H6 Zeker van je inkomen par 3

Voordat we beginnen...
Les 1 en les 2 zijn lang niet door alle leerlingen gemaakt/gevolgd. 

De komende week verwacht ik dat iedereen alle lessen heeft gevolgd. Doe je dat niet, dan gaat er een bericht uit naar mentor en/of ouders.

Op de volgende dia's plaats ik eerst een link naar de les van paragraaf 1 en in de dia daarna een link naar paragraaf 2. Zorg ervoor dat je eerst deze lessen hebt gevolgd voordat je verder gaat met deze les.
1 / 32
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Voordat we beginnen...
Les 1 en les 2 zijn lang niet door alle leerlingen gemaakt/gevolgd. 

De komende week verwacht ik dat iedereen alle lessen heeft gevolgd. Doe je dat niet, dan gaat er een bericht uit naar mentor en/of ouders.

Op de volgende dia's plaats ik eerst een link naar de les van paragraaf 1 en in de dia daarna een link naar paragraaf 2. Zorg ervoor dat je eerst deze lessen hebt gevolgd voordat je verder gaat met deze les.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Slide 3 - Link

Zeker?
Je hebt de lessen van paragraaf 1 en 2 gevolgd? Ter herinnering, de docent krijgt een overzicht met namen en kan precies zien wat je gedaan hebt/ingevuld en hoe lang je er mee bezig bent geweest.

Top! Dan gaan we nu echt beginnen aan paragraaf 3!

Slide 4 - Slide

Blz. 48, 49, 50 en 51 werkboek

Slide 5 - Slide

Vorige lessen:
Leerdoelen paragraaf 1 en 2
Kun je deze nog beantwoorden? Bekijk eventueel de vorige les nog eens.

Slide 6 - Slide

Programma
1. Leerdoelen (zie hiernaast)
2. Filmpje met uitleg
3. Controle vragen
4. Maken paragraaf 3
5. Nakijken par. 1 en 2

Slide 7 - Slide

VERZORGINGSSTAAT
Filmpje ter introductie

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Verzorgingsstaat

De overheid draagt zorg voor:

- een inkomen (als je er zelf niet voor

   kunt zorgen) --> par. 6.3

- gezondheidszorg;

- huisvesting;

- onderwijs.


Slide 10 - Slide

Sociale zekerheid

Dit is de zekerheid dat iedereen geld heeft om van te leven.

Dit wordt betaald door de overheid.


Hoe komt de overheid aan dit geld?

  •  Loonheffing
  •  Sociale premies 


Slide 11 - Slide

2. Ik kan uitleggen hoe de sociale zekerheid geregeld en betaald wordt.
Er is veel geld nodig voor al die uitkeringen. Dat geld wordt betaald door de mensen die een baan hebben.

1. Sociale premies (geld dat de overheid vraagt voor de sociale zekerheid. Wordt betaalt over je loon)
2. Loonheffing = loonbelasting. Wordt ook ingehouden van je loon.

Slide 12 - Slide

4. Ik kan van 6 sociale wetten benoemen hoe deze de sociale zekerheid regelen.
Sociale verzekeringen: Betaald met premies van werknemers en werkgevers.
Volksverzekeringen: Voor iedereen in het land.
- AOW = Algemene ouderdomswet
- ANW = Algemene nabestaandenwet

Werknemersverzekeringen: Voor iedereen die in loondienst is geweest.
- WW = Werkloosheidswet
- WIA = Wet inkomen naar arbeidsvermogen
- ZW = Ziektewet

Slide 13 - Slide

6. Sociaal minimum
Ook wel bijstand/participatiewet(PW) genoemd
  1. Werklozen zonder ww uitkering > bijstand (laatste vangnet)
  2. Sociaal minimum: bedrag waarvan je net kunt rondkomen

In de volgende dia daarover een filmpje met vragen.

Slide 14 - Slide

Sociale wetten
Zorg ervoor dat je ze herkent en weet wie er recht op heeft. 

Alle voorwaarden, bijvoorbeeld afbeelding 25, blz 50, hoef je echt niet te weten.

Slide 15 - Slide

3

Slide 16 - Video

00:14
Hoe komt het dat de bijstand groeit?

Slide 17 - Open question

00:37
Wanneer heb je recht op bijstand?

Slide 18 - Open question

00:55
Stelling: ik vind het terecht dat mensen met 20.000 euro de bank geen bijstand kunnen krijgen.

Eens of oneens? Leg uit waarom!

Slide 19 - Open question

Welke sociale zekerheid ontvang je als je werkloos bent?
A
AOW
B
WW
C
WIA
D
ZW

Slide 20 - Quiz

Bepaalde groepen mensen krijgen een sociale uitkering. 
 Volgens welke wet krijgen zij een uitkering, de AOW, de WIA of de WW?
Sleep de wetten waarvolgens de groepen hieronder een uitkering krijgen naar de juiste groep mensen. 

arbeidsongeschikten
gepensioneerden
werklozen
AOW
WIA
WW

Slide 21 - Drag question

Een voorwaarde voor een WW-uitkering is dat je minstens 26 weken moet hebben gewerkt van de laatste 36 weken voor ontslag.

Stel, de overheid verandert deze voorwaarde als volgt: de werkloze mag in de 52 weken voor het ontslag hooguit tien weken werkloos zijn geweest.

Wat gebeurt er dan met het aantal werklozen met een WW-uitkering?
A
Het aantal werklozen met WW daalt.
B
Het aantal werklozen met WW stijgt.
C
Het aantal werklozen met WW verandert niet.

Slide 22 - Quiz

Oefenen! 
5. Ik kan met behulp van een tabel uitrekenen hoeveel bijstandsuitkering iemand krijgt

Zie volgende slides

Slide 23 - Slide

Rekenvaardigheden paragraaf 4
In Nederland krijg je de eerste 2 maanden 75% van je laatst verdiende loon

Daarna 70%

Slide 24 - Slide

Oefenvraag 1
Dhr. Tooren raakt zijn baan kwijt. Hij verdiende 2000 euro bruto per maand. 

Hoeveel WW-uitkering krijgt hij de eerste maand?

Slide 25 - Slide

Antwoord
De eerste maand krijgt hij 75% van zijn bruto loon

Berekening: 2000 : 100 = 20 (=1%)
x 75 = 1500 euro (=75%)

Antwoord: 1500 euro

Slide 26 - Slide

Oefenvraag 2
Met hoeveel euro daalt zijn WW-uitkering tussen maand 2 en maand 3?

Slide 27 - Slide

Antwoord
WW-uitkering 1e 2 maand = 1500 euro per maand (zie vorige slides)

Berekening:
WW-uitkering maand 3
2000 euro : 100 = 20 (=1%)
x 70 = 1400 (=70%)
Inkomen daalt met 100 euro
1500-1400=100

Slide 28 - Slide

Rekentrainer blz 68
Man en vrouw: 0 euro, omdat het inkomen te hoog is voor een bijstandsuitkering

Vrouw, kind: hebben recht op 861 euro. Ze verdient 100 euro. Een eenoudergezien heeft recht op 961 (961-100 = 861). Ze hebben te weinig spaargeld.

Slide 29 - Slide

Reken/proefwerk tip h6
De sommen die je op de vorige slides hebt gemaakt/geoefend, kun je verwachten op je proefwerk! 
De datum is natuurlijk nog onbekend :-)

Rekentrainer: leer de bedragen in de tabellen niet uit je hoofd! Die krijg je er (eventueel) bij op de toets!

Slide 30 - Slide

Aan de slag!
Maken: paragraaf 3 vraag 1 t/m 11 + de gehele rekentrainer blz 68
Leren: paragraaf 3 (+herhalen par 1+2) en de rekensommen in deze les.
Nakijken: paragraaf 1 en 2. Antwoorden staan in magister/daltontaken.
Vragen: stuur docent een bericht over magister/teams

Slide 31 - Slide

Ik vond dit een goede les!
Ik kan nu verder met de vragen in mijn werkboek
A
Ja :-)
B
Nee :-(
C
Ik heb echt niks geleerd van deze les :-(

Slide 32 - Quiz