Taak 1 t/m 5

Werken bij mensen 
met een beperking
Deel B 

Taak 1 t/m 5
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Werken bij mensen 
met een beperking
Deel B 

Taak 1 t/m 5

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun jij:
  • Benoemen welke soorten werkzaamheden er bij huishoudelijk werk zijn;
  • Vertellen waarom en hoe je schoonmaakt;
  • De materialen en schoonmaakmiddelen herkennen;
  • Vertellen wat een schoonmaakplan en vaste volgorde zijn;
  • Etiketten lezen met pictogrammen;
  • Vertellen wat de Arbowet is en inhoud. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Huishoudelijk werk
Soorten werkzaamheden:
  • Verzorgen van voeding
  • Schoonmaken
  • Textielverzorging

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waarom maken
we schoon?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Waarom maak je schoon?

1. Hygiëne: je wilt niet ziek worden.
2. Schoonmaken vergroot de veiligheid: niet struikelen over vuil.
3. Verlenging levensduur van je interieur (meubels en apparatuur).
4. Schone omgeving geeft een prettige sfeer.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Reinheidsniveaus
  • Ruwschoon: grof vuil wordt verwijderd
  • Huishoudelijk schoon: voor het oog schoon
  • Smetschoon: je gebruikt hierbij desinfecteermiddelen of ontsmettingsmiddelen – bijvoorbeeld een operatiekamer.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Sleep de woorden naar de juiste afbeelding:
Stofwisser
Zeem
Luiwagen
Materiaalwagen
Mop/dweil

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Soorten schoonmaakmiddelen
  1. Reinigingsmiddelen
  2. Onderhoudsmiddelen 
  3. Desinfecteermiddelen 
  4. Oplosmiddelen 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Ph en schoonmaakmiddelen
Materialen kunnen beschadigen door verkeerd schoonmaakmiddel

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Professioneel schoonmaken
Schoonmaakplan
= een goede planning waardoor je efficiënt (doelgericht) gaat werken.
In een schoonmaakplan staan de volgende onderdelen:
  • Wat je moet schoonmaken.
  • Wanneer je moet schoonmaken (frequentie).
  • Hoe je moet schoonmaken.
  • Wie er moet schoonmaken.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vaste volgorde

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Schoonmaak en onderhoudswerkzaamheden
Schoonmaakmiddelen
Let bij het gebruik van schoonmaakmiddelen op:
  • Lees het etiket.
  • Volg de gebruiksaanwijzing en de voorzorgsmaatregelen.
  • Doe altijd de dop op de fles. Ook tijdens het gebruik.
  • Plaats en bewaar schoonmaakmiddelen buiten het bereik van kinderen.
  • Zorg voor een juiste dosering. Gebruik niet te veel.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Gevaarsymbolen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Pictogrammen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

De verhouding van schoonmaakmiddel en water is 0,2L op 1L. Hoeveel schoonmaakmiddel doe je dan in 5L water?
A
1L
B
0,5 L
C
0,1 L
D
5 L

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Schoonmaakmethoden
  1. Droogreinigen 
  2. Klam vochtig reinigen 
  3. Nat reinigen 
  4. Reinigen met microvezeldoek

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Sanitair

Slide 17 - Mind map

This item has no instructions

Let op:



  • We gaan nu niet in de praktijk het sanitair schoonmaken
  • Het is ooit een examenopdracht geweest
  • Bekijk het volgende filmpje goed!

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Toiletruimte schoonmaken: Om hygiënisch te werken, is het belangrijk dat je een goede werkvolgorde hanteert.  Zet de werkwijze in de goede volgorde.

1
2
3
4
De wc-bril schoonmaken.
De deurkruk schoonmaken.
De binnenkant van de wc-pot schoonmaken.
De wastafel of het fonteintje schoonmaken.

Slide 20 - Drag question

Het is belangrijk dat medewerkers bij het schoonmaken de juiste volgorde hanteren, omdat anders een oppervlak juist vuil wordt gemaakt. Werk dus altijd van schoon naar vuil. Gebruik schoonmaakmaterialen na een vuil gedeelte niet weer voor een schoner gedeelte. Sanitair is te onderscheiden in ‘schoon’ (wastafel, tegels) en ‘vuil’ sanitair (binnenkant toiletpot, lage tegels naast toilet).
Wat is de Arbowet?
ARBO =
arbeidsomstandigheden

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Ergonomie
Ergonomie = verstandig omgaan met je lichaam, letten op een goede houding

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

KANS
Klachten aan:

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Evacuatieplan
Hier staat in:
  • Hoe veilig een gebouw verlaten bij calamiteiten = vluchtroute
  • Wat te doen bij bedrijfsongeval

Je hebt nodig:
  • Bedrijfshulpverlener (BHV'er)
  • Bedrijfsverbandtrommel

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Arbowet
A
Wet waarin staat hoeveel je minimaal mag verdienen
B
Wet die regels aangeeft voor werk- en rusttijden
C
Wet voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden
D
Nettoloon = brutoloon - belasting - sociale premies

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Bij calamiteiten is het belangrijk te weten wie er allemaal in het gebouw aanwezig zijn. Wat is een beschrijving van het begrip "calamiteiten"
A
Een niet-verwachte gebeurtenis die schade kan veroorzaken
B
Een persoonlijk ongeluk binnen een bedrijf
C
Een brandoefening bij een bedrijf

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions