H2 brutowinstopslag

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 5

Het resultaat 

Hoofdstuk 2

Inkoopwaarde is...?

1. bedrag waarvoor je spullen kunt inkopen
2. bedrag waarvoor de consument spullen inkoopt
3. Het aantal producten die een winkelier inkoopt om te kunnen verkopen
4. bedrag dat een winkelier heeft betaald voor de spullen in de winkel

Wat is het verschil tussen de inkopen en de inkoopwaarde (v/d omzet)?

Wat zijn inkoopkosten?

Wat is de brutowinstopslag?

1. het bedrag dat een winkelier bij de verkoopprijs telt om winst te maken
2. wat een winkelier uiteindelijk verdient
3. De winst die een winkelier maakt
4. het aantal producten dat een winkelier verkoopt

De kosten voor het verzenden van de verkochten producten valt onder:

1. Variabele kosten
2. Constante kosten

Zijn huurkosten variabele kosten of constante kosten? 

Zijn afschrijvingskosten van een machine variabele kosten of constante kosten? 

De brutowinst op een courgette is € 0,50. De brutowinstopslag bedraagt 40% van de inkoopprijs. Bereken de inkoopprijs

1. € 1,-
2. € 1,75
3. € 2,-
4. € 1,25

Antwoord

Inkoopprijs         €1,25              100 % ---> 0,50/40 *100

Brutowinst         €0,50      =       40% 

_________________________________________+

Verkoopprijs       

De brutowinst op een courgette is € 0,50. De brutowinstopslag bedraagt 40% van de inkoopprijs. Bereken de verkoopprijs

1. € 1,-
2. € 1,75
3. € 2,-
4. € 1,25

Antwoord

Inkoopprijs         €1,25              100 %

Brutowinst         €0,50             40% 

_________________________________________+

Verkoopprijs     €1,75               140%    

Je verkoopt handschoenen. Je verkoopt ze voor € 15,- per paar. Er zit een brutowinst marge op van 30% van de inkoopprijs, wat is de inkoopprijs en de bruto winst op een paar handschoenen?

Je verkoopt jassen. De inkoopprijs van een jas is € 65,- en er zit een brutowinst marge op van 20% op de inkoopprijs. Wat is de brutowinst van de jas? En de verkoopprijs?