek
  • Hard werken, weinig verdienen, niet zeuren! 
  • Hierin werd Nederland ondersteund door het Marshallplan 
  • Economische groei leidde in 1948-73 tot de 'gouden jaren'

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Marshallhulp

Slide 13 - Slide

In de jaren na de oorlog was er een bovengemiddelde geboortegolf: een babyboom

  • In de jaren na de oorlog was er een bovengemiddelde geboortegolf: een babyboom

Slide 14 - Slide

Economische ontwikkelingen
  •  De Marshallhulp leidde tot:
    - economische groei
    - toenemende industrialisatie
  • Economische groei versterkt door:
    - economisch herstel BRD
    - vondst aardgas Groningen

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Economische groei leidt tot verzorgingsstaat
  • Door de toegenomen welvaart kon de overheid een verzorgingsstaat opzetten:
  • overheid neemt verantwoordelijkheid voor welzijn en welvaart van de burger
  • Bijv.: AOW, WW, WAO
  • Dit past bij de maakbare samenleving
  • Door middel van ingrijpen wordt de samenleving aangepast naar de idealen van de regering (confessionelen en socialisten). 

Slide 17 - Slide

Willem Drees was minister-president van 1948-1958. Hij leidde de Rooms-Rode kabinetten (socialisten + christendemocratie)

Slide 18 - Slide

Idealen van de verzorgingsstaat
Hierin wordt gestreefd naar:
  • Volledige werkgelegenheid
  • Rechtvaardige inkomensverdeling (is dit al bereikt)?
  • Sociale zekerheid + sociale voorzieningen
  • Grote vraag: is de verzorgingsstaat houdbaar? 

Slide 19 - Slide

Havo eindexamenvraag tijdvak
Deze prent gaat over de verzorgingsstaat in de jaren 1980. 
2p Geef aan:
- welke visie Collignon weergeeft over de verzorgingsstaat, waarbij je je antwoord ondersteunt met een verwijzing naar de bron. 

Slide 20 - Slide

Gelijktijdig met de verzorgingsstaat kwam de consumptiemaatschappij en Amerikanisering 

Slide 21 - Slide

Wat was geen motief voor het aanbieden van Marshallhulp?
A
De Europese handel op gang brengen
B
Invloed van het communisme beperken
C
De band tussen de VS en West-Europa versterken
D
Europa zo ver krijgen om lid te worden van de NAVO

Slide 22 - Quiz

Hoe heet de afsluiting van de wegen richting West-Berlijn door de S-U?
A
Berlijnse Muur
B
Blokkade van Berlijn
C
IJzeren Gordijn
D
Containmentpolitiek

Slide 23 - Quiz

De auteur van de prent stelt zich kritisch op t.o.v.
A
De dreiging van een kernoorlog
B
De houding van de VS
C
De houding van de SU
D
Geen van beiden: de auteur kiest geen kant

Slide 24 - Quiz

1954
1962
1961
1949
1956
Blokkade van Berlijn
Akkoorden van Genève
Bouw Berlijnse Muur
Cubacrisis
Hongaarse Opstand

Slide 25 - Drag question

Door welke gebeurtenis in Azië is de angst voor toenemend communisme vergroot?
A
De aanval op de Amerikaanse militaire basis Pearl Harbor
B
de Vietnamoorlog
C
De uitroeping van de Chinese Volksrrepubliek
D
de dominotheorie

Slide 26 - Quiz

Welke naam wordt gegeven aan de periode na 1963?
A
Glasnost en perestrojka
B
Detente
C
Space Race
D
SALT-II

Slide 27 - Quiz

Welke naoorlogse ontwikkeling werd gestimuleerd door zowel de VS als de SU?
A
Oprichting van de NAVO
B
Oprichting van de Verenigde Naties
C
Dekolonisatie
D
Verdelen van invloedssferen

