Atomen tellen & de praktijk in

Atomen tellen & de praktijk in
§4.3 & 4.4
1 / 21
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Atomen tellen & de praktijk in
§4.3 & 4.4

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  1. Ik kan omschrijven wat een molecuulformule is en kan hier een voorbeeld van geven.
  2. Ik kan uitleggen wat een verbinding is en kan hier een voorbeeld van benoemen.
  3. Ik kan de vier verschillende fases benoemen.
  4. Ik kan een reactie vergelijking opstellen in molecuulformules. 

Slide 2 - Slide

Molecuulformules
  • Elke stof kan aangegeven worden met een molecuulformule.

  • Water: H2
  • Waterstofperoxide: H2O2

  • Index geeft aan hoeveel atomen er zijn. 

Slide 3 - Slide


Mono betekent 1
Di betekent 2

koolstofdioxide: CO2 

  • Bij een molecuulformule plaats je het telwoord achter de stof. 
  • In de naam van de stof zet je het telwoord er vóór .

Slide 4 - Slide

Enkele verbindingen
  • Waterstof (H2)
  • Zuurstof (O2)
  • stikstof (N2)
  • Jood (I2)                                                                        Br I N Cl H O F
  • Broom (Br2)
  • Chloor (Cl2)
  • Fluor (F2)

Slide 5 - Slide

De vier fases
Vaste fase: (s)olid
Vloeibare fase: (l)iquid
Gas fase: (g)aseous 


Opgelost in water: (aq)ua

Slide 6 - Slide

Reactievergelijkingen
Bij de ontleding van methaan ontstaat koolstof en waterstof 
CH4 -> C + H
CH4 -> C + H2

CH4 -> C + 2 H2

Slide 7 - Slide

Reactievergelijkingen
Bij de ontleding van methaan ontstaat koolstof en waterstof 
CH4 -> C + H
CH4 -> C + H2

CH4 -> C + 2 H2

Slide 8 - Slide

Reactievergelijkingen
Bij de ontleding van methaan ontstaat koolstof en waterstof 
CH4 -> C + H
CH4 -> C + H2

CH4 -> C + 2 H2
Je bent de reactie kloppend aan het maken!

Slide 9 - Slide

Bij de verbranding van buteen (C4H8) ontstaan koolstofdioxide en water

buteen + zuurstof -> koolstofdioxide + water

C4H8 + O2 -> CO2 + H2O
C4H8 + 6 O2 -> 4 CO2 + 8 H2O

Slide 10 - Slide

Bij de verbranding van buteen (C4H8) ontstaan koolstofdioxide en water

buteen + zuurstof -> koolstofdioxide + water

C4H8 + O2 -> CO2 + H2O
C4H8 + 6 O2 -> 4 CO2 + 8 H2O

Slide 11 - Slide

Bij de verbranding van buteen (C4H8) ontstaan koolstofdioxide en water

buteen + zuurstof -> koolstofdioxide + water

C4H8 + O2 -> CO2 + H2O
C4H8 + 6 O2 -> 4 CO2 + 8 H2O

Slide 12 - Slide

Bij de verbranding van buteen (C4H8) ontstaan koolstofdioxide en water

buteen + zuurstof -> koolstofdioxide + water

C4H8 + O2 -> CO2 + H2O
C4H8 + 6 O2 -> 4 CO2 + 8 H2O

De getallen voor de moleculen noem je coëfficiënten

Slide 13 - Slide

Welke stof is er nodig voor een verbranding (op de brandstof na dan).
A
Zuurstof
B
Water
C
Koolstofdioxide
D
Zwaveldioxide

Slide 14 - Quiz

Hoe noemen we het getal dat voor het molecuul staat? 2 CO2

A
Index
B
Coëfficiënt
C
Molecuulformule
D
Atoom

Slide 15 - Quiz

Wat is de afkorting voor een stof die opgelost is in water?
A
s
B
g
C
aq
D
l

Slide 16 - Quiz

Welke stoffen zijn beide metalen?

A
ijzer & chloor
B
goud & zuurstof
C
jood & waterstof
D
ijzer & goud

Slide 17 - Quiz

Welke bewering is juist?
A
Een molecuul bestaat uit atomen
B
Een atoom bestaat uit moleculen

Slide 18 - Quiz

welke molecuul is afgebeeld op de afbeelding hiernaast
A
Koolstof
B
Koolstofdioxide
C
stikstofdioxide
D
Koolstofmono-oxide

Slide 19 - Quiz

Een mengsel kun je scheiden in ...
A
Ontleedbare stoffen
B
Niet-ontleedbare stoffen
C
Atomen
D
Zuivere stoffen

Slide 20 - Quiz

Wat zijn de juiste symbolen van goud, zilver en kalium.
A
Go, Zi en K
B
Au, Ag en K
C
Au, Zi en K
D
Go, Ag en Ka

Slide 21 - Quiz