cours 19 09: gros bisous de France!

1 / 32
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

les devoirs
apprendre/leren: bloc C- phrases clés n-f f-n (schrijvend leren) page 54



apprendre/leren: bloc D - grammaire - pages 32 et 33 (groene blokken) leer voorbeelden n-f f-n
faire exercices: 16 a, d, e
                                  17 a, c, d, e
                                  18





Slide 2 - Slide

programme de lundi 19 septembre
- révision  bloc C et D
- les nombres
- bloc E



Slide 3 - Slide

buts
- je sais la différence entre les formes de l'article (lidwoord)
- belangrijkste info uit een film halen

Slide 4 - Slide

révision voc B
vous savez traduire?
Kunnen jullie het volgende vertalen?

Slide 5 - Slide

Hoe heet jij?

Slide 6 - Open question

Waar woon jij?

Slide 7 - Open question

de jongen, ook, we blijven

Slide 8 - Open question

Wat is dat?
Dat is de familie

Slide 9 - Open question

Er is dus (une) tent hier

Slide 10 - Open question

       La famille

Slide 11 - Slide

Prenez votre cahier!

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Bloc D


Vul in: le, la, l'of les
1. ... vacances
2. ... tente
3. ... camping
4. ... hôtel
5. ... garçon
6. ... fille

Slide 14 - Slide

De / Het =         le, la , l', les
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
 le  / l'
la / l'
Meervoud
 les
les
Le frère (m) 
La soeur (v)
L'adresse (klinker)
Les copains (meervoud)

Slide 15 - Slide

een =         un , une , des
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
 un
une
Meervoud
 des
des
un chat (m) 
une piscine (v)
des soeurs  (meervoud)

Slide 16 - Slide

Zet in het meervoud : La tente .....

Slide 17 - Open question

Vertaal een jongen
A
le garçon
B
un garçon
C
les garçons
D
une garçon

Slide 18 - Quiz

Zet in het meervoud : un copain (een vriend)
A
des copain
B
un copains
C
les copain
D
des copains

Slide 19 - Quiz

Dus:..... (de/het)
.... père
.... mère
.... frère
.... soeur
.... parents
.... frères

Slide 20 - Slide

En:...... (een)
.... père 
.... mère 
.... frère 
.... soeur
.... parents 
.... frères

Slide 21 - Slide

répétez- moi!
vocabulaire bloc E
page 53

Slide 22 - Slide

Les nombres
page 12 ex 7

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

six
trois
dix-huit
douze
quatorze
neuf
vingt
quinze
3
15
14
20
9
6
12
18

Slide 27 - Drag question

Tips....
  •  Je kunt niet altijd aan een woord zien of het mannelijk of vrouwelijk is. Zoek het woord dan op in je woordenlijsten. 
  • Leer de woorden in je woordenlijst altijd MET het lidwoord.
  • 'des' kun je NIET vertalen!


Slide 28 - Slide

retour réflexif
Quelles sont les formes de l'article?

Slide 29 - Slide

vormen van: de / het

Slide 30 - Open question

vormen van: een

Slide 31 - Open question

Bon lundi et au revoir!!

Slide 32 - Slide