Hoofdstuk 15.1 Tijd

Lijnen en figuren



Rekenen Deviant.
1F deel B
Hoofdstuk 12
H15 Tijd en temperatuur

Tijd 
1 / 36
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lijnen en figuren



Rekenen Deviant.
1F deel B
Hoofdstuk 12
H15 Tijd en temperatuur

Tijd 

Slide 1 - Slide

Planning van de les
- Introductie Wat is tijd
- Lesdoelen bespreken
- Instructie klok kijken
- Verwerking
- Afsluiting

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet ik:
  • de eenheden voor tijd (uur, minuut en seconde)
  • hoe ik de tijd kan lezen op een analoge klok.
  • hoe ik de tijd kan lezen op een digitale klok.
  • hoe een 24-uurs klok werkt.
  • wat de begrippen: eeuw, jaar, schrikkeljaar, maand en week betekenen.

Slide 4 - Slide


Klokkijken

Slide 5 - Slide

Hoe zat het ook alweer?
Een analoge klok is een klok met
een grote en een kleine wijzer.

De grote wijzer geeft de minuten aan,
de kleine wijzer geeft de uren aan.

Slide 6 - Slide

1. Analoge klok

Slide 7 - Slide

Voorbeeld
De grote wijzer wijst naar de 12, de kleine wijzer wijst naar de 2.

Het is hier 2 uur.

Slide 8 - Slide


Hoe laat is het?
A
twaalf uur
B
vier uur

Slide 9 - Quiz

Hoe laat is het?
A
half twaalf
B
half zes

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Hoe laat is het? Sleep naar juiste klok.
kwart voor drie
kwart voor twee
kwart over drie.
kwart voor zes.
kwart voor acht
kwart over negen
kwart voor twaalf.
Kwart over vijf

Slide 12 - Drag question

2. Digitale klok


Slide 13 - Slide

Hoe zat het ook alweer?
Een digitale klok geeft met cijfers op een scherm
aan hoe laat het is. Dit tijdstip noemen we de
digitale tijd. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video


Hoe laat is het?
A
10 voor 11
B
5 over 10

Slide 16 - Quiz

Hoe laat is het?
A
5 over 4
B
5 over 2

Slide 17 - Quiz

De foto van deze klok is gemaakt
in de:
A
nacht
B
ochtend
C
middag
D
avond

Slide 18 - Quiz

De foto van deze klok is gemaakt
in de:
A
nacht
B
ochtend
C
middag
D
avond

Slide 19 - Quiz


Een eeuw is hoeveel jaar?
Een eeuw

Slide 20 - Open question

0

Slide 21 - Video

Hoort 1979 bij de 19de of de 20ste eeuw?
A
19de eeuw
B
20ste eeuw

Slide 22 - Quiz

Hoort 2018 bij de 20ste of 21ste eeuw?
A
20ste eeuw
B
21ste eeuw

Slide 23 - Quiz

Een jaar

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

0

Slide 26 - Video

Hoeveel weken heeft een jaar?
A
12
B
52
C
365
D
366

Slide 27 - Quiz

Hoeveel dagen heeft
een schrikkeljaar?
A
12
B
52
C
365
D
366

Slide 28 - Quiz

Een maand

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Uit hoeveel dagen bestaat
de maand mei?
A
28
B
29
C
30
D
31

Slide 31 - Quiz

Welke maand heeft 30 dagen?
A
Februari
B
Augustus
C
November

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Slide

Je hebt nu geleerd over:
  • de eenheden voor tijd (uur, minuut en seconde)  
  • tijd lezen op een analoge klok. 
  • tijd lezen op een digitale klok. 
  • Je weet hoe een 24-uurs klok werkt. 
  • eeuw, jaar, schrikkeljaar, maand, week.

Slide 34 - Slide

Aan de slag!
Hoe?
Zelfstandig
Ik loop rond voor vragen
Blz.
Hoofdstuk 15.1 
begint op blz. 87

Opdr.
1 t/m 11
Er moet een berekening bij.

Klaar?
Iets voor jezelf doen op je laptop, waarbij je niemand anders stoort. 


timer
15:00

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video