Slide 28 - Quiz

Wat laat de prent zien?
A
De angst voor Chinese overheersing in Azië
B
De angst voor een communistische opstand in Vietnam
C
De angst voor een verenigd communistisch Aziatisch rijk
D
De dekolonisatiewens van Zuidoos-Azië

Slide 29 - Quiz

Wat zou de auteur duidelijk willen maken met deze prent?
A
Als de EU goed samenwerkt, kan elk probleem opgelost worden
B
De EU werkt niet: teveel belamgen
C
De EU staat voor stilstand
D
De auto stelt de Europese economie voor: gecrasht

Slide 30 - Quiz

Wat was een onbedoeld gevolg van glasnost en perestrojka?
A
Economische crisis in de SU
B
Gorbatsjov verloor de macht
C
Opstanden in Oost-Europa
D
de Koude Oorlog was voorbij

Slide 31 - Quiz

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun jij aangeven welke sociaal-culturele ontwikkelingen ontstonden omtrent
  • vrijetijdsbesteding, en
  • de toenemende individualisering, alsmede
  • de verbeterde positie van de vrouw, en 
  • het ontstaan van jongerenculturen. 

Slide 32 - Slide

Televisie
  1. In het begin was de overheid tegen de komst van de TV.
  2. Het zou volgens de regering mensen verleiden tot het aankopen van nutteloze luxe producten. Terwijl iedereen zuinig moest zijn tijdens de wederopbouw. 
  3. De regering was ook bang dat de TV alleen maar plat vermaak zou brengen. 

Slide 33 - Slide

Televisie
  1. De eerste jaren konden maar weinig mensen een toestel verkopen. 
  2. In 1960 hadden 20% van de huishoudens een TV. 
  3. In 1964 hadden 50% van de huishoudens een TV. 
  4. In 1970 had bijna alle huishoudens een TV. 

Slide 34 - Slide

Welvaart
  • Tussen 1955 en 1973 was er enorme toename van welvaart. Hierdoor kon men luxe producten kopen (zoals koelkasten, wasmachines en auto's).
  • Omdat werknemers nu doorbetaald kregen in vakanties nam het toerisme ook toe. 
  • Consumptie van levensmiddelen en genotmiddelen steeg ook. 
  • Nederland was van binnen één generatie van schaarste naar een maatschappij van overvloed. Een consumptiemaatschappij  

Slide 35 - Slide

Individualisering
De toename consumptie en sociale welvaart (o.a. verzorgingsstaat) leidden tot een grote sociaal-culturele verandering:
  1. Het individu met zijn behoeftes kwam centraal te staan. 
  2. Mensen waren minder afhankelijk van buren of familie. 
  3. De kerk en zijn traditionele moraal nam ook af. 

Slide 36 - Slide

Individualisering
De afname in de invloed van de kerk had o.a.  de volgende gevolgen: 
  1. Het werd eenvoudiger om te scheiden. 
  2. Homoseksualiteit werd bespreekbaar gemaakt en daarom minder een taboe. 

Slide 37 - Slide

Tweede feministische golf
Door het afnemen van de invloed van de kerk veranderde ook de man-vrouwrelaties en de opvatting over seksualiteit en voortplanting

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Jongeren
Vanaf de jaren 50' ontstond er ook een aparte jongeren cultuur. 

  • Oorzaak: Door de stijging van de welvaart hielden jongeren vaak geld voor zichzelf over. 
  • Deze gaven het geld dan uit aan uitgaan of kleren en elektronica  waarmee zij zich onderscheiden van de ouderen. 


Slide 40 - Slide

Jongeren
  1. De jongerencultuur ontwikkelde zich ook door de groei van het onderwijs. 
  2. Steeds meer jongeren gingen studeren en bleven daar onder elkaar. 
  3. Zij verschilden enorm met hun ouders in uiterlijk, muziek en normen en waarden. 
  4. Zij ontwikkelde zich tot een protestgeneratie die zich afzette tegen de gevestigde orde. 

Slide 41 - Slide