Module ziekenhuis oefenvragen verpleegkunde zpg3fa

De grote parate kennis quizz
het ziekenhuis.  
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

De grote parate kennis quizz
het ziekenhuis.  

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

wat is GEEN functie van de nieren?
A
regeling van het adrenaline systeem
B
verhoging van de bloeddruk
C
stimuleren aanmaak rode erythrocyten
D
uitscheiding van afvalstoffen

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Vrouw van 80 jaar heeft chronische nierinsufficientie. Ze heeft op dit moment een dialyse indicatie en plast al langniet meer. Haar bloeddruk zal:
A
hoger dan normaal zijn
B
heeft geen invloed
C
lager dan normaal zijn
D
alle antwoorden zijn onjuist

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Door wie wordt een suprapubische katheter geplaatst?
A
Verpleegkundige
B
Arts
C
Urologie-assistent
D
Echoscopist

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Glomerulonefritis, wat is dat?
A
ontsteking lis van Henle
B
ontsteking verzamelbuisjes nefron
C
ontsteking nierbekken
D
ontsteking slagadertje in kapsel van Bowman

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Bij een mechanische ileus heb je een stille buik en bij een paralytische ileus hoor je veel darmgeluiden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de voorkeurslocatie van een infuus
A
de hand
B
de elleboog
C
de onderarm
D
de voet

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions


Een perifeer infuus breng je NIET in in de arm ...
A
waar de zorgvragen een shunt heeft
B
waar de lymfeklieren zijn weggehaald
C
die verlamd is
D
A, B en C zijn correct

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Een gezonde wondbodem met granulatieweefsel dient bij het verzorgen van de wond..
A
vochtig gehouden te worden
B
beschermd tegen beschadigingen
C
A en B zijn beide juist
D
A en B zijn beide onjuist

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de volgende wondbeschrijving past het beste bij deze wond?
A
T: vitaal weefsel / I: geïnfecteerde wond / M: nat wondbed E: rafelige wondranden
B
T: necrotisch weefsel / I: geïnfecteerde wond / M: droog wondbed / E: rafelige wondranden
C
T: necrotisch weefsel / I: niet geïnfecteerde wond / M: droog wondbed / E: rafelige wondranden

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Een pees bestaat uit:
A
Botweefsel
B
Spierweefsel
C
Bindweefsel
D
Kraakbeenweefsel

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

na opgenomen te hebben gelegen op welke afdeling heeft een zorgvrager kans op het ontwikkelen van PICS?
A
verkoeverkamer
B
Holding
C
intensive care
D
urologie

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

De wet BIG
A
bewaakt de kwaliteit van zorg
B
bevat regels rondom het uitvoeren van bepaalde risicovolle handelingen
C
geeft aan dat je rekening moet houden met privacy van de patiënt
D
geeft welke zorgverleners bekwaam zijn verklaard

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Covid vaccinatie is een voorbeeld van
A
een causale werking
B
profylactische werking
C
substitutie werking
D
symptoombestrijder

Slide 14 - Quiz

B
Bij welke ingreep moet een blijvend stoma aangelegd worden?
A
sigmoidresectie
B
tumor in het rectum
C
tumor boven het sigmoid
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welke chronische darmaandoening kan ontstekingen veroorzaken in het hele maag-darmkanaal?
A
Gastritis
B
Colitis Ulcerosa
C
Ziekte van Crohn
D
Diverticulitis

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke van de pijnstillende medicijnen moet je het meest bedacht zijn op maagklachten en een verhoogde kans op bloedingen?
A
Morfine tabletten (opiod)
B
Fentanyl pleister (opiod)
C
Paracetamol
D
Diclofenac (NSAID's)

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Het nadeel van deze anesthesie is het risico op verlamming, mictieproblemen, en hoofdpijn door liquordrainage (= weglopen van hersenvloeistof)

Bij welke vorm van anesthesie passen deze problemen?
A
spinale anesthesie
B
epidurale anesthesie
C
algehele narcose
D
plexus verdoving

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions


neuropatische pijn wordt ervaren als:
A
scherp, stekend, kloppend
B
brandend, schietend of stekend
C
borend, durkkend of krampend

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions