medicijnen toedienen via de luchtwegen
1 / 17
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Welke 2 vormen inhalators zijn er?
A
Aerosols
B
Prednison
C
Otrivin
D
Poederinhalator
Slide 4 - Quiz
Bij welk type inhalatie is de toegediende dosis nauwkeurig bepaald?
A
Vernevelaar
B
Poederinhalator
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Wat is het doel van vernevelen met acetylcysteïne?
A
Het helpt bij je verkoudheid
B
Het helpt bij het losmaken van vastzittend slijm
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Wat betekent inspiratoire flow?
A
Snelheid van de ademhaling per minuut
B
Hoeveelheid zuurstof per minuut van de luchtstroom tijdens de ademhaling
C
Hoeveelheid liter per minuut van de luchtstroom tijdens de ademhaling
D
Kracht van de ademhaling per minuut
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Hoelang moet je je adem vasthouden als je krachtig hebt geïnhaleerd?
A
3 seconden
vasthouden
B
5 seconden
vasthouden
C
10 seconden vasthouden
D
15 seconden vasthouden
Slide 11 - Quiz
Wat eerst luchtwegverwijder of ontstekingsremmer? + Welke kleur puf hoort erbij?
A
Luchtwegverwijder
B
Rode Puf
C
Blauwe puf
D
Ontstekingsremmer
Slide 12 - Quiz
Welke problemen/ziektes aan je longen kan je allemaal opnoemen?
Slide 13 - Open question
Slide 14 - Slide
Mensen met een .... longprobleem gebruiken vooral inhalatie medicatie?
A
Acuut
B
Sporadisch
C
Chronisch
