2.3 de stad verandert

1 / 34
next
Slide 1: Video
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

§2.3: de stad verandert

Slide 2 - Slide

Vandaag
Terugblik 2.2
Uitleg 2.3
Aan de slag met huiswerk
Leerdoelen check
Blooket

Slide 3 - Slide

herhaling 2.1 en 2.2
- De 3 factoren die de spreiding van steden verklaren:
- De absolute ligging
- De relatieve ligging
- Het koloniale verleden

Slide 4 - Slide

Wat is een primate city?
A
Dat is een ander woord voor de hoofdstad van een land
B
Het is de benaming voor de minst belangrijke stad van een land
C
Het is de benaming voor de belangrijkste stad van een land
D
Het is de benaming voor een stad met een dierentuin

Slide 5 - Quiz

wereldstad

megastad

hoofdstad
bestuurscentrum van land

10 miljoen inwoners

geen grote rol in wereld
 belangrijk op wereldniveau

Slide 6 - Drag question

Vanaf hoeveel inwoners spreken we van een megastad?

A
vanaf 100.000 inwoners
B
vanaf 1 miljoen inwoners
C
vanaf 5 miljoen inwoners
D
vanaf 10 miljoen inwoners

Slide 7 - Quiz

Verstedelijkingstempo =
A
Het percentage mensen wat in een stad woont.
B
De snelheid waarmee de verstedelijkingsgraad stijgt.
C
Hoog in rijke landen
D
hoog in arme landen

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Wat valt je op?

Slide 10 - Slide

Goed lezen
Lees de tekst van 2.3

Slide 11 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet hoe een westerse en een niet-westerse stad is opgebouwd
  • Je begrijpt dat verstedelijking steeds vaker plaatsvindt in de randzone van de stad
  • Je kunt met een kaart of model de opbouw van een Amerikaanse stad beschrijven

Slide 12 - Slide


Welk begrip hoort hier bij?
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie
C
CBD
D
Megastad

Slide 13 - Quiz



Urbanisatie 
Mensen verhuizen van platteland naar de stad 
voor werk en voorzieningen

Slide 14 - Slide


Suburbanisatie 
Suburbanisatie = mensen verhuizen van de stad naar plaatsten rondom de stad voor rust en ruimte.

Slide 15 - Slide



Urbanisatie 
Suburbanisatie
- grens vervaagt
- randstad (niet Randstad)

Slide 16 - Slide

Amerikaanse en Europese steden
Welk centrum hoort bij een Europese stad? En waarom?

Slide 17 - Slide

Amerikaanse en Europese steden
Welk centrum hoort bij een Europese stad? B

En waarom? Europese steden hebben vaak een historisch centrum, zoals hier in London

Slide 18 - Slide

2.3 De stad verandert

Slide 19 - Slide

Amerikaanse steden veranderen
  • Suburbs (buitenwijken)
  • Shopping malls
  • Dichtbevoklte wijken 
  • CBD (Central Business District) 

Slide 20 - Slide

Europese steden veranderen
  • Oude delen van de stad worden opgeknapt
  • Pakhuizen en leegstaande fabriekspanden worden omgebouwd tot woningen

Gentrification

Slide 21 - Slide

Gentrification

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Niet-westerse stad veranderd 
In niet-westerse landen zijn steden snel gegroeid

Wat is het gevolg? 

Slide 24 - Slide

Niet-westerse stad verandert
In niet-westerse landen zijn steden snel gegroeid

Wat is het gevolg? Krottenwijken
Files (wegen kunnen vele inwoners niet aan)

Slide 25 - Slide

Niet-westerse stad verandert
Steden gaan steeds meer op westerse steden lijken
  • Hoe noem je het deel met hoogbouw?
  • Sommige woonwijken zijn door hoge hekken omringt. Wie wonen hier?

Slide 26 - Slide

Niet westerse stad verandert 
  • Hoe noem je het deel met hoogbouw? CBD
  • Sommige woonwijken zijn door hoge hekken omringt. Wie wonen hier? de rijken in gated communities (gemeenschappen met hekken)

Slide 27 - Slide

Leerdoelen
  • Je weet hoe een westerse en een niet-westerse stad is opgebouwd
  • Je begrijpt dat verstedelijking steeds vaker plaatsvindt in de randzone van de stad
  • Je kunt met een kaart of model de opbouw van een Amerikaanse stad beschrijven

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Wat hoort er NIET bij de suburbs
A
Laagbouw
B
Grote tuinen
C
Universiteiten
D
Lage bevolkingsdichtheid

Slide 30 - Quiz

Wat is niet waar over het CBD?
A
Het betekent Central Business District
B
Er zijn veel chique winkels
C
Het is een zakencentrum
D
De vroegere bewoners zijn daar blijven wonen

Slide 31 - Quiz


Welke wijk is het meest geschikt voor gentrification? Een wijk...
A
aan de rand van de stad
B
vlakbij een industrieterrein
C
vlakbij het centrum van een stad
D
met flats in een rustige, groene buurt

Slide 32 - Quiz

Hoe kunnen nieuwkomers binnen buurten met gentrification het beste getypeerd worden?
A
hoogopgeleiden
B
gezinnen met kinderen
C
hoge inkomens
D
autochtonen

Slide 33 - Quiz

Maak de opdrachten in het boek
Van Paragraaf 3. 

Ga eerst de paragraaf lezen H2 par. 2.3
H2 par. 2.3  1 tot en met 7 (behalve 3 en 4)
eerste 10 min. werk je zelfstandig en stilte.

Slide 34 - Slide