This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Vraag & aanbod
Het evenwicht
Slide 1 - Slide
Concrete markt: markt die je kunt bezoeken (bv weekmarkt)
Abstracte markt: markt die je niet kunt bezoeken (bv woningmarkt)
Slide 2 - Slide
VRAAG van Consumenten:
Die kopen goederen en diensten (om in behoeften te voorzien)
&
AANBOD van Producenten (bedrijven en overheid):
Die verkopen goederen en diensten
Slide 3 - Slide
GOEDEREN --> TASTBAAR
DIENSTEN --> NIET TASTBAAR
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
We gaan nu kijken naar de vraag en aanbod van hotdogs!!
Slide 6 - Slide
Wat valt
jullie op? (zie volgende dia)
Formule: Qv= -2000P+10.000
De vraag naar Hotdogs
Slide 7 - Slide
Er is een NEGATIEF verband tussen prijs en gevraagde hoeveelheid:
prijs stijgt -->gevraagde hoeveelheid daalt
prijs daalt --> gevraagde hoeveelheid stijgt
In de formule zie je dat aan het -teken voor de P
Slide 8 - Slide
De vraagcurve (vraaglijn)
Formule:
Qv= -2000P+10.000
Slide 9 - Slide
Het aanbod van hotdogs
Wat valt jullie op?
(zie volgende dia)
Qa= 2500P-1250
Slide 10 - Slide
Er is een POSITIEF verband tussen prijs en aangeboden hoeveelheid:
prijs stijgt -->aangeboden hoeveelheid stijgt ook
prijs daalt --> aangeboden hoeveelheid daalt ook
In de formule zie je dat aan het +teken voor de P
Slide 11 - Slide
De aanbodcurve (aanbodlijn)
Formule:
Qa= 2500P-1250
Slide 12 - Slide
VRAAGVraag
Aanbod
VRAAG
AANBOD
Formule:
Qa= 2500P-1250
Formule:
Qv=-2000P+10.000
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
BETALINGSBEREIDHEID
De vraaglijn laat zien wat de betalingsbereidheid is van de vragers. Dus de maximale betalingsbereidheid is de hoogste prijs die de vragers er voor over hebben! (aflezen in grafiek: hoogste punt van de vraaglijn dus bij Qv=0)
Slide 15 - Slide
LEVERINGSBEREIDHEID
De aanbodlijn laat zien wat de leveringsbereidheid is van de aanbieders. Dus de minimale leveringsbereidheid is de laagste prijs die de aanbiedersvoor hun product willen ontvangen
(aflezen in grafiek: laagste punt van aanbodlijn dus bij Qa =0)
Slide 16 - Slide
VRAAG EN AANBOD VAN HOTDOGS BIJ VERSCHILLENDE PRIJZEN
Als aanbieder een te hoge prijs vraagt, zal die producten overhouden (aanbodoverschot). Vraagt hij een te lage prijs, dan zal aanbieder snel uitverkocht zijn (aanbodtekort / vraagoverschot)
Slide 17 - Slide
De evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid
De evenwichtsprijs is zoals je ziet dus € 2,50
Op dat "punt" snijden de vraag en aanbodcurve elkaar
De evenwichtshoeveelheid is 5000 hotdogs
Slide 18 - Slide
Evenwicht op de markt van hotdogs
Qv= -2000P+10.000
Qa= 2500P-1250
is gelijk aan
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
Qv =Qa
-2.000P + 10.000 = 2500P - 1250
-2000P - 2500P =-1250 - 10.000
-4500P = -11.250
P= -11.250 : -4500 = 2,50 = Evenwichtsprijs
2,50 invullen in 1 van de functies:
Qv= -2.000x2,50 + 10.000
Qv=-5000 + 10.000= 5.000 = Evenwichtshoeveelheid
(Qa invullen geeft natuurlijk ook 2500 x 2,50 - 1250 = 5.000)
Slide 21 - Slide
Stel nu dat er een popconcert is?
VRAAG EN AANBOD VAN HOTDOGS TIJDENS POPCONCERT
Slide 22 - Slide
Verandering in
de vraagcurve
TIJDENS POPCONCERT VERSCHUIFT VRAAGCURVE NAAR RECHTS
Slide 23 - Slide
ER ZIJN DUS REDENEN TE BEDENKEN WAAROM EEN VRAAGCURVE IN Z'N GEHEEL NAAR RECHTS OF LINKS SCHUIFT!!
NAAR RECHTS (ZOALS BIJ POPCONCERT): BIJ ELKE PRIJS IS ER MEER VRAAG (MEER VRAGERS)
NAAR LINKS: BIJ ELKE PRIJS IS ER MINDER VRAAG
Slide 24 - Slide
Als de economie beter gaat:
gaan mensen meer consumeren en geld besteden;
gaan bedrijven meer investeren;
Hierdoor komt er meer werkgelegenheid (meer banen) want er moet meer geproduceerd worden!
Slide 25 - Slide
primaire goederen en luxe goederen
Primaire goederen: noodzakelijke goederen die je nodig hebt om te leven, eerste (eten, drinken, kleding, onderdak). Dus bij een prijsverandering blijf je er toch ongeveer hetzelfde van kopen.
Luxe goederen: Goederen die je niet echt nodig hebt. Als die duurder worden koop je er dus direct minder van.
Slide 26 - Slide
Vraaglijn
Primair goed
--> prijsdaling leidt nauwelijks tot meer vraag
--> prijsstijging leidt nauwelijks tot minder vraag
Luxe goed
--> prijsdaling leidt tot veel grotere vraag
--> prijsstijging leidt tot veel minder vraag
Slide 27 - Slide
luxe goed primair goed
Slide 28 - Slide
aanbod: minimale
leveringsbereidheid
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Video
De prijs stijgt. Wat gebeurt er met het aanbod?
A
Neemt af
B
neemt toe
C
verandert niets
Slide 31 - Quiz
De vraag daalt. Wat gebeurt er met de prijs?
A
Die zal dalen
B
Die zal stijgen
C
Er verandert niets
Slide 32 - Quiz
Er is een slechte aardappeloogst. Wat is een logisch gevolg?