4.2.2 - Van Dorp naar Stad.

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 1

Ga (zo ver mogelijk) op je plek zitten, pak je laptop en open TijdVoorGeschiedenis.nl

4.2.2 - Van dorp naar stad.

Een les over hoe een dorp officieel een stad werd.

Wat gaan we doen vandaag?

• Huiswerk nabespreken.
• Leerdoel + Inleiding.
• Stadsrechten & Stadsmuren. 
• Tijd voor opdrachten. 
• Afsluiting les.

Huiswerk nabespreken.

1. Het huiswerk was 4.2.1 "Meer voedsel, meer mensen" opdracht 1 t/m 8. 
2. Open deze vragen op je laptop zodat deze gecontroleerd kunnen worden.
3. Opdracht 1 & 3 bespreken we klassikaal.

• Waren er opdrachten die onduidelijk of moeilijk waren?
• Waren er begrippen die in de vorige les niet besproken waren?

Leerdoel: Wat gaan we leren vandaag?

Aan het einde van de les kan jij in eigen woorden uitleggen wat het verschil is tussen een dorp en een stad.

Aan het einde van de les weet jij wat een edelheer is.

Aan het einde van de les weet jij wat stadsrechten zijn.

Aan het einde van de les weet jij wat stadsmuren.

Schrijf deze 2 begrippen op in je aantekeningen. Vul deze aan in de les als ze op het bord staan.

- Stadsrechten.

- Stadsmuren.

De boer trekt naar de stad.

• Veel markten lagen bij rivieren, omdat vervoer over water sneller en veiliger was.
• Horige boeren met een overschot aan voedsel gingen hun producten op markten verkopen.
• Soms gaf een edelman boeren toestemming om te verhuizen naar een plek bij de markt.

• Deze horige hoefden dan niet meer op het domein van de heer te blijven wonen.
• Op de markt konden ze ook ruilen of verkopen met geld, wat steeds gebruikelijker werd.

Waarom zouden mensen liever in een stad dan een dorp wonen?

Stadsrechten, het dorp wordt een stad.

• Een stadsrecht was een officieel document van de heer dat van een dorp een stad maakte.
• In dat document stond wat de stad zelf mocht regelen, zoals rechtspraak, belastingen en wetten.

• Ook mochten steden met stadsrechten markten organiseren én tol heffen bij bruggen of stadspoorten.
• Die tol werd betaald door handelaren die met hun spullen de stad in wilden.
• Door stadsrechten kregen steden meer vrijheid en inkomsten, en kwamen er steeds meer mensen wonen en werken.

Waarom zouden mensen liever in een stad met stadsrechten wonen dan op het platteland?

Stadsmuren, de stad breidt uit.

• Met stadsrechten mochten steden ook stadsmuren bouwen om zich te beschermen.
• De muren beschermden mensen én hun handel en rijkdom tegen rovers of vijanden.
• Binnen de muren groeide de stad snel: meer mensen, meer huizen, meer handel.

• Sommige steden moesten de muur steeds verplaatsen of uitbreiden door de groei.
• Een muur liet ook zien: “Dit is een stad, hier gelden onze eigen regels.”

Waarom was het belangrijk voor een stad om een muur te bouwen?

Samen een opdracht maken.

1. Open tijdvoorgeschiedenis.nl, ga naar tijdvak 4 en open paragraaf 4.2.2. "De opkomst van nieuwe steden".
2. Lees eerst vraag 10A &10B, hierdoor weet je waarop je moet letten in de tekst. (de rest is ook belangrijk!)
3. Lees de tekst, hier krijg je 3 minuten de tijd voor.
4. Lees de vraag nog een keer, wat wilt de vraag nu precies weten?
5. Klassikaal overleggen voor beste antwoord.

Zelfstandig werken.

• Lees eventueel de tekst nog een keer.
• Maak opdracht 9 t/m 11, 14 & 15 . Dit is huiswerk voor volgende week, als het niet af is krijg je een overschrijf opdracht. (NIET INLEVEREN!)

1. Lezen en opdrachten maken doe je zelfstandig, dat betekend in je eentje, vragen mag je aan de docent stellen.
2. De eerste 5 minuten werk je alleen, dan beantwoord ik ook geen vragen, als je een vraag niet snapt sla hem over.
3. Na de eerste 5 minuten mag je vragen stellen door, steek je hand op dan kom ik er aan.

Afsluiting les.

• Zorg ervoor dat het huiswerk gemaakt is voor de volgende week, dit zal zoals gewoonlijk in Somtoday komen te staan.

1. Sluit tijd voor geschiedenis af en sluit LessonUp af.

2. Zorg ervoor dat je de opdracht hebt opgeslagen!

3. Doe je laptop op slaapstand en ruim je spullen op.

4. Controleer of jij je plek netjes achterlaat.

5. Als Mr. Oomen zegt dat het tijd is mogen jullie gaan.