Steunles 4 december klas 1

Steunles Nederlands - Leesvaardigheid (begrijpend lezen)

Vrijdag 4 december 2020

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Steunles Nederlands - Leesvaardigheid (begrijpend lezen)

Vrijdag 4 december 2020

Slide 1 - Slide

Dankzij de vorige les...
...heb je alle begrippen van begrijpend lezen (hoofdstukken 1 t/m 5 'Lezen' uit Op Niveau) bekeken en opgeschreven in een samenvatting.
...weet je in grote lijnen wat de begrippen betekenen.

Slide 2 - Slide

Deze les...
... weet je hoe het onderwerp kunt vinden in de tekst.
...herken je de manieren om een test in te leiden en af te sluiten.
... kun je het verschil tussen een feit en een mening herkennen.
...weet je weer wat een subjectieve of een objectieve tekst is.

Slide 3 - Slide

De rest van de les ga je twee teksten lezen met vragen daarbij.

De antwoorden kun je zelf nakijken.

Ga snel verder en open tekst 1 op de volgende slide! Lees de tekst grondig door.
Jungle

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
Kinderen online op safari
B
Dankzij het kanaal WildEarth kunnen kinderen online op safari.
C
Vragen stellen tijdens online safari
D
Online op safari

Slide 6 - Quiz

De alinea "Door de...je thuis" behoort tot
A
de inleiding van de tekst.
B
het middenstuk van de tekst.
C
de afsluiting van de tekst.

Slide 7 - Quiz

Op welke manier wordt de aandacht van de lezer getrokken in de inleiding?
A
De schrijfster vertelt een kort, grappig verhaaltje.
B
De schrijfster noemt de aanleiding voor het schrijven van de tekst.
C
De schrijfster begint met het stellen van vragen.
D
De schrijfster geeft advies.

Slide 8 - Quiz

Hoe wordt deze tekst afgesloten?
A
Met een conclusie
B
Met een samenvatting
C
Met een advies
D
De tekst wordt niet afgesloten.

Slide 9 - Quiz

James Hendry zegt in de tekst (tweede alinea):
Je schrijft je via onze website in, zodat we weten wie er allemaal “meerijden”.

Deze woorden van Hendry bevatten...
A
zijn mening
B
feiten

Slide 10 - Quiz

James Hendry zegt verderop in de tekst (derde alinea) over het stellen van vragen:
‘Dat vinden we alleen maar leuk’.

De woorden van Hendry bevatten...
A
zijn mening
B
feiten

Slide 11 - Quiz

In de derde alinea antwoordt Hendry: ‘Dat zijn ze helemaal niet’.

Waar verwijst 'ze' naar?
A
de negenjarige Amerikaanse jongen
B
de leeuwen, zebra's en een flinke kudde olifanten
C
de kijkers van kanaal WildEarth
D
de nijlpaarden

Slide 12 - Quiz

Lees tekst 2 nu grondig door op de volgende slide.

Maak daarna de vragen op slides 15 t/m 20.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Op welke manier wordt de aandacht van de lezer getrokken in de inleiding?
A
De schrijver vertelt een kort verhaaltje.
B
De schrijver noemt de aanleiding voor het schrijven van de tekst.
C
De schrijver begint met het stellen van vragen.
D
De schrijver geeft advies.

Slide 15 - Quiz

Hoe herken je de verschillende alinea's in deze tekst?
A
Tekst laten inspringen
B
Nieuwe regel gebruiken
C
Witregels gebruiken tussen de alinea's
D
Er zijn geen alinea's

Slide 16 - Quiz

Hoe wordt de tekst afgesloten?
A
Met een samenvatting
B
Met een advies
C
Met een conclusie
D
Er is geen afsluiting

Slide 17 - Quiz

Deze tekst is...
A
subjectief
B
objectief

Slide 18 - Quiz

Einde les


Volgende les: ander thema en meer oefenen met begrijpend lezen!
Waterval

Slide 19 - Slide