Metamorfose is een ander woord voor
gedaantewisseling. Het betekent eigenlijk dat een dier in een bepaalde (korte) periode sterk verandert. Zowel in hoe het er uit ziet als in levenswijze.
Een voorbeeld is het koolwitje.
Een koolwitje begint zijn leven als eitje. Na een tijdje komt uit het eitje een larve (rups). De rups doet niet veel meer dan eten, eten en nog eens eten. En natuurlijk groeien. Tijdens het groeien vervelt de rups een aantal keer. Als de rups is uitgegroeid spint hij zich in in een cocon; hij wordt een pop. Binnenin de pop wordt het hele lijf van de rups verbouwd.
Als de pop openbreekt komt er een volgroeide volwassen vlinder (imago) uit. De volwassen vlinders kunnen paren en weer eitjes leggen.
De levenscyclus is rond